Fase en fase overgangen
Wat is de fase-overgang van een vaste naar een vloeibare toestand?
A
Verdampen
B
Stollen
C
Smelten
D
Condenseren
1 / 30
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Wat is de fase-overgang van een vaste naar een vloeibare toestand?
A
Verdampen
B
Stollen
C
Smelten
D
Condenseren
Slide 1 - Quizvraag
Hoe wordt de fase-overgang van een vloeistof naar een gas genoemd?
A
Stollen
B
Condenseren
C
Verdampen
D
Smelten
Slide 2 - Quizvraag
Er zijn zes fase-overgangen.
Plaats telkens de juiste beschrijving naast de fase-overgangen.
stollen/bevriezen
smelten
verdampen
condenseren
vast naar vloeibaar
vloeibaar naar gasvormig
gasvormig naar vloeibaar
vloeibaar naar vast
Slide 3 - Sleepvraag
Hoe heten de fase-overgangen?
smelten
stollen
verdampen
condenseren
Slide 4 - Sleepvraag
Hoe wordt de fase-overgang genoemd als je ijsklontjes maakt?
A
Stollen
B
Condenseren
C
Verdampen
D
Smelten
Slide 5 - Quizvraag
Hoe wordt de fase-overgang genoemd als een plas water na een tijdje weer weg is
A
Stollen
B
Condenseren
C
Verdampen
D
Smelten
Slide 6 - Quizvraag
Hoe wordt de fase-overgang genoemd als er op een bril vochtdruppels komen
A
Stollen
B
Condenseren
C
Verdampen
D
Smelten
Slide 7 - Quizvraag
Hoe wordt de fase-overgang als je bij het tanken benzine ruikt
A
Stollen
B
Condenseren
C
Verdampen
D
Smelten
Slide 8 - Quizvraag
Welke fase heeft benzine als je het ruikt?
A
vast
B
vloeibaar
C
gasvormig
Slide 9 - Quizvraag
Welke fase heeft kaarsvet na het stollen
A
vast
B
vloeibaar
C
gasvormig
Slide 10 - Quizvraag
Welke fase heeft ijs na het smelten
A
vast
B
vloeibaar
C
gasvormig
Slide 11 - Quizvraag
Welke fase heeft water als je het kookt
A
vast
B
vloeibaar
C
gasvormig
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Zet de volgende processen van de lange waterkringloop in de juist volgorde
1
2
3
4
wolkenvorming
neerslag
condensatie
Verdamping
Slide 14 - Sleepvraag
Verdamping
Korte kringloop
Condensatie
Lange kringloop
Slide 15 - Sleepvraag
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Sleep de woorden naar de juiste plek.
verdampen
neerslag
wolkvorming
condenseren
grondwater
Slide 16 - Sleepvraag
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Welk woorden horen op de lege plek? Sleep de woorden naar het rode vak.
verdampen
condenseren
de neerslag
de waterdamp
Slide 17 - Sleepvraag
Goud heeft een smeltpunt van 1064 graden en een kookpunt van 2860 graden. Welke fase heeft goud bij een temperatuur van 2880 graden?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
massa is een
timer
0:10
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 21 - Quizvraag
Massa bepaal je met een
A
liniaal
B
geodriehoek
C
weegschaal
D
maatcilinder
Slide 22 - Quizvraag
Wat heeft de grootste massa?
A
een kilo zilver
B
een kilo veren
C
twee kilo veren
Slide 23 - Quizvraag
De eenheid van massa is ....
A
g
B
kg
C
m
D
m3
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
De formule voor volume is...
A
l x b x h
B
m/v
C
p x v
Slide 26 - Quizvraag
beginstand: 15 mL
eindstand: 24 mL
Wat is het verschil in volume?
eindstand: 24 mL
Wat is het verschil in volume?
A
10 cm3
B
14 cm3
C
9 cm3
D
11 cm3
Slide 27 - Quizvraag
Het is -45 C.
Welke fase heeft kwik?
Welke fase heeft kwik?
A
Vloeibaar
B
Vast
C
Gas
D
Geen van allen
Slide 28 - Quizvraag
Het is 1000 C.
welke fase heeft lood?
welke fase heeft lood?
A
Vloeibaar
B
Vast
C
Gas
D
Geen van allen
Slide 29 - Quizvraag
Wat is géén faseovergang
A
verdampen
B
stollen
C
condenseren
D
verbranden
