Mavo 4 dinsdag 9 april 2024 (MeeM): lezen

Bienvenue au cours de français!




mardi 9 avril
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue au cours de français!




mardi 9 avril

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les buts d'aujourd'hui
-  Je oefent met / verbetert je leesvaardigheid. 



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aujourd'hui
- Lezen                                                                           50'
- Terugblik                                                                       3'

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les devoirs
- Faire:  CSE 2018 t/m vraag 22
- Apprendre: chapitre 5 voc A (fn)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2022-2023

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting verhaal
Julius Caesar valt met zijn leger Romeinen Brittannië binnen. Hij kan het hele land veroveren, behalve 1 klein dorpje dat zich blijft verzetten, maar de dorpelingen kunnen niet veel langer weerstand bieden tegen de Romeinen. Onder hen is ook de koningin van Brittanië (Engeland). Daarom roept zij de hulp in van haar raadsheer, Jolitorax. Deze gaat hulp te gaan halen bij zijn neef: Asterix.... zij hebben immers toverdrank...... hoe het verder gaat....kijk zelf maar.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Astérix et ses amis

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Obélix                       Panoramix               Astérix

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Astérix est plus petit qu'Obelix

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

CSE 2018
vraag 17
vraag 19 
vraag 21

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 17

Slide 14 - Tekstslide

A
Vraag 19

Slide 15 - Tekstslide

D
Vraag 21

Slide 16 - Tekstslide

C

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Van welke werkwoorden kom je vaak werkwoordsvormen tegen?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Au travail
- CSE 2018 verder maken (eindexamensite --> Magister)

- Chapitre 5: intro (ex. 1 t/m 4)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les devoirs
- Réviser: chapitre 5 voc A (fn) blz. 172
- Faire: intro chapitre 5 (= ex. 1 t/m 4)
- Faire: CSE 2018 t/m vraag 32

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulaire - Betekenis raden
Je hoeft niet alle Franse woorden te kennen om een tekst te kunnen begrijpen. Soms kun je raden wat een woord betekent. Er zijn vier manieren:

- Je herkent een (bijna) Nederlands woord.
- Je herkent een woord uit een andere taal.
- Je herkent in het woord een bekend woorddeel.
- Je kunt de betekenis afleiden uit de zin of uit de tekst eromheen.












Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulaire - Betekenis raden
Pas als je met deze manieren niet verder komt, gebruik je een woordenboek.
Manier 1: Je herkent een (bijna) Nederlands woord.
Quel est ton numéro de téléphone?                    In numéro de téléphone herken je het Nederlandse woord telefoonnummer.
Manier 2: Je herkent een woord uit een andere taal.
J’ai une question.                                          Je herkent het Engelse woord. Het Franse woord question betekent vast vraag.
Manier 3: Je herkent in het woord een bekend woorddeel.
Il a grandi à Paris.                                 Je herkent het woord grand. Grandir moet wel opgroeien / groot worden betekenen.
                                                                 










Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulaire - Betekenis raden
Manier 4: Je kunt de betekenis afleiden uit de zin of uit de tekst eromheen.
Amsterdam est la capitale des Pays-Bas.                                                                 Capitale moet wel hoofdstad betekenen.











Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulaire-  Woordenboek
Je gebruikt een woordenboek als je de betekenis van een Frans woord of de vertaling van een Nederlands woord wilt opzoeken. De woorden in het woordenboek staan op alfabetische volgorde.
Tips
- Als je een zelfstandig naamwoord opzoekt, vind je altijd het enkelvoud. Als je de vertaling
   van gâteaux wilt weten, kijk je dus bij gâteau.
- Als je een werkwoord opzoekt, vind je altijd het hele werkwoord, bijvoorbeeld chercher.
   Je cherche (ik zoek) staat niet in het woordenboek.
- Als je een bijvoeglijk naamwoord opzoekt, zoek je altijd de mannelijke vorm, bijvoorbeeld
   petit. 'Petite' staat niet in het woordenboek.









Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulaire-  Woordenboek
In het woordenboek vind je de betekenis van woorden. Maar let op: sommige woorden hebben meer dan één betekenis. Die worden in het woordenboek genummerd. De betekenis die het meest voorkomt, staat vooraan.

Kijk dus eerst altijd goed naar de verschillende betekenissen en kies daarna pas de juiste vertaling. Maar er staat nog veel meer in. 

Je kunt ook zien wat het geslacht is van een zelfstandig naamwoord (le of la). Achter een mannelijk woord (le) staat m, achter een vrouwelijk woord (la) staat v. 

Als een woord alleen in het meervoud voorkomt, staat er m mv (mannelijk meervoud) of v mv (vrouwelijk meervoud).

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen - Stappenplan lezen
Ga je een tekst lezen? Gebruik dan het volgende stappenplan.

Stap 1 Oriënterend lezen --> Lees eerst de titel en kijk naar de afbeeldingen. Nu kun je vaak voorspellen wat het onderwerp van de tekst is. Kijk ook wat voor soort tekst het is.
Stap 2 Globaal lezen --> Lees de inleiding en het slot, de tussenkopjes en de eerste en laatste zin van iedere alinea.
Stap 3 Intensief lezen -->  Lees nu de rest van de tekst.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer drie dingen die je hebt geleerd deze les?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer twee dingen die je nog zou willen leren?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je deze les?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Au revoir!!

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies