Als er een voltooid deelwoord in een zin staat, is de pv een vorm van zijn, hebben of worden.
Bijvoorbeeld:
– Mario is vanmorgen vroeg opgestaan.
– Rowan heeft zijn fietsband geplakt.
– Kimberley’s abonnement wordt volgende week opgezegd.
deelwoord kan ook als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt. Bijvoorbeeld: de geplakte fietsband; het opgezegde abonnement.