-
HOOFDZIN + HOOFDZIN- Je koppelt de zinnen aan elkaar met (nevenschikkende) voegwoorden
Isa bracht de telefoon terug, || maar ze kreeg geen nieuwe.
- Isa bracht de telefoon terug, maar ze geen nieuwe kreeg.
Asima gaat graag naar de gym || en ze zwemt graag.
- Asima gaat graag naar de gym en ze graag zwemt.