Presentatie geven

Presentatie geven
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Media, Vormgeving en ICTMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Presentatie geven

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

in deze les leer je:
  • Hoe je goed presenteert.
  • Hoe je een goed spiekbriefje maakt.
  • Hoe je goede tips en tops geeft.

Slide 3 - Tekstslide

Je houdt een presentatie over walvissen. je wil een spiekbriefje maken over wat walvissen eten. 
Wat is een goed spiekbriefje?
Dit is een goed spiekbriefje

Slide 4 - Sleepvraag

Spiekbriefje
Schrijf woorden of korte zinnen op een spiekbriefje. Dan kun je snel zien wat je ook alweer moest vertellen. Veel tekst is niet handig, dan ga je voorlezen.

Slide 5 - Tekstslide

Je houdt een presentatie over vulkanen. Je hebt een presentatie op de computer gemaakt en die thuis 2 keer getest. maar op School doet de presentatie het niet. Je presentatie gaat niet door. Wat had je moeten doen?
A
De presentatie op school testen
B
De presentatie op een USB-stick zetten
C
De presentaties in meerdere programma's maken
D
De presentatie meer dan 2 keer moeten testen

Slide 6 - Quizvraag

Testen
Test je presentatie ook altijd in de klas. Doe dit op tijd. Als er dan iets niet werkt, dan kun je er nog iets aan doen.

Slide 7 - Tekstslide

Waar of niet waar:
Het is belangrijk om op 1 plek te blijven staan tijdens je presentatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Bewegen tijdens presenteren
Probeer niet de hele tijd op 1 plek stil te blijven staan, maar loop een beetje heen en weer. Maak ook gebaren tijdens het presenteren. Op die manier houdt je de presentatie boeiend.

Slide 9 - Tekstslide

Je krijgt tips voor je presentatie. Wat zijn goeie tips?
Goeie tips
Geen goeie tips
Friemel niet steeds aan je trui
Praat niet te zacht
Beweeg zo min mogelijk
Praat snel, dan wordt het niet saai
Kijk je publiek aan

Slide 10 - Sleepvraag

Tips
  • Praat niet te snel.
  • Adem rustig en neem af en toe een korte pauze.
  • Het is fijn als je een beetje beweegt tijdens de presentatie.

Slide 11 - Tekstslide

Waar of niet waar:
Je mag geen fouten maken tijdens je presentatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Fouten maken
Fouten maken is oké. Daarom houdt je ook je presentatie, om te oefenen en te leren!

Slide 13 - Tekstslide

Je houdt een presentatie over de maan. Na je presentatie krijg je tips en tops. Wat zijn goede tips en tops?
A
Je presenteerde niet goed
B
Leer je tekst nog iets beter uit je hoofd
C
Je PowerPoint was goed
D
Je kon alle vragen van de klas beantwoorden

Slide 14 - Quizvraag

Tips en tops
Als je alleen zegt of iets goed of niet goed was, ben je niet heel duidelijk. Vertel precies wat je goed of niet goed vond. Hoe duidelijker je bent, hoe beter iemand ervan kan leren.

Slide 15 - Tekstslide

Waar of niet waar:
Tips en tops gaan alleen over wat niet goed ging.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Tips en tops
Tips gaan over wat beter kan.
Tops gaan over wat al goed ging.

Slide 17 - Tekstslide

Je houdt een presentatie over de D-day. Als je de volgende dia wilt laten zien, loop je steeds naar je toetsenbord. Welke tip zou jij goed kunnen gebruiken?
A
Waarom liep je steeds naar het toetsenbord?
B
Je kunt de volgende keer beter geen dia's gebruiken
C
Tik op het digibord in plaats van op het toetsenbord,
D
Je wist niet hoe je naar de volgende dia moest gaan.

Slide 18 - Quizvraag

Goeie tips
Door precies te zeggen wat er niet zo goed ging en wat er dus beter kan, kun je daar direct van leren.

Slide 19 - Tekstslide

Je krijgt de tip om op het digibord te tikken om door te gaan naar de volgende dia. Wat kun je nu het beste antwoorden?
A
Oké
B
Het lukte toch ook gewoon met het toetsenbord?
C
Wat een goede tip, bedankt.
D
Jij deed anders ook dingen niet goed tijdens jouw presentatie

Slide 20 - Quizvraag

Reactie op tips
De tips die je krijgt zijn positief bedoeld. Het is geen kritiek, maar een tip waar jij iets van kunt leren. Bedank daarom altijd netjes voor tips die je krijgt.
Als je een tip gek vindt, kan je om uitleg vragen

Slide 21 - Tekstslide

Waar of niet waar:
Je hoeft niet te zeggen wat goed ging tijdens de presentatie, want dat kan die persoon al.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Over tips en tops
Het is juist ook belangrijk om te zeggen wat er goed ging. Dan weet de ander wat hij goed deed en krijgt hij zelfvertrouwen.

Slide 23 - Tekstslide

Nu zelf aan de slag
Gebruik de presentatie van 2 weken terug.
Vul deze aan met 1 dia, waarop je iets zet over wat niemand nog van jou weet.
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Nu presenteren en feedback geven
- 4 rondes van 3 minuten.
- Elke ronde 1 iemand presenteren in je groepje
- De rest van het groepje schrijft feedback op
- Na elke ronde gaat de volgende presenteren 

Slide 25 - Tekstslide

Ronde 1
1
2
1
2
3
4
3
4
1
2
1
2
3
4
3
4
Bord
timer
3:00

Slide 26 - Tekstslide

Ronde 2
1
2
1
2
3
4
3
4
1
2
1
2
3
4
3
4
Bord
timer
3:00

Slide 27 - Tekstslide

Ronde 3
1
2
1
2
3
4
3
4
1
2
1
2
3
4
3
4
Bord
timer
3:00

Slide 28 - Tekstslide

Ronde 4
1
2
1
2
3
4
3
4
1
2
1
2
3
4
3
4
Bord
timer
3:00

Slide 29 - Tekstslide

Nabespreken
Heb je goede feedback gekregen?
Kun je iets met de feedback van de andere leerlingen?

Slide 30 - Tekstslide