5.2 Grote veranderingen in Engeland

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
1:00
Afspraken
  • De telefoon blijft in de telefoontas!
  • Je zit volgens de plattegrond
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, huiswerk gemaakt.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we na de les of in de pauze
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
Lessonup:

  • Bij het einde van de timer start de les.
  • Login met je eigen naam.

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
1:00
Afspraken
  • De telefoon blijft in de telefoontas!
  • Je zit volgens de plattegrond
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, huiswerk gemaakt.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we na de les of in de pauze
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
Lessonup:

  • Bij het einde van de timer start de les.
  • Login met je eigen naam.

Slide 1 - Tekstslide

Montesquieu
Rousseau
Locke
Macht moet verdeeld zijn in drie onderdelen: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke
Sociaal contract waarbij het volk altijd de hoogste macht behoud
Sociaal contract waarbij mensen uit hun midden bestuurders kiezen en het recht behoud om ze af te zetten

Slide 2 - Sleepvraag

Wat is de essentie van het 'sociaal contract'?
A
Fysiek contract waarbij het volk een deel van haar vrijheid opgeeft in ruil voor bepaalde rechten
B
Denkbeeldig verdrag tussen de mensen onderling om een politieke samenleving of staat te vormen
C
Denkbeeldig contract waarbij het volk accepteert geregeerd te worden door een vorst in ruil voor rechten
D
Fysiek contract waarbij het volk rechten opgeeft om er zelf beter van te worden.

Slide 3 - Quizvraag

De president
Leider van de regering en de strijdkrachten.
Hooggerechtshof
Controleert de regering. Kan wetten en besluiten verbieden die in strijdt zijn met de grondwet.
Congres
Het parlement van Amerika. Hierin maken afgevaardigden van de staten wetten
Sleep de machten naar de juiste persoon/instituut
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is geen oorzaak voor de Franse revolutie?
A
Kritiek op de standensamenleving (derde stand betaald alleen belasting)
B
Slechte oogsten
C
Steun aan de Amerikaanse revolutie
D
De koning voerde een nieuw belastingstelsel in zonder overleg

Slide 5 - Quizvraag

Met welke gebeurtenis begint de Franse revolutie?
A
De derde stad die de Staten-Generaal verlaat
B
De bestorming van de Bastille
C
Het schrijven van een grondwet
D
Het bijeenroepen van de Staten-Generaal

Slide 6 - Quizvraag

Stelling: 'Met Napoleon kwam er een einde aan alle vrijheden uit de Franse revolutie'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat was het doel van het Congres van Wenen (na de val van Napoleon in 1815)
A
Om Frankrijk zo hard mogelijk te straffen
B
Om de rust en stabiliteit terug te laten keren
C
Om landen goed te wapenen tegen een nieuwe dictator
D
Om Frankrijk te verdelen onder de overwinnaars

Slide 8 - Quizvraag

Met welke reden werden België en Nederland samengevoegd?
A
Omdat deze landen qua taal veel op elkaar leken
B
Dit was de 'buit' die Nederland kreeg voor de overwinning
C
Om een sterk land te creëren om een herhaling van Napoleon te voorkomen
D
Om sterke economische landen te creëren waarmee gehandeld kon worden.

Slide 9 - Quizvraag

Korte samenvatting
  • Na de terreur van Jakobijnen nam Napoleon de macht over in Frankrijk. Hij liet zichzelf tot keizer kronen en nam het volk het kiesrecht af. Ook duldde hij geen tegenspraak dus ook de vrijheid op meningsuiting werd ingeperkt.

  • De grondwet bleef wel bestaan (wat tijdens Lodewijk XVI niet het geval was), mensen behielden gelijke rechten en ook kwam de standensamenleving niet meer terug.

  • Om de handel te bevorderen blokkeerde Napoleon alle handel met Engeland door middel van het continentaal stelsel, dit betekende voor veel Franse handelaren een verlies in inkomen, waardoor de onvrede toenam.

  • Nadat Napoleon bijna heel Europa verovert heeft (waaronder Nederland en hier een Franse provincie van maakt), verliest Napoleon uiteindelijk in Rusland. In 1815 wordt Napoleon definitief verslagen bij Waterloo.

  • Tijdens het Congres van Wenen, bepalen de Europese landen dat er weer rust en stabiliteit moet komen. Koningen worden weer hersteld, maar geen absolutisme. Parlementen blijven, maar krijgen minder macht. Ook blijven grondwetten actief.

Slide 10 - Tekstslide

Welke omstandigheden maakten de industriële revolutie mogelijk? 

Slide 11 - Tekstslide

Je hebt de Franse revolutie gehad; een snelle verandering op het gebied van bestuur.

Wat is dan de 'industriële revolutie'?

Slide 12 - Open vraag

Agrarische revolutie
  • Tot 1700 konden Engelse boeren gemeenschappelijke grond 'common fields'  bewerken.

  • Tussen 1700 - 1850  werd deze grond verkocht aan grootgrondbezitters, die enorme stukken land kregen (enclosures; omheinen van grote stukken land)

  • Door uitvindingen als: betere fokmethodes, nieuw zaaimachines  (Jethro Tull) en andere gewassen kon er meer voedsel verbouwd worden (mechanisering).

  • Hierdoor steeg het bevolkingsaantal in hoog tempo.

  • Hierdoor steeg de vraag naar kleding, schoenen, etc.

Slide 13 - Tekstslide

Industriële revolutie
  •  Door de toename in voedsel, daalde de voedselprijs.

  • Om toch inkomsten te houden gingen kleine boeren zich bezighouden met huisnijverheid (thuis kleine producten maken: garen, kleding, etc.)

  • Doordat zoveel mensen thuis dingen gingen maken daalde de prijs van nijverheidsproducten.

  • Door de uitvinding van de stoommachine werd huisnijverheid helemaal overbodig door de fabrieken.

  • Arme boeren hadden geen andere optie, dan het platteland te verlaten en naar de stad te vertrekken (urbanisatie)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Maak de correcte oorzaak-gevolg verbanden met de onderstaande zinnen
Enclosure acts:
Verbeterde landbouw technieken
Toename bevolkingsomvang
Meer vraag naar kleding
Financiële problemen boeren
uitvinding stoommachine
Industriële revolutie!
Concentratie van landbouwgrond in handen van grootgrondbezitters
Hogere landbouwopbrengst
Dalende voedselprijzen
Toename huisnijverheid
Dalende prijzen producten
Urbanisatie

Slide 16 - Sleepvraag

Afsluiting: Welke omstandigheden maakten de industriële revolutie mogelijk?

Slide 17 - Open vraag

Homework
Lezen: 103 - 104

Maken: 7 + 8 (blz 129)


Slide 18 - Tekstslide