Ordening: Van groot naar klein

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom allemaal!
Let op de volgende punten:
  • Pak je laptop erbij (lesson up app)
  • Schrift en pen voor aantekeningen
  • Mobiel in de tas!

Mooi! Dan gaan we beginnen!

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Examentraining ordening
  • Van groot naar klein


  • Zelfstandig werken opdrachten oefenboek




Slide 3 - Tekstslide

Organismen

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen

1. Ik kan negen levenskenmerken van organismen noemen


Slide 5 - Tekstslide

Wat is een organisme?

Slide 6 - Open vraag

Levenskenmerken
1. Groei: groter en zwaarder
2. Ontwikkeling: verandering bouw
3. Reageren op prikkels: waarnemen
4. Beweging
5. Stofwisseling:

6. Voeding
7. Ademhaling
8. Uitscheiding

9. Voortplanting

Slide 7 - Tekstslide

Bouw van een organisme

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoelen



1. Ik kan de organisatieniveaus binnen een organisme benoemen en beschrijven.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Tekstslide

Weefsel: een groep cellen met eenzelfde vorm en functie

Slide 13 - Tekstslide

 Cellen van planten en dieren

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoel

1. Ik kan de delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies.

Slide 15 - Tekstslide

Dierlijke cel

Slide 16 - Tekstslide

Plantaardige cel

Slide 17 - Tekstslide

Elk celorganel heeft zijn eigen functie
Celwand: Beschermen van de cel en geeft stevigheid
Celmembraan: Het wel of niet doorlaten van de stoffen
Celkern: Regelt alles wat er in een cel gebeurt.
Vacuole: zorgt voor stevigheid
Bladgroenkorrel: Zorgt voor energierijke stoffen (fotosynthese)
Cytoplasma: Stroperige vloeistof 

Slide 18 - Tekstslide

Plastiden

Slide 19 - Tekstslide

OVEREENKOMSTEN


Cytoplasma

Celmembraan

Celkern

(kernmembraan)



VERSCHILLEN


Vacuole

Celwand

Bladgroenkorrels/Plastiden

Slide 20 - Tekstslide

Mitose: Gewone celdeling
Gewone celdeling = mitose
Celdeling waarbij geslachtscellen ontstaan = meiose

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoel

1. Ik kan beschrijven hoe een gewone celdeling (mitose) verloopt, wat het doel van de mitose is en wat de kenmerken ervan zijn.

Slide 22 - Tekstslide

Uit hoeveel chromosomen bestaan een menselijke lichaamscel?

Slide 23 - Open vraag

De mens
Is opgebouwd door heleboel cellen en maakt altijd nieuwe lichaamscellen:
  • groeien
  • oude cellen gaan dood
  • beschadiging

Slide 24 - Tekstslide

Mitose
  • Mitose is een gewone celdeling.
  • Daarbij verdubbelen de chromosomen in de celkern.
  • Dit is zichtbaar doordat chromosomen zich spiraliseren.
  • De identieke chromosomen verdelen zich -> kerndeling
  • Cel deelt zich -> celdeling
  • Plasmagroei -> 2 cellen van gelijke grote kunnen evt. weer delen.

Slide 25 - Tekstslide

1. Kerndeling 2. Celdeling 3. Plasmagroei

Slide 26 - Tekstslide

Mitose in stappen:

1 Als een cel niet deelt, zijn de chromosomen niet te zien. Van elke DNA-keten ontstaat een kopie. 
2 Aan het begin van de celdeling worden de DNA-ketens korter en dikker
3 De chromosomen gaan in het midden van de cel liggen. De twee DNA-ketens van elk chromosoom gaan uit elkaar
4 Het origineel en de kopie van elke DNA-keten zijn elk naar een andere kant van de cel getrokken
5 Er ontstaan twee kernen en twee celmembranen tussen de kernen
6 Er zijn twee cellen ontstaan. De DNA-ketens zijn niet meer zichtbaar

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Mitose:
Reductiedeling

Slide 29 - Tekstslide

Lesdoel
1. Ik kan beschrijven hoe een reductiedeling (meiose) verloopt, wat het doel van de meiose is en wat de kenmerken ervan zijn.
2. Ik kan de verschillen in de bouw van zaadcellen en eicellen noemen.
3. Ik kan beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen.

Slide 30 - Tekstslide

Uit hoeveel chromosomen bestaan een geslachtscel?

Slide 31 - Open vraag

  • Groot
  • Bevat reservevoedsel
  • Klein
  • Zweepstaart
Via de eicel en spermacel worden alle erfelijke eigenschappen doorgegeven

Slide 32 - Tekstslide

Meiose
Meiose
Mitose

Slide 33 - Tekstslide

Reductiedeling (meiose)


Bij meiose worden de geslachtscellen gemaakt.

Slide 34 - Tekstslide

Geslachtschromosomen 
Bepaald het geslacht!

Slide 35 - Tekstslide

Geslachtschromosomen bij de bevruchting
Eicel
X
Spermacel
X
Y
Of

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

0

Slide 39 - Video

Je lichaam in getallen

Slide 40 - Tekstslide

Lesdoelen

1. Ik kan berekeningen uitvoeren met gegevens over het menselijk lichaam.



Slide 41 - Tekstslide

Rekenen met het menselijk lichaam
Je hart klopt ongeveer 60 keer per minuut.
  • Hoeveel keer is dat per uur?
  • Hoeveel keer is dat per dag?
  • Hoeveel keer is dat per week?
  • Hoeveel keer is dat per jaar?

Slide 42 - Tekstslide

BMI
 (Body Mass Index)

Met het BMI wordt de verhouding van je lengte en gewicht gemeten: 

BMI = gewicht in kg:(lengte*lengte in meter). 


Slide 43 - Tekstslide

Gezond gewicht
BMI = gewicht / lengte2 (kg/m2)

<20 : ondergewicht
20-25: gezond gewicht
25-30: overgewicht
30-35: obesitas
>35: morbide obesitas


Slide 44 - Tekstslide

Meneer de Vries is 85kg. Hij is 1 meter en 84cm lang. Zijn BMI wordt zo berekend: 85 : (1.84*1.84)= 25.1.
Heeft meneer Vries een gezond gewicht?

Slide 45 - Open vraag

Slide 46 - Video

Aan de slag!
Oefenboek examen:

Vanaf blz. 16 opdr. 16 t/m 37

Slide 47 - Tekstslide

Nabespreking:

  • Zijn er nog vragen?

  • Hoe vonden jullie de les?

Slide 48 - Tekstslide

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 49 - Tekstslide