V3 H4.1 en 2 Herhalen
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel is 3,6% van 75?
Slide 2 - Open vraag
- x^5
Hoeveel is 12% van 50?
Slide 3 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel procent is 13 van 54?
rond af op 1 decimaal
rond af op 1 decimaal
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel procent is 57 van 210?
rond af op 1 decimaal
rond af op 1 decimaal
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Op 20 oktober zijn in Nederland 7720 nieuwe coronabesmettingen geteld. Een week later waren dat er 10324. Met hoeveel procent is het aantal nieuwe besmettingen die week gestegen?
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Voor een toets hebben 15 mensen een voldoende gehaald. De volgende toets zijn dat er 22. Hoeveel procent meer is dat?
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Door de stikstofmaatregelen moet boer Henk 75 van zijn 300 koeien verkopen. bereken de procentuele afname. Let op: rond af op 1 decimaal!
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Een tussenliggend waard schatten met een berekening heet
A
Extrapoleren
B
Intrapoleren
C
Interpoleren
D
Superpoleren
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In 1988 waren er in Nederland 9 bevers
In 2016 zijn er in Nederland 37 bevers. Schat hoeveel bevers er in 2024 zullen zijn.
In 2016 zijn er in Nederland 37 bevers. Schat hoeveel bevers er in 2024 zullen zijn.
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
In 2012 kochten we voor 3,6 miljard euro aan snoep. In 2007 was dat 3,1 miljard. Hoeveel was het in 2010? Geef je antwoord in miljard Euro, met 1 decimaal
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Een jas van €130 wordt in de uitverkoop voor €97 verkocht. Hoeveel procent korting is dat?
A
33%
B
33,3%
C
25,3%
D
25,4%
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In 2011 slaagden 32640 mensen op het vwo en 42370 op de havo. Op het vwo waren dat er dus minder dan op de havo. Hoeveel procent minder?
A
23%
B
22,9%
C
23,0%
D
29,8%
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke procentuele verandering hoort bij een vermenigvuldigingsfactor van 0,85?
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke vermenigvuldigingsfactor hoort bij een procentuele toename van 7,5%?
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke vermenigvuldigingsfactor hoort bij een procentuele afname van 23,1%?
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
2014-2015: afname van 5,7 %
2015-2016: toename van 6,9 %
Is er van 2014 naar 2016 sprake van een toe- of afname en hoe groot is de procentuele verandering?
2015-2016: toename van 6,9 %
Is er van 2014 naar 2016 sprake van een toe- of afname en hoe groot is de procentuele verandering?
Slide 17 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Bij een examen slaagden 146 personen dat was 78,9%. Hoeveel personen deden in totaal examen?
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat vind je makkelijk of moeilijk?
Slide 19 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
