3.5 Talent KT

3.5 Talent KT
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.5 Talent KT

Slide 1 - Tekstslide

Tegenstelling
Woorden die precies het tegenovergestelde van elkaar betekenen

Slide 2 - Tekstslide

Noteer in twee minuten zoveel mogelijk woorden die elkaars tegenovergestelde zijn

Slide 3 - Open vraag

Bedenk een zin met daarin een tegenstelling

Slide 4 - Open vraag

Tegenstelling zoeken
Nieuwe games zijn vaak prijzig, maar in de uitverkoop zijn ze goedkoop.

prijzig/duur
goedkoop / voordelig

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Vul hierna het tegenovergestelde in

Slide 6 - Tekstslide

Op school gaat de tijd meestal ...,
maar vrije tijd juist snel voorbij.

Slide 7 - Open vraag

Als je onderwater duikt, moet je voordat je inademt toch eerst goed ....

Slide 8 - Open vraag

De weg naar het centrum is breed, maar de weg naar mijn huis is ...

Slide 9 - Open vraag

Ik poets mijn tanden voor mijn ontbijt, maar Elias doet dat ....

Slide 10 - Open vraag

Helima is altijd bereikbaar, maar ik ben wel eens ....

Slide 11 - Open vraag

Voorvoegsel en achtervoegsel
Sommige woorden krijgen een tegengestelde betekenis door er een voorvoegsel of achtervoegsel aan te plakken.

Voorvoegsels on- en anti- betekenen niet of tegen
onopvallend
onbetaalbaar
onjuist
onwaarschijnlijk
onbekend

Slide 12 - Tekstslide

Voorvoegsel en achtervoegsel
Achtervoegsels -loos betekenen zonder
kinderloos
kansloos
merkloos
Let op: niet alle woorden die beginnen met on-, geven een tegenstelling aan: 
onderneming, onderwijzer

Slide 13 - Tekstslide

Voor en achtervoegsels oefenen
effen - ............ 
 begrijpelijk - ............ 
............ - ongezond
zeker - ............ 


Slide 14 - Tekstslide