Het onderwerp

Wat is nou het onderwerp?
Hoe vind ik het onderwerp?
Het onderwerp
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is nou het onderwerp?
Hoe vind ik het onderwerp?
Het onderwerp

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp
Het onderwerp geeft aan wie iets doet.
Ik zit op de stoel.
Wie zit op de stoel? --> ik 
                                                 ik = onderwerp


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp:

Ik lust graag cake

A
lust
B
ik
C
cake
D
graag

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het onderwerp
Jij snapt dit goed
A
Jij
B
snapt
C
dit
D
goed

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

persoonsvorm+ onderwerp 
persoonvorm ( vorige les) 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm?
Wat is een persoonsvorm?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PERSOONSVORM


- De persoonsvorm is altijd een werkwoord



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een persoonsvorm?
Er zijn 2 manieren om de persoonsvorm te vinden:
  1. Maak een vraagzin
  2. Verander de tijd van de zin.

Hij drinkt 6 bier op de fiets 
Persoonsvorm= 
Onderwerp (wie/wat) = 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Die chick
wil
een relatie.

Slide 9 - Sleepvraag

3 minuten
Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Wie
heeft
jou
gisteren
geholpen?

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Ik
loop
naar
school.
persoonsvorm

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn broer
had
een auto
gekocht.

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn moeder
heeft
mijn brood
gesmeerd

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

nu tegelijk
onderwerp ( wie/ wat?) 
persoonsvorm  ( eerste werkwoord in de zin) 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De koning spreekt Chinees.
De koning
spreekt
Chinees
Onderwerp
persoonsvorm

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm en wat is het onderwerp?
Onze kat
vindt
verse vis het lekkerste.
Persoonsvorm
Onderwerp

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken in je boek
opdracht 7 bladzijde 60 

let op! je moet hier het onderwerp+ persoonsvorm aangeven. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies