3.3 energierijke stoffen

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

even herhalen 
3.1 en 3.2

Slide 2 - Tekstslide

De hoeveelheid zuurstof in de lucht is een _________ factor
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 3 - Quizvraag

Concurrentie is een ___________ factor
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 4 - Quizvraag

voorjaarsbloeiers
Klimplanten
wortelrozetten
woestijnplanten
bloeien voordat er bladeren aan de bomen komen
zorgen ervoor dat de planten genoeg ruimte voor zichzelf hebben, zodat hij genoeg mineralen en water tot zijn beschikking heeft. 
groeit langs de boomstam richting het licht.
hebben aanpassingen om waterverlies tegen te gaan. (bijna geen bladeren, dikke waslaag, of een dikke bladeren 

Slide 5 - Sleepvraag

Een mens heeft
A
knipkiezen en hoektanden
B
knobbelkiezen, hoektanden en snijtanden
C
richelkiezen en snijtanden

Slide 6 - Quizvraag

Wat is c? Waar vervoert het stoffen naartoe?
A
houtvat, omhoog
B
bastvat, omhoog
C
houtvat, naar beneden
D
bastvat, naar beneden

Slide 7 - Quizvraag

Houtvat zorgt voor transport van?
A
water en glucose
B
assimilatieproducten
C
water en voedingszouten
D
water en zuurstof

Slide 8 - Quizvraag

Een plant neemt stoffen op uit de omgeving. Welke drie stoffen neemt een plant uit de omgeving op?
A
koolstofdioxide, lucht, mineralen
B
water, mineralen, koolstofdioxide
C
glucose, koolstofdioxide, water
D
mineralen, water, zuurstof

Slide 9 - Quizvraag

Voortplanting
Bloem
Stengel
Wortel
Water opnemen
voedsel maken
Blad
water vervoeren

Slide 10 - Sleepvraag

Welk nummer zijn
de bastvaten?

Wat vervoeren bastvaten?

A
2, water en suiker
B
2, water en mineralen
C
3, water en suiker
D
3, water en mineralen

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

3.3 energierijke stoffen

Slide 13 - Tekstslide

Hoe komt een plant aan energie
Welke vormen van energie kennen we?
welke vormen kan je bij de mens zien?
Welke kan je bij een plant zien?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 9
A. Soms hebben boeren last van rupsen die de bladeren van erwtenplanten opeten. Hoe hebben die rupsen invloed op de erwtenoogst van de boer?

B. Af en toe zijn er zomers met weinig zon. Wat kan de akkerbouwer dan verwachten van de erwtenoogst? Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Tekstslide

Welke gassen gaan het blad in en uit?
in het licht: 
CO2 de plant in
O2 de plant uit

in het donker:
CO2 de plant uit
02 de plant in

Slide 19 - Tekstslide

vraag 16
Een paprikaplant verbrandt overdag en ’s nachts evenveel glucose.
In het diagram staat hoeveel zuurstof een plant per uur opneemt of afgeeft bij verschillende hoeveelheden licht.
  • ’s Nachts neemt de plant ........
 ml zuurstof per uur op uit de lucht.
  • Overdag geeft de plant .......
mL zuurstof af aan de lucht.
  • Overdag maakt de plant dus.......
mL zuurstof bij de fotosynthese





Slide 20 - Tekstslide

opdrachten maken

Slide 21 - Tekstslide

Waarvoor gebruiken planten glucose?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Bol
Knol

Slide 24 - Tekstslide

Zaden

Slide 25 - Tekstslide

Vraag 20
A: Speenkruid groeit vaak onder bomen en struiken. Het plantje bloeit al heel vroeg in het voorjaar. Leg uit waarvoor het belangrijk is dat speenkruid zo vroeg bloeit.

B: Aan de wortels van speenkruid zitten knolletjes. Deze knolletjes zijn na de bloei veel kleiner. Leg uit hoe dat komt.

Slide 26 - Tekstslide

Wat eet je van een plant?
Bladeren, stengels, wortels, vruchten,
bloemen, zaden

Ene soort korrel kan overgaan in 
andere soort korrel

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Huiswerk maken en nakijken

Slide 29 - Tekstslide