NUN 1F-2F H4.3 Betoog (deel 1)

les-informatie                   nog niet geschoond
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B

auteur   MB
datum   juni 2022

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nederlands voor anderstaligenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

les-informatie                   nog niet geschoond
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B

auteur   MB
datum   juni 2022

Slide 1 - Tekstslide

LEZEN H.4 Teksten met meningen lezen
4.1 Feiten en meningen
4.2 Argumenten
4.3 Betoog

Slide 2 - Tekstslide

het betoog
We behandelen de theorie eerst zonder boek.
Daarna gaan jullie de theorie in het boek lezen, en vervolgens gaan jullie opdrachten maken.

De paarse woorden zijn signaalwoorden van volgorde.

Slide 3 - Tekstslide

het betoog     (H.4 Teksten met feiten en meningen)
de opbouw van een betogende tekst
- de titel met de mening
- de inleiding met de duidelijke verwoording van de mening
- de kern met de argumenten die de mening ondersteunen, maar ook tegen-argumenten waarvan de schrijver aangeeft waarom die niet geldig zijn / niet belangrijk zijn
- het slot met de conclusie waarin de mening herhaald wordt

Slide 4 - Tekstslide

het betoog        (teksten met feiten en meningen)
het tekstdoel: overtuigen of overhalen
overtuigen - de schrijver wil dat de lezer dezelfde mening krijgt
bijv. De schrijver overtuigt de lezer dat recyclen belangrijk is.

overhalen - de schrijver wil dat de lezer iets gaat doen
bijv. De schrijver haalt de lezer over om al zijn oude papier naar de papierbak te brengen.

Slide 5 - Tekstslide

het betoog           (teksten met feiten en meningen)
-het tekstdoel: overtuigen of overhalen
-de mening - staat duidelijk in de tekst (en in de titel)
                      de hoofdgedachte
bijv. Ik vind dat belangrijk is om fruit te eten.
                  de argumenten - staan duidelijk in de tekst
bijv. Fruit bevat namelijk veel vitamine C en dat hebben we nodig om onze weerstand op peil te houden. Bovendien krijgen we van de suiker in fruit energie.


Slide 6 - Tekstslide

het betoog
- het tekstdoel: overtuigen of overhalen
- de mening en de argumenten

- de conclusie - staat vaak in het slot van de tekst
(de herhaling van de hoofdgedachte)
bijv. Hieruit volgt dat iedereen veel fruit moet eten.

Slide 7 - Tekstslide

het betoog
- bestudeer in boek A p.96

- maak opdracht 1

huiswerk
Leren en maken p. 96 - 101
timer
12:00

Slide 8 - Tekstslide

p.97 Opdracht 1, nummer 1
1. De mening van de schrijver is:
 Gewone winkels zullen altijd blijven bestaan.

EXTRA
Waarom staat in vraag 2 'schrijfster' en niet 'schrijver'?

Slide 9 - Tekstslide

p.97 Opdracht 1, nummer 2 en 3
Type het cijfer van vraag 2 en het woord van vraag 3.
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

p.97 Opdracht 1, nummer 4 en 5
Type de juiste antwoordletters.
timer
0:30
A
A, B
B
A, C
C
B, B
D
B, A

Slide 11 - Quizvraag

P.97 OPDRACHT 1, NUMMER 6 EN 7
timer
0:30
A
ja, nee
B
nee, ja
C
ja, ja
D
nee, nee

Slide 12 - Quizvraag

p.97, opdracht 1, nummer 8
Heeft dit betoog je overtuigd?
bijvoorbeeld
Ja, want de argumenten die zij geeft zijn herkenbaar voor mij.
Nee, want ze noemt geen negatieve aspecten van de stenen winkels en die zijn er zeker ook.
>>>

Slide 13 - Tekstslide

huiswerk
leer en maak p. 96-101

Let op:
-In je boek staat wellicht op p. 98 boven de tekst
TEKST 4. Dat is een drukfout voor TEKST 2.
-Tekst 2 begint op p.98 en gaat verder op p.99 .

Slide 14 - Tekstslide