Samentrekking

samentrekking H 2
Welkom in deze (digitale) les
Fijn dat je er bent!
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

samentrekking H 2
Welkom in deze (digitale) les
Fijn dat je er bent!

Slide 1 - Tekstslide

Welkom in deze les!




Pak je leesboek      Leg je                                                     spullen klaar





Geen telefoon         IPad dicht

Slide 2 - Tekstslide

we starten met stillezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van deze les kun je:
voor- en achterwaartse samentrekkingen op verschillende niveaus herkennen en gebruiken. (woordniveau, zinsniveau, woordgroepsniveau)

Slide 4 - Tekstslide

Wat is eigenlijk een samengestelde zin?

Slide 5 - Open vraag

Het is nu 2022 en we gaan weer naar school.
A
samengestelde zin
B
geen samengestelde zin (dus een enkelvoudige zin)

Slide 6 - Quizvraag

Wat is eigenlijk een samengestelde zin?


Een zin met meer dan 1 persoonsvorm noemen we een samengestelde zin.

Het is nu 2022 en we gaan weer naar school. (zet de zin in een andere tijd en je ziet hoeveel pv's veranderen)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een samentrekking (in een woord of in een zin)? probeer het te omschrijven.

Slide 9 - Open vraag

Hoe kun je dit korter schrijven?
landsgrenzen en provinciegrenzen
(dat noemen we een samentrekking)

Slide 10 - Open vraag

Hoe kun je dit korter schrijven?
nationale wedstrijden en internationale wedstrijden
(dat noemen we een samentrekking)

Slide 11 - Open vraag

Hoe kun je dit korter schrijven?
Marius reed te hard en Marius kreeg daarom een boete. (dat noemen we een samentrekking)

Slide 12 - Open vraag

Samentrekking
Dit betekent eigenlijk gewoon 'korter schrijven' of 'woord(en) weglaten'.


landsgrenzen en provinciegrenzen                                           ->                       
                                                                                              lands- en provinciegrenzen
nationale wedstrijden en internationale wedstrijden       -> 
                                                                                                nationale en internationale wedstrijden
Marius reed te hard en Marius kreeg daarom een boete. -> 
                                                                                               Marius reed te hard en kreeg daarom een boete.


Slide 13 - Tekstslide

Samentrekking
Voorwaartse: het gezamenlijke deel wordt genoemd in het eerste deel en weggelaten in het laatste deel
  • een goedkope armband en een dure armband
  • een goedkope armband en een dure
Achterwaartse: het gezamenlijke deel wordt genoemd in het laatste deel en weggelaten in het eerste deel
  • in voorspoed en tegenspoed
  • in voor- en tegenspoed

Slide 14 - Tekstslide

even oefenen

Slide 15 - Tekstslide

nationale en internationale wedstrijden
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 16 - Quizvraag

lands- en provinciegrenzen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 17 - Quizvraag

Marius reed te hard en kreeg daarom een boete.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 18 - Quizvraag

beroemde zwemmers en schaatsers
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 19 - Quizvraag

in voor- en tegenspoed
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 20 - Quizvraag

Samentrekking
Een samentrekking kan voorkomen op drie niveaus.
  1. woordniveau: je laat een deel van het woord weg en plaatst een streepje (-)
  2. woordgroepsniveau: je laat één of meer woorden weg
  3. zinsniveau: je laat één of meer zinsdelen weg

Slide 21 - Tekstslide

Samentrekking: voorbeelden
Een samentrekking kan voorkomen op drie niveaus.
1. woordniveau: je laat een deel van het woord weg en plaatst een streepje (-)
carnavalsfeesten en -optochten

2. woordgroepsniveau: je laat één of meer woorden weg
gescheiden mannen en vrouwen

3. zinsniveau: je laat één of meer zinsdelen weg
Jolinde gaat op de fiets en Tamar op de scooter
Wij schaatsten en onze kinderen sleeden in die strenge winter elke dag.

Slide 22 - Tekstslide

weer even oefenen

Slide 23 - Tekstslide

Leest je zus eigenlijk liever jeugd- of volwassenliteratuur?
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 24 - Quizvraag

Leest je zus eigenlijk liever jeugd- of volwassenliteratuur?
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 25 - Quizvraag

Ik spaar al jaren cartoons uit het buitenland en strips uit Nederland.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 26 - Quizvraag

Gebruikt u altijd katoenen of papieren zakdoekjes?
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 27 - Quizvraag

Gebruikt u altijd katoenen of papieren zakdoekjes?
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 28 - Quizvraag

Aan het einde van deze les kun je:
voor- en achterwaartse samentrekkingen op verschillende niveaus herkennen en gebruiken

Slide 29 - Tekstslide

Aan het einde van de les stel ik een paar vragen.
Ik laat ze alvast zien, dan kun je daar tijdens het werken rekening mee houden.

Slide 30 - Tekstslide

Exit ticket:
1. Aan welk doel heb je vandaag gewerkt?
2. Wat weet je daar nu over? (minimaal 1 kenmerk)
3. Aan welke opdrachten heb je gewerkt? (bijv opdr 6,7)
4. Welke opdrachten vind je lastig? (bijv opdr 1 en 2)
5. Waar wil je nog extra uitleg over/ waar heb je een vraag over?

Slide 31 - Open vraag

Maak nu:
Hoofdstuk 2
Grammatica
Zinsdelen: samentrekkingen
startopdracht, 1,2,3,4,5 (zie ook planning)
Tip: in Nieuw Nederlands staat ook een uitlegfilmpje
Je hebt dit af voor je op 18 januari de les in komt.



Slide 32 - Tekstslide