inhoud; les 2 meten met de maatbeker; route C

route C les 2

meten met de maatbeker

Voor deze les heb je de volgende materialen nodig:
- maatbeker 100 ml (15x)
- maatbeker 1000 ml (15x)
- plastic flesje groot (1liter)
- plastic flesje klein (0,5 liter)
- bekertje slagroom 125 ml
- verschillende lege verpakkingen

Let op: Plan deze les in een van onze keukens!!!

- opdrachtenboekje

- kijkblad: Bijlage 1 in opdrachtenboekje

herhaling vorige les

Meer of minder dan een liter?

Kom met de leerlingen op de liter terug.

Was was dat ook alweer?

Hoe heet ook alweer de beker waar je een liter mee kunt aflezen?

Kijk gezamenlijk naar de 3 afbeeldingen.

Wat is meer / minder of misschien wel gelijk?

doel van de les

Na deze les:

-  weet ik wat een dl en ml is.

- kan ik een dl en een ml afwegen met een maatbeker

- kan ik betekenis geven aan de dl en ml voor een later dagelijks gebruik

Wat weet je al?

Wat zit erin? ml of dl?

check of de leerlingen weten wat een ml of en dl is.

Waarschijnlijk vinden ze dat heel moeilijk.

Je kunt met de leerlingen naar de afbeeldingen kijken.

Ook kun je verpakkingen of glazen / bekertjes gebruiken om het te laten zien.

vervolg

We gaan het hebben over de dl

Hoeveel dl past er in een liter?

Wat meet fijner? Met de dl maatbeker of met de liter maatbeker?

nodig: dl en liter maatbeker (uit de keuken) en een emmer water en twee flesjes van verschillende grootte.

Laat de maatbekers zien. Wat zijn de verschillen, wat zijn de overeenkomsten?

Vertel dat het kleine maatje een dl is.

Laat ze schatten hoeveel dl maatbekertjes er in de liter maatbeker gaan.

Giet daarna de dl maatbeker in de liter maatbeker. Herhaal dit totdat de maatbeker vol zit. Turf samen met de leerlingen hoeveel je dit doet.

Laat de leerlingen daarna 2 verschillende flesjes zien.

Welke maatbeker kun je beste gebruiken om te meten?

Hoeveel dl kunnen er in een liter?

Schenk zelf 1 dl in de liter maatbeker.
Maak een foto!!!

nodig: liter maatbekers en emmer met water

Verdeel de leerlingen in groepjes van 4 leerlingen.

Per groepje 1 liter maatbeker.

Schenk zelf 4 dl in de maatbeker.
Maak een foto!

Waar kan ik de dl voor gebruiken?
Denk aan thuis, keuken.

Help de leerlingen bij deze vraag eerst op weg.

Denk eens aan het bereiden van een maaltijd of tijdens het bakken?

vervolg

We gaan het hebben over de ML

Was is dat?

nodig: een bekertje verse slagroom van 125 ml. Een maatbeter.

Vertel aan de leerlingen dat je slagroom hebt gekocht, omdat je iedereen een lepeltje wilt geven voor op de koffie / chocomel?

Hoeveel moet je dan kopen?

Een liter of een deciliter? Of is dat te veel?

Laat het bekertje slagroom zien. Giet de inhoud in de maatbeker?

Hebben we meer of minder dan een dl?

Hoeveel ml zit er in het portje slagroom. Laat de leerlingen de maatbeker aflezen.

125 ml is

1. minder dan een dl
2. ietsje meer dan een dl
3. gelijk aan een dl
4. meer dan een liter

Nu zelf!!!

Millimeter maatbeker vullen!

Kijk naar de volgende recepten.

lezen --> inschenken --> foto sturen

nodig: 4 millimeter maatbekers, emmer water, eventueel een handdoek, voor iedere leerling kijkblad 1 (bijlage 1)

Vertel de leerlingen dat ze bij de volgende 3 dia's drie recepten gaan lezen waarin de millimeter staat.

Vraag de leerlingen om in een groepje van 2 of drie leerlingen de maatbeker te vullen met water tot aan de benodigde hoeveelheid.

Laat ze lezen, inschenken en foto sturen.

Laat de leerlingen steeds van rol wisselen.

Perzikshake
Hoeveel ml magere Yoghurt?

Haringhapje met tortillachips
Hoeveel ml zure room?

Japanse soep met kip
Hoeveel ml kippenvlees?

afsluiting

gokken: hoeveel dl  hoeveel ml?

rood: ml

   geel: 10 dl

   blauw: 1 dl

nodig: 1 soeplepel, 1 flesje water van 1 liter, 1 leeg koffie kopje

Draai met het wiel: Laat de leerling het juiste voorwerp pakken.

Tijd over: Opdrachten uit opdrachtenboekje laten maken, die horen bij deze les.

komende les

Dank voor het meedoen!!!

Volgende les gaan we de liter, de dl en ml omrekenen