Identiteit van een Europees land

Welkom!
Aardrijkskunde
Periode 4
T3
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Aardrijkskunde
Periode 4
T3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DE VORIGE KEER
De identiteit van Nederland
Nationaal
Regionaal
Lokaal

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een onderdeel van de nationale identiteit van Nederland?
A
Zeeuwse bolussen & Hunebedden
B
Het straatfeest & de skatebaan
C
fietsen, Sinterklaas & Koningsdag

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is onderdeel van de regionale identiteit?
A
fietsen, Sinterklaas & Koninsdag
B
Het straatfeest & de skatebaan
C
Zeeuwse bolussen & de Hunebedden

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is onderdeel van de lokale identiteit?
A
Zeeuwsebolussen & de Hunebedden
B
fietsen, Sinterklaas & Koningsdag
C
Het straatfeest & de skatebaan

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Link

De hele Padlet bekijken nu die ook is aangevuld door de ander klas
LEERDOELEN DEZE LES
  • Leerling kent factoren waaraan ze een land kunnen typeren.
  • Leerling weet hoe je Nederland en België kunt typeren. 
  • Je begrijpt dat het moeilijk is om uit te leggen wat precies de Nederlandse en Belgische identiteit is.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan je een land typeren?
1. Politiek 


2. Economie


3. Cultuur

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Politiek 
Niet elk land heeft hetzelfde politieke stelsel

Voor Nederland geldt:
  • Nederland is een Democratie: inwoners hebben inspraak
  •  Nederland is een Koninkrijk
  • Nederland is zelfstandig en onafhankelijk

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Economie
Inwoners van een land ontvangen salaris, betalen belastingen en  kopen boodschappen; Welvaart

Welvaart kan per land en per regio verschillen

In Nederland is er verschil tussen de Randstad en het platteland


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Cultuur
Elk land heeft zijn eigen cultuur en tradities

Typisch Nederlands is bijvoorbeeld:
 
  • Sintklaas vieren op 5 december
  • Op de fiets naar je werk
  • Oliebollen eten met oude en nieuw

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is nog meer typisch Nederlands? (politiek, economie, cultuur)

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht straks
Je onderzoekt de wat een ander Europees land typeert.  Politiek, economisch (welvaart) & Cultureel (tradities)

Ik geef eerst een voorbeeld: België

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

België
Politiek: België is net als Nederland zelfstandig en onafhankelijk
Economie: Er zijn verschillen in welvaart; Vlaanderen is rijker dan Wallonië.
Cultuur: Er worden 3 verschillende talen gesproken: Nederlands, Frans en Duits. Op 21 juli is de nationale feestdag waarop ze de onafhankelijkheid vieren. En België staat bekend om zijn chocolade

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
In breakoutrooms onderzoek je in drietallen een land.

Je zoekt informatie over de politiek (stelsel), economie (welvaart) en cultuur (tradities).

Je pint je bevindingen in de padlet: https://padlet.com/mvanzijl1/ae2epzrij4ho71c4

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DEZE LES:
  • Hebben we de identiteit van andere landen verkend aan de hand van hun politiek, economie en cultuur. 


  • Het vergelijken van identiteiten 
DE VOLGENDE LES

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies