5.6 De machtsstrijd tussen fabrikanten en arbeiders
Pak je boek, werkboek en laptop erbij.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
5.6 De machtsstrijd tussen fabrikanten en arbeiders
Pak je boek, werkboek en laptop erbij.
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Introductie
Slide 2 - Tekstslide
Check-in
Je kan de ideeën van Karl Marx en Friedrich Engels benoemen. (R)
Je kunt uitleggen wat de sociale kwestie inhield en wat de oorzaken en gevolgen waren van de sociale kwestie.
Je kan benoemen hoe de liberalen, communisten en sociaaldemocraten de sociale kwestie wilden oplossen.
Je kan uitleggen waarom de arbeidsvoorwaarden voor fabrieksarbeiders zo slecht konden worden.
Slide 3 - Tekstslide
Politieke stroming die streeft naar zoveel mogelijke individuele vrijheid voor burgers en zo weinig overheidsbemoeienis.
Een politieke stroming waarin de arbeidersklasse de macht van de bezittende klasse door een revolutie wil breken om zo de arbeiders zelf aan de macht te brengen.
Economisch systeem met als doel om zoveel mogelijk winst te maken, waarbij de ondernemer zoveel mogelijk vrijheid moet hebben om dit te kunnen doen
Politieke stroming waarin de arbeidersklasse de macht van de bezittende klasse wil breken door het invoeren van sociale hervormingen (wetten en regels) om zo de positie van de arbeiders te verbeteren
Kapitalisme
communisme
Sociaaldemocratie
Liberalisme
Slide 4 - Sleepvraag
Arbeiders buiten spel
Terug naar de Verlichting: vanaf 1750 werd de gelijkheid en vrijheid van de mens belangrijk. In de Franse Revolutie werd broederschap ook belangrijk
Gevolg van de Franse Revolutie is dat de standenmaatschappij stopt.
Vanaf dat moment bestaat de samenleving uit klasse
Maar door de snelle verandering van de Industriële Revolutie lukte deze idealen niet.
Arbeiders hadden weinig macht en de fabriekseigenaren (fabrikanten) konden arbeidsvoorwaarden bepalen.
Slide 5 - Tekstslide
De sociale kwestie
In de loop van de 19e eeuw maakte burgers (geestelijke, dokters, schrijvers en journalisten) zich grote zorgen over de slechte arbeidsomstandigheden.
Dit maakte ze bekend en het was het belangrijkste thema van de 19e eeuw, zoals nu het klimaat heel belangrijk is als politiek thema
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Het liberalisme
Adam Smith(1723-1790): schreef over hoe kapitalisme werkt. Het economisch systeem met als doel om zoveel mogelijk winst te maken, waarbij de ondernemer zoveel mogelijk vrijheid moet hebben om dit te kunnen doen. Hij zag hier veel voordelen maar erkende ook de nadelen
In de industriële samenleving waren de ondernemers zoals fabrikanten het eens dat de samenleving zoveel mogelijk vrijheid moeten hebben.
De overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met de burgers.
Slide 8 - Tekstslide
Zouden liberalen de sociale kwestie willen oplossen? Leg uit waarom.
Slide 9 - Open vraag
Communisme en sociaaldemocratie
Karl Marx (1818-1883): denker over het communisme. Het communisme wilt gelijkheid door middel van een revolutie. De revolutie is een klassenstrijd tussen de bezittende klasse en de arbeidersklasse. Na de strijd hebben de arbeiders de macht.
Marx had net als Smith veel aanhangers. Alleen vonden sommige dat geweld niet nodig was.
Deze groep die de ideeën van Marx goed vonden maar geen revolutie willen, noemen wij sociaaldemocraten.
Zij willen verandering door middel van wetten die in het parlement worden goed gekeurd.
Belangrijke strijd voor sociaaldemocraten was dan ook het algemeen kiesrecht.
Slide 10 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen het communisme en de sociaaldemocratie?
Slide 11 - Open vraag
In het kort
Liberalen: zoveel mogelijk vrijheid voor burgers. Zo min mogelijk overheidsbemoeienis
Communisme: gelijkheid voor iedereen, klasseloze maatschappij. Verandering door revoluties
Sociaaldemocraten: ook zoveel mogelijk gelijkheid maar verandering binnenuit door wetten en regels.