Regels voor de activa en passiva 1 (Havo H32)

Havo H32  Regels voor de activa 

§1 Waarderingsgrondslagen
§2 Vaste activa
§3 Vlottende activa 

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Havo H32  Regels voor de activa 

§1 Waarderingsgrondslagen
§2 Vaste activa
§3 Vlottende activa 

Slide 1 - Tekstslide

32.1 Waarderingsgrondslagen
De waarderingsgrondslag: de wijze waarop activa in de externe balans worden gewaardeerd. 
  • Toegestaan voor de vlottende activa is de verkrijgingprijs: de inkoopprijs plus bijkomende kosten: het werkelijk betaalde bedrag → historische aanschafprijs. 
  • Voor de vaste activa is de actuele waarde de andere toegestane waarderingsgrondslag. De actuele waarde is de waarde op het waarderingsmoment →  herwaardering

Slide 2 - Tekstslide


Slide 3 - Open vraag

Immateriële vaste activa
Activa die je niet kunt zien of aanraken maar wel een waarde hebben. 

  • R&D: kosten van onderzoek en ontwikkeling
  • concessie: recht om iets te exploiteren (gasveld, 4G-netwerk)
  • vergunning: recht plaatsing verkoopkraam
  • licentie: recht om een door een ander bedrijf ontwikkelde toepassing of product te gebruiken en exploiteren.
  • goodwill: overnameprijs van een onderneming - eigen vermogen (vergoeding voor de goede reputatie van de onderneming)

Slide 4 - Tekstslide

Ga nu maken:
Opgave 32.5

Slide 5 - Tekstslide

Materiële vaste activa
  • Gebouwen
  • Installaties
  • Machines
  • Auto's 
  • Inventaris
  • Grond

Slide 6 - Tekstslide

Balansmutatie: Vaste activa daalt en E.V. daalt
 W&V-rekening mutatie: afschrijvingskosten
Afschrijving per periode 
("met een vast percentage van de aanschafprijs"):
(A-R) / N
A=aanschafprijs incl. bijkomende kosten
R= restwaarde
N= aantal perioden (economische levensduur)
 

Afschrijven:

Slide 7 - Tekstslide

Ga nu maken:
Opgave 32.6

Slide 8 - Tekstslide

Financiële vaste activa 
  • Deelnemingen: bij kapitaalverschaffing (aandelen kopen in ander bedrijf) én duurzame band én gericht op eigen werkzaamheden
  • Vorderingen op groepsmaatschappijen 
  • Effecten (als belegging langer dan een jaar is)



Slide 9 - Tekstslide

5% of meer van de aandelen in bezit: meldingsplicht
> 50% bezit van de aandelen: meerderheidsbelang
< 50% bezit van de aandelen: minderheidsbelang

> 50% zeggenschap  of  meer dan de helft v.d. bestuurders of commissarisen benoemen = dochtermaatschappij

Slide 10 - Tekstslide

32.3 Vlottende activa
  • voorraden (tegen historische uitgaafprijs)
- gereed product, onderhanden werk, grond- en hulpstoffen
  • vorderingen
  • overlopende activa (nog te ontvangen/vooruitbetaalde bedragen)
  • effecten (tijdelijk overtollig vermogen)
  • liquide middelen

Slide 11 - Tekstslide

Deelnemingen of effecten?

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn materiële vaste activa?
A
Gebouwen, deelneming en goodwill
B
Gebouwen, inventaris en auto
C
Auto, grond en deelneming
D
Grond, gebouwen en goodwill

Slide 13 - Quizvraag

Deelnemingen, horen bij de:
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquiditeiten

Slide 14 - Quizvraag

Een licentie is:
A
het recht om een bepaald gebied te exploiteren
B
Kosten van product-ontwikkeling
C
De overnameprijs van een bedrijf
D
exploitatie van een door een ander bedrijf ontwikkeld product

Slide 15 - Quizvraag

Het doel van een deelneming is:
A
Langdurige samenwerking gericht op eigen werkzaamheden
B
Winst maken als je het weer verkoopt
C
Beleggen van overtollige kasmiddelen
D
Zeggenschap krijgen in een ander bedrijf

Slide 16 - Quizvraag

Voorraden kunnen gewaardeerd worden tegen:
A
historische uitgaafprijs
B
actuele waarde
C
vervaardigingsprijs
D
alle drie

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide