Mavo 4 vrijdag 5 april 2024 (MeeM): lezen

Bienvenue au cours de français!




vendredi 5 avril
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue au cours de français!




vendredi 5 avril

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les buts d'aujourd'hui
-   



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aujourd'hui
- Lezen                                                                           50'
- Terugblik                                                                       3'

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les devoirs
Faire:  CSE 2018 t/m vraag 16

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CSE 2018
Vraag 6
Vraag 8 
Vraag 12

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

6. B

Slide 7 - Tekstslide

8. A

Slide 8 - Tekstslide

12. A

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Van welke werkwoorden kom je vaak werkwoordsvormen tegen?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Au travail
- CSE 2018 verder maken (eindexamensite --> Magister)

- Chapitre 5: intro (ex. 1 t/m 4)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les devoirs
- Apprendre: chapitre 5 voc A (fn) blz. 172
- Faire: CSE 2018 t/m vraag 22
- Faire: intro chapitre 5 (= ex. 1 t/m 4)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulaire - Betekenis raden
Je hoeft niet alle Franse woorden te kennen om een tekst te kunnen begrijpen. Soms kun je raden wat een woord betekent. Er zijn vier manieren:

- Je herkent een (bijna) Nederlands woord.
- Je herkent een woord uit een andere taal.
- Je herkent in het woord een bekend woorddeel.
- Je kunt de betekenis afleiden uit de zin of uit de tekst eromheen.












Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulaire - Betekenis raden
Pas als je met deze manieren niet verder komt, gebruik je een woordenboek.
Manier 1: Je herkent een (bijna) Nederlands woord.
Quel est ton numéro de téléphone?                    In numéro de téléphone herken je het Nederlandse woord telefoonnummer.
Manier 2: Je herkent een woord uit een andere taal.
J’ai une question.                                          Je herkent het Engelse woord. Het Franse woord question betekent vast vraag.
Manier 3: Je herkent in het woord een bekend woorddeel.
Il a grandi à Paris.                                 Je herkent het woord grand. Grandir moet wel opgroeien / groot worden betekenen.
                                                                 










Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulaire - Betekenis raden
Manier 4: Je kunt de betekenis afleiden uit de zin of uit de tekst eromheen.
Amsterdam est la capitale des Pays-Bas.                                                                 Capitale moet wel hoofdstad betekenen.











Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulaire-  Woordenboek
Je gebruikt een woordenboek als je de betekenis van een Frans woord of de vertaling van een Nederlands woord wilt opzoeken. De woorden in het woordenboek staan op alfabetische volgorde.
Tips
- Als je een zelfstandig naamwoord opzoekt, vind je altijd het enkelvoud. Als je de vertaling
   van gâteaux wilt weten, kijk je dus bij gâteau.
- Als je een werkwoord opzoekt, vind je altijd het hele werkwoord, bijvoorbeeld chercher.
   Je cherche (ik zoek) staat niet in het woordenboek.
- Als je een bijvoeglijk naamwoord opzoekt, zoek je altijd de mannelijke vorm, bijvoorbeeld
   petit. 'Petite' staat niet in het woordenboek.









Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulaire-  Woordenboek
In het woordenboek vind je de betekenis van woorden. Maar let op: sommige woorden hebben meer dan één betekenis. Die worden in het woordenboek genummerd. De betekenis die het meest voorkomt, staat vooraan.

Kijk dus eerst altijd goed naar de verschillende betekenissen en kies daarna pas de juiste vertaling. Maar er staat nog veel meer in. 

Je kunt ook zien wat het geslacht is van een zelfstandig naamwoord (le of la). Achter een mannelijk woord (le) staat m, achter een vrouwelijk woord (la) staat v. 

Als een woord alleen in het meervoud voorkomt, staat er m mv (mannelijk meervoud) of v mv (vrouwelijk meervoud).

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen - Stappenplan lezen
Ga je een tekst lezen? Gebruik dan het volgende stappenplan.

Stap 1 Oriënterend lezen --> Lees eerst de titel en kijk naar de afbeeldingen. Nu kun je vaak voorspellen wat het onderwerp van de tekst is. Kijk ook wat voor soort tekst het is.
Stap 2 Globaal lezen --> Lees de inleiding en het slot, de tussenkopjes en de eerste en laatste zin van iedere alinea.
Stap 3 Intensief lezen -->  Lees nu de rest van de tekst.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer drie dingen die je hebt geleerd deze les?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer twee dingen die je nog zou willen leren?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je deze les?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Au revoir!!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies