13.3 In evenwicht

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

13.3 In evenwicht (deel 1)

Leerdoelen

- Je beschrijft de invloed van het zenuwstelsel en het hormoonstelsel op de homeostase van het inwendige milieu. 

- Je beschrijft de temperatuurregulatie.

Introductie:

Inwendig milieu - Homeostase

Je lichaam probeert je inwendige milieu zo constant mogelijk te houden zodat de omgeving van cellen zo optimaal mogelijk is.

Het vermogen van het lichaam om je inwendige milieu constant te houden heet homeostase.

Inwendig milieu - Homeostase

Hoe?

Lichaam meet continu de waardes met behulp van gespecialiseerde zintuigcellen (receptoren).

Ook heeft het lichaam een bepaalde normwaarden waar het naar streeft.

Regelkring

= effector

Ademprikkel

Hoge CO2 concentratie: ademfrequentie en ademvolume moeten toenemen

Terugkoppeling

Negatieve terugkoppeling = product remt eigen aanmaak (schommeling rond een norm) (meestal het geval!)

Positieve terugkoppeling = product stimuleert eigen aanmaak (er komt meer en meer en meer...) (bijv. bevalling)

Dynamisch evenwicht

Door een regelkring met negatieve terugkoppeling gaan de waarden schommelen rondom de norm = dynamisch evenwicht.

Waarde boven de norm? effectoren zorgen dat de waarde verlaagt (en visa versa). 

Temperatuurregeling

Temperatuurregulatie

BINAS 87B

Glucose-

concentratie

homeostase

i

Zelfstandig werken

Maak paragraaf 13.2 helemaal af en 13.3 t/m opdracht 42.

Klaar? Lees de theorie en ga dan verder vanaf 43.

13.1 t/m 13.3 af? Dan kan je de glucoseconcentratie uitpluizen dmv het oefenblad. 

Helemaal klaar? Dan mag je wat voor jezelf doen -blijf wel zitten

Evaluatie: doelen behaald?

- Je beschrijft de invloed van het zenuwstelsel en het hormoonstelsel op de homeostase van het inwendige milieu.

- Je beschrijft de temperatuurregulatie.