Herhalen hoofdstuk 6 - 3GT

Herhalen hoofdstuk 6 - 3GT
Productie en markt
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhalen hoofdstuk 6 - 3GT
Productie en markt

Slide 1 - Tekstslide

Natuur
Arbeid
Kapitaal
Ondernemerschap
Pacht
Loon
Winst
Rente
Huur

Slide 2 - Sleepvraag

Je koopt een laptop voor €650. Deze laptop gaat vijf jaar mee. Na vijf jaar heeft de laptop nog een inruilwaarde van €125. Wat zijn de afschrijvingskosten per jaar?
A
€130
B
€525
C
€105
D
€100

Slide 3 - Quizvraag

De consumentenprijs voor een paar schoenen is 155,98. Hoeveel bedraagt dan de verkoopprijs?
A
€155,98
B
€128,90
C
€188,74
D
€27,07

Slide 4 - Quizvraag

Jannie gaat armbandjes verkopen. Het materiaal van de armbandjes kosten 3 euro per stuk. Ze besluit dat de armbandjes een verkoopprijs krijgen van €7 per stuk. De consumenten betalen uiteindelijk €8,47 per stuk. Haar eerste maand verkoopt ze 18 armbandjes.

Hoeveel omzet heeft Jannie behaald?
A
€152,46
B
€126
C
€54
D
€72

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de brutowinstopslag?
A
De inkoopprijs
B
De winst die de ondernemer heeft verdiend.
C
Het bedrag dat je bij de inkoopprijs optelt.
D
Wat de klant moet betalen.

Slide 6 - Quizvraag

Voor welke twee aspecten is de brutowinstopslag bedoeld?

Slide 7 - Open vraag

Wat is een concrete markt?
A
Woningmarkt
B
De wereldmarkt voor olie
C
De arbeidsmarkt
D
Geen van allen

Slide 8 - Quizvraag

Hoe noemen we het snijpunt van de vraag- en aanbodlijn?
A
Evenwichtsprijs
B
Evenwichtshoeveelheid
C
Marktevenwicht
D
Aanbod evenwicht

Slide 9 - Quizvraag

Met welk onderdeel kun je je marktaandeel berekenen?
A
Omzet
B
Afzet
C
Omzet & afzet
D
Geen van allen

Slide 10 - Quizvraag

Tot welk soort kosten behoort loon van flexwerkers?
A
Vaste kosten
B
Variabele kosten

Slide 11 - Quizvraag

Tot welk soort kosten behoort de afschrijvingen van een gebouw?
A
Vaste kosten
B
Variabele kosten

Slide 12 - Quizvraag

Door welke factoren kan de arbeidsproductiviteit toenemen?

Slide 13 - Open vraag

Door welke factoren wordt de productiecapaciteit bepaald? Noem er twee van de drie.

Slide 14 - Open vraag