Tandheelkunde - les 2

• Oriëntatie op het beroep
• MBO
• Studiejaar 2

Orthodontie

• Week 2
• 12.3 Normale kaak- en tandrelatie
• p. 351

Planning periode

Week 1:    12.1 Inleiding + 12.2 groei en ontwikkeling

Week 2:   12.3 Normale kaak- en tandrelatie

Week 3:   12.4 Orthodontische afwijkingen

Week 4:   12.5 Tandstand en tandstandafwijkingen

Week 5:   12.6 Diagnostiek van orthodontische afwijkingen

Week 6:   12.7 De behandeling van orthodontische afwijkingen

Week 7:   12.8 Orthodontische apparatuur

Week 8:   12.9 Gecombineerde orthodontisch-chirurgische behandelingen

Week 9:    TOETSWEEK

Lesonderwerpen en leerdoelen

• Occlusie                                                                                 Leerdoelen: Aan het eind van de les ken je de                                                                                                       begrippen hiernaast 

• Articulatie

• Kaakrelatie

• Tandbogen

Bespreken studievragen

1. Waarmee houdt de orthodontie zich bezig?

2. In welke drie soorten afwijkingen kunnen we orthodontische afwijkingen indelen?

3. Noem vier mogelijke tandstandsafwijkingen.

4. In welke richtingen kan de onderkaak niet goed ten opzichte van de bovenkaak staan?

5. Welke zes problemen kunnen ontstaan bij tand- en kaakstandsafwijkingen?

6. Door wie kan een orthodontische behandeling worden uitgevoerd?

7. Waarom worden er meer orthodontische behandelingen gedaan dan vroeger?

8. Wanneer begint de groei en ontwikkeling van het aangezicht?

9. Welke functies zijn vooral belangrijk als een baby net geboren is?

10. Waarom is een gebit niet belangrijk vlak na de geboorte?

11. Hoe noemen we de hersenschedel in het Latijn? En de aangezichtsschedel?

12. Op welke manier veranderen de verhoudingen van de schedel tijdens de groei?

13. Waarom lijken de blijvende incisieven zo groot als ze net doorbreken?

14. Wat is het verschil tussen groei en ontwikkeling?

15. In welke twee fasen van de ontwikkeling groeit een kind het snelst?

16. Welke verschillen zijn er in de groeicurve tussen jongens en meisjes?

17. Wat kun je zien wanneer je de individuele groeicurve van een kind afzet tegen de gemiddelde groeicurve?

18. Beschrijf wat wordt bedoeld met de chronologische leeftijd, met de biologische leeftijd en met de tandleeftijd. Lopen deze leeftijden synchroon bij een kind?

Normale kaak- en tandrelatie

• Na de ontwikkeling en doorbraak van het melkgebit/blijvende dentine;
• Gebitselementen van de onder- en bovenkaak bepaalde positie ten opzichte van elkaar staan.

Een aantal begrippen...

Occlusie: contact (dichtbijten) tussen onder- en bovenlementen

Articulatie: over elkaar schuiven van tanden en kiezen

Kaakrelatie: de stand van de kaken ten opzichte van elkaar

over elkaar schuiven van tanden en kiezen is...

1. Kaakrelatie
2. Occlusie
3. Articulatie

Occlusie

                         contact (dichtbijten) tussen onder- en bovenlementen

Wordt bekeken a.d.h.v. positie van de eerste bovenmolaar t.o.v. de eerste ondermolaar = molaarrelatie

Wordt bekeken a.d.h.v. positie van het bovenfront t.o.v. het onderfront = frontrelatie

• Statisch contact

Articulatie

                        over elkaar schuiven van tanden en kiezen

In een ideale situatie: komen bij dichtbijten alle tanden en kiezen tegelijkertijd op elkaar.

Bewegingen naar opzij = laterale articulatie

Bewegingen naar voren (BF belast) = protrale articulatie

• Dynamisch contact

... wordt bekeken a.d.h.v. positie van het bovenfront t.o.v. het onderfront

Occlusie

1. Molaarrealtie
2. Frontrelatie

Welke beweging is er ter sprake bij een laterale articulatie?

Occlusie

Occlusie

Articulatie

Kaakrelatie

De wijze waarop kaken op elkaar staan kun je vanuit 3 manieren bekijken:

1. Zijaanzicht               sagittale relatie
2. Vooraanzicht                transversale relatie
3. Hoogte               verticale relatie

Normale verhouding van de kaken: de BK valt iets over de OK heen

Sagittaal aanzicht

• Zijaanzicht
• Sagittale relatie
• De BK staat iets voor de OK

Transversaal

• Vooraanzicht
• Transversale relatie
• De mediaanlijnen vallen  samen
• BK is breder dan de OK

Verticaal

• Hoogte
• Verticale relatie
• Bepaalde afstand tussen kauwvlakken van de OK en BK
• 2 mm (rusthouding)
• freeway space

Tandbogen

Ideale situatie        

                   

                paraboolvormig

                bovenboog iets breder dan de onderboog

                alle elementen hebben approximaal contact

Korte samenvatting

We hebben vandaag geleerd:

1. De betekenis van occlusie/molaarrelatie/frontrelatie;
2. De betekenis van articulatie/laterale articulatie/protrale articulatie;
3. De betekenis van saggitale-/transversale-/verticale relatie;
4. De ideale situatie van de tandbogen.

Huiswerk kan je vinden op Itslearning:                                         

Ga naar ...                                                                                

1.  Itslearing
2. GW TA Tandheelkunde
3. Bronnen
4. Periode 6
5. Opdrachten
6. Studie vragen les ...

davinci.itslearning.com

Vooruitblikken

Week 3: 

 12.4 Orthodontische afwijkingen