3.7 test jezelf

Welkom 1B
Start LessonUp
Sluit overige tabbladen

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom 1B
Start LessonUp
Sluit overige tabbladen

Slide 1 - Tekstslide

Spelletjes

Slide 2 - Tekstslide

Wat is je favoriete spel?

Slide 3 - Woordweb

Sophie leest haar gedicht voor
De prijsjes komen in ieder geval voor de meivakantie.

Slide 4 - Tekstslide

Welkom 1B
Wat gaan we doen?


Leerdoelen 3.7
In deze paragraaf leer je:
-hoe je het werkwoordelijk gezegde vindt;
-hoe je het onderwerp vindt;
-hoe je het lijdend voorwerp vindt



Slide 5 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?
A
Alle werkwoorden in de zin
B
Vragend maken, hij komt vooraan.
C
Wie of wat + gezegde + onderwerp?
D
Wie of wat + persoonsvorm?

Slide 6 - Quizvraag

Hoe vind je het onderwerp?
A
Alle werkwoorden in de zin
B
Vragend maken, hij komt vooraan.
C
Wie of wat + gezegde + onderwerp?
D
Wie of wat + persoonsvorm?

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in de zin
B
Vragend maken, hij komt vooraan.
C
Wie of wat + gezegde + onderwerp?
D
Wie of wat + persoonsvorm?

Slide 8 - Quizvraag

Hoe vind je het lijdend voorwerp?
A
Alle werkwoorden in de zin
B
Vragend maken, hij komt vooraan.
C
Wie of wat + gezegde + onderwerp?
D
Wie of wat + persoonsvorm?

Slide 9 - Quizvraag

Lijdend voorwerp

Slide 10 - Tekstslide

Help, waar vind ik dat?
Ga naar de lesstof van 3.7 en kijk mee op het bord.

Slide 11 - Tekstslide

Ga je zinsdelen benoemen? Werk altijd in deze volgorde:

1 Zoek éérst de pv (gebruik de tijdproef pv).
2 Verdeel de zin in zinsdelen (gebruik de zinsdeelproef).
3 Benoem het werkwoordelijk gezegde.
4 Benoem het onderwerp.
5 Benoem het lijdend voorwerp.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?

Mevrouw Van der Voet heeft het boek uitgelezen.

Slide 13 - Open vraag

Verdeel de zin in zinsdelen. Gebruik / of -

Mevrouw Van der Voet heeft het boek uitgelezen.

Slide 14 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Mevrouw Van der Voet heeft het boek uitgelezen.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het onderwerp?

Mevrouw Van der Voet heeft het boek uitgelezen.

Slide 16 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp?

Mevrouw Van der Voet heeft het boek uitgelezen.

Slide 17 - Open vraag

Mevrouw Van der Voet heeft het boek uitgelezen.
PV: Mevrouw Van der Voet en mevrouw Verhaar hebben het boek uitgelezen.
Zinsdelen voor de PV: Mevrouw Van der Voet / heeft / het boek / uitgelezen.
WG: Heeft uitgelezen
O: Wie heeft uitgelezen? = Mevrouw Van der Voet
LV: Wat heeft mevrouw Van der Voet uitgelezen? = Het boek

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht

Klaar?
Aan de slag!
Lezen: Lees de lesstof van 3.7
Kijken: Kijk de uitlegfilmpjes van 3.7
Maken: 3.7 opdrachten + test jezelf

Inhaalmoment dinsdag het ... uur
Klaar?
Bedenk 2 zinnen met een lijdend voorwerp.

timer
1:00
Van niveau veranderd? Kom naar mijn bureau.

Slide 19 - Tekstslide

Ik kan het werkwoordelijk gezegde vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Ik kan het onderwerp vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Ik kan het lijdend voorwerp vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Hier wil ik graag extra uitleg over voor de toets:

Slide 23 - Open vraag