Benoem welke intervallen er bij 1, 2 en 3 te zien zijn/hoorbaar zijn
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Woordweb
A
Grondtoon
B
Terts
C
Kwint
Slide 9 - Quizvraag
Tekst
1.Selecteer de noten waar de viool een versiering speelt.
2.In welke toonsoort staat het fragment? Je kan de antwoorden van deze vragen straks invullen
1-10
Slide 10 - Sleepvraag
In welke toonsoort staat het fragment?
Slide 11 - Open vraag
Geef de technische term voor het ritmische verschijnsel in maat 5.
Je hoort het fragment één keer
Slide 12 - Tekstslide
1-12
Slide 13 - Woordweb
1-15
We vergelijken twee fragmenten. Het tweede fragment is tevens het slot. Noem twee verschillen tussen beide fragmenten. Ga bij je antwoord uit van het tweede fragment. Je hoort eerst fragment 1, daarna fragment 2, en dit twee keer.