H6 Spelling - trema en apostrof

H6 Spelling
In deze les leer je in welke gevallen je een trema of apostrof gebruikt. De theorie die hierbij hoort, vind je op p. 238 van je lesboek. 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H6 Spelling
In deze les leer je in welke gevallen je een trema of apostrof gebruikt. De theorie die hierbij hoort, vind je op p. 238 van je lesboek. 

Slide 1 - Tekstslide

Trema
  • Met een trema geef je aan dat bij die letter een nieuwe klank begint: kopiëren, ideeën, reünie, beëindigen.
  • Je gebruikt alleen een trema als het woord zonder trema         verkeerd kan worden uitgesproken: buiig, gearresteerd, beoefenen.  

Slide 2 - Tekstslide

Trema 
  • Je gebruikt soms in leenwoorden een trema: überhaupt,           glühwein. 
  • Maar dit doe je alleen als dat in de oorspronkelijke taal ook      gebeurt. Je schrijft daarom: opticien, museum, elektricien zonder trema.

Slide 3 - Tekstslide

Trema: meervoud op 'ie'
  • melodie --> melodieën 
  • bacterie --> bacteriën   
  • Als de klemtoon op de 'ie' ligt, zet je 'ën' achter het enkelvoud. Als de klemtoon ergens anders ligt, zet je 'n' achter het enkelvoud. 

Slide 4 - Tekstslide

Noteer het meervoud van 'epidemie'.

Slide 5 - Open vraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
geeist
B
geëist
C
geeïst

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
kopieërt
B
kopieert
C
kopïeert
D
kopiëert

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
ruïne
B
ruine
C
rüine
D
ruinë

Slide 8 - Quizvraag

Apostrof 
  • Je gebruikt een apostrof als één of meerdere letters zijn        weggelaten:  ik heb 't (het) gezien. 
  • Je gebruikt een apostrof voorgaand aan een meervouds-s,  maar alleen als dat nodig is voor de uitspraak:  gorilla's. 

Slide 9 - Tekstslide

Apostrof
  • Je gebruikt een apostrof voorgaand aan een bezits-s, maar      alleen als dat nodig is voor de uitspraak:  Anja's fiets, Kees' fiets.
  • Je gebruikt de apostrof in afkortingen en afleidingen: 30'ers, A4'tje. 

Slide 10 - Tekstslide

Apostrof
  • PSV'er / PSV-speler ? 
  • Als het toegevoegde woorddeel ('er') geen woord is met een eigen betekenis, gebruik je een apostrof. Is het toegevoegde woord wel een woord met een eigen betekenis, gebruik je een koppelteken. 

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
tbs-er
B
tbs'er

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
milieu's
B
milieus

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Johan's commentaar
B
Johans commentaar
C
Johan' commentaar

Slide 14 - Quizvraag

Weet je nu wanneer je een trema of apostrof gebruikt?
Ja, ik snap het
Nee, ik snap het nog niet.

Slide 15 - Poll

Einde
Je maakt deze week de modules Spelling H6 deel 1 + deel 2
Gebruik de theorie in je lesboek of op Beterspellen.nl. 

Vergeet ook je boekopdracht aan het einde van de week niet in te leveren. Deadline = vrijdag voor 17.00 uur

(Toets H5 + H6: week 7)

Slide 16 - Tekstslide