Voltooiddeelwoord als bijv. naamwoord H3 2e klas

Tot dat de les begint, krijg je de tijd om deze weetjes te controleren... zijn de onderstaande uitspraken waar? 
- Vroeger was Coca Cola groen.
- Een kolibrie kan achteruit vliegen. 
- Donald Duck heeft nooit een broek aan, maar als hij gaat douchen heeft hij wel een handdoek om.
Je mag het internet gebruiken. 

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Tot dat de les begint, krijg je de tijd om deze weetjes te controleren... zijn de onderstaande uitspraken waar? 
- Vroeger was Coca Cola groen.
- Een kolibrie kan achteruit vliegen. 
- Donald Duck heeft nooit een broek aan, maar als hij gaat douchen heeft hij wel een handdoek om.
Je mag het internet gebruiken. 

Slide 1 - Tekstslide

Vroeger was Coca Cola groen!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

DOEL

- je kunt het voltooiddeelwoord goed spellen. 
- de moeilijke woorden uit de paragraaf goed spellen. 
(blz 88 + 89)

Slide 5 - Tekstslide

Theorie
Je weet hoe je de persoonsvorm vindt en schrijft. Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in de zin staan, bijvoorbeeld een voltooid deelwoord (vd). Als er een voltooid deelwoord in een zin staat, is de pv een vorm van zijn, hebben of worden.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden
– Mario is vanmorgen vroeg opgestaan.
– Rowan heeft zijn fietsband geplakt.
– Kimberley’s abonnement wordt volgende week opgezegd.

Slide 7 - Tekstslide

verder...
Een voltooid deelwoord kan dus deel uitmaken van het gezegde, zoals in de zinnen hierboven. Maar een voltooid deelwoord kan ook als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden
De geplakte fietsband
Het opgezegde abonnement

Slide 9 - Tekstslide

Hoe schrijf je een voltooid deelwoord? (1)
- verlengproef (afgeprijsde = afgeprijsd)
- eindigt het met -n?  Zo kort mogelijk.  (gewonnen, gedaan, gezien)
- Schrijf een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord altijd zo kort en zo eenvoudig mogelijk
- ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe schrijf je een voltooid deelwoord? (2)
- Schrijf een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord altijd zo kort en zo eenvoudig mogelijk

 De trui is gebreid; de gebreide trui.
 Het werkstuk is geprint; het geprinte werkstuk.

- ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Noteer het voltooid deelwoord van de ww die tussen haakjes staan.
Na de hardlooptraining heb ik mij meteen ..... (douchen)

Slide 14 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van de ww die tussen haakjes staan.
Elze heeft de beklemmende deur ..... (schaven)

Slide 15 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van de ww die tussen haakjes staan.
Hylke heeft zijn teen onhandig tegen de tafel........ (stoten)

Slide 16 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van de ww die tussen haakjes staan.
Naomi heeft lang ..... (twijfelen) over haar profielkeuze.

Slide 17 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van de ww die tussen haakjes staan.
Jonas heeft snel zijn sportkleren in zijn tas ...... (proppen)

Slide 18 - Open vraag

We hebben de stoelen zwart geverf..... maar de eettafel blijft wit.
A
t
B
d
C
dt

Slide 19 - Quizvraag

De stroom storing werd veroorzaak.... door brand in een schakelstation.
A
t
B
d
C
dt

Slide 20 - Quizvraag

Hij heeft mijn fiets gerepareer....
A
t
B
d
C
dt

Slide 21 - Quizvraag

Oefen met het voltooiddeelwoord

Oefenen met het voltooid deelwoord

Klik op de onderstaande link en maak de opdrachten.
https://www.jufmelis.nl/werkwoordspelling/voltooid-deelwoord-los/voltooid-deelwoord-los-1

Klaar? Lever een foto van de punten in + controleer je fouten. 

Ga vervolgens verder aan je huiswerk voor vrijdag: Maak digitaal de opdrachten H3 spelling voltooid deelwoord


Slide 22 - Tekstslide

Maak een foto/screenshot van de aantal punten. Lever deze foto hier in.
Ga vervolgens verder aan je huiswerk voor vrijdag: Maak digitaal de opdrachten H3 spelling voltooid deelwoord

Slide 23 - Open vraag