week 37 donderdag en vrijdag

MT3D
+ persoonlijke gesprekken: Abdullah, Ninthe, Elena, Iza en Lynn
+ reader keuzebegeleiding (opdracht 1)
+ oefentoets Engels voor TTO
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

MT3D
+ persoonlijke gesprekken: Abdullah, Ninthe, Elena, Iza en Lynn
+ reader keuzebegeleiding (opdracht 1)
+ oefentoets Engels voor TTO

Slide 1 - Tekstslide

M3A
+ lees in je leesboek
+ leesmeters noteren
+ uitleg over Spelling, 4.4 Getallen
+ aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Spelling 4.4 Getallen

+ in een lopende tekst schrijf je getallen tot 20 voluit: vier, zeven etc.
+ de tientallen tot honderd schrijf je ook voluit: zestig, negentig
+ een lange reeks nullen is lastig leesbaar, dus combineer het met cijfers: 17 miljoen, 6 miljard
+ exacte getallen schrijf je altijd als cijfer: 4 graden Celcius, 5% had een onvoldoende
+ tijden schrijf je zowel aaneen als los: halfuur, half uur


Slide 3 - Tekstslide

Spelling 4.4 Getallen
+ ga aan de slag met Spelling 4.4
+ maak onderdeel B

Slide 4 - Tekstslide

MT3D
+ lezen in je leesboek
+ leesmeters noteren
+ uitleg over Spelling, 4.4 Getallen
+ aan de slag

Slide 5 - Tekstslide

Spelling 4.4 Getallen

+ in een lopende tekst schrijf je getallen tot 20 voluit: vier, zeven etc.
+ de tientallen tot honderd schrijf je ook voluit: zestig, negentig
+ een lange reeks nullen is lastig leesbaar, dus combineer het met cijfers: 17 miljoen, 6 miljard
+ exacte getallen schrijf je altijd als cijfer: 4 graden Celcius, 5% had een onvoldoende
+ tijden schrijf je zowel aaneen als los: halfuur, half uur


Slide 6 - Tekstslide

Spelling 4.4 Getallen
+ ga aan de slag met Spelling 4.4
+ maak onderdeel B

Slide 7 - Tekstslide

uitleg letterlijk en figuurlijk taalgebruik
+ als iemand iets zegt, kan dat letterlijk zijn (ik zeg wat ik bedoel)
+ als iemand iets zegt, kan dat figuurlijk zijn (ik zeg iets wat ik niet zo bedoel)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

vaktaal

+ jargon
+ binnen een kleine gemeenschap (school, werk en vrije tijd/hobby)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Geef een voorbeeld van vaktaal.

Slide 12 - Woordweb

creatieve schrijfopdracht
zie PPT

Slide 13 - Tekstslide

2C
+ lees je leesboek
+ leesmeters noteren
+ aan de slag met Spelling 1.4 werkwoorden
+ uitleg Grammatica 1.3 onderwerp

Slide 14 - Tekstslide

Spelling 1.4 werkwoorden
+ aan de slag met Spelling 1.4, deel B
+ eventueel extra uitleg

Slide 15 - Tekstslide

Grammatica 1.3 onderwerp
+ woordsoorten
+ zinsdelen
+ persoonsvorm
+ gezegde

Slide 16 - Tekstslide

Grammatica 1.3
+ de persoonsvorm 'sluit je op'
+ de zinsdelen die overblijven verdeel je opnieuw (alles dat voor de pv kan, is een zinsdeel)

Slide 17 - Tekstslide

Grammatica 1.3
De jongeren [hebben] een kaartje voor Manifest gekocht.
STAP 1: wat is de persoonsvorm?
STAP 2: staan er nog meer werkwoorden in? (= gezegde)
STAP 3: beantwoord de vraag: wie of wat + gezegde?
Wie of wat hebben gekocht? --> de jongeren (= onderwerp)

Slide 18 - Tekstslide

Grammatica 1.3
Mijn moeder [helpt] soms in het ziekenhuis.
STAP 1: wat is de persoonsvorm?
STAP 2: staan er nog meer werkwoorden in? (= gezegde)
STAP 3: beantwoord de vraag: wie of wat + gezegde?
Wie of wat helpt? --> mijn moeder (= onderwerp)

Slide 19 - Tekstslide

aan de slag
+ ga aan de slag met Grammatica 1.3 onderwerp
+ maak onderdeel B, C en D
+ niet af = huiswerk voor week 38

Slide 20 - Tekstslide

Maak een foto van een onderwerp. NIET je klasgenoot! :-)

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide