Ga je zinsdelen benoemen? Werk altijd in deze volgorde:
1 Zoek éérst de pv (gebruik de tijdproef pv).
2 Verdeel de zin in zinsdelen (gebruik de zinsdeelproef).
3 Benoem het werkwoordelijk gezegde.
4 Benoem het onderwerp.
5 Benoem het lijdend voorwerp.