Present Simple

Present simple:

Wat is de regel van de present simple?
A
SHIT-regel
B
hele ww (bij I, you, we, they) hele ww + s (bij he, she, it)
C
Hele werkwoord
D
Werkwoord + -ed
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Present simple:

Wat is de regel van de present simple?
A
SHIT-regel
B
hele ww (bij I, you, we, they) hele ww + s (bij he, she, it)
C
Hele werkwoord
D
Werkwoord + -ed

Slide 1 - Quizvraag

Present Simple:
Welke zin staat niet in de present simple?
A
Dogs wag their tail when they are excited.
B
Sarah usually runs to school.
C
Cats tend to scratch things.
D
Jeffrey has been cycling for hours.

Slide 2 - Quizvraag

Present Simple:

Wanneer gebruik je de Present Simple?
A
Bij feiten, gewoontes en dingen die regelmatig gebeuren.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer je het hebt over iets wat je wilt gaan doen.
D
Als je verteld over iets wat je is overkomen.

Slide 3 - Quizvraag

Present Simple:
Pick the example of the present simple.
A
I was walking in the park.
B
I walked in the park.
C
I walk every day.
D
I am walking there.

Slide 4 - Quizvraag

Present simple:

The dog ... its tail.
A
wags
B
wag

Slide 5 - Quizvraag

Present simple:

He always ... to do the right thing
A
trys
B
try
C
tries
D
trie

Slide 6 - Quizvraag

Present simple:

I can ... very fast.
A
run
B
ran
C
running
D
runs

Slide 7 - Quizvraag

Present simple:

My nephew ... in the UK.
A
livs
B
lives
C
live
D
living

Slide 8 - Quizvraag

Translate:

Ik loop elke dag naar school.

Slide 9 - Open vraag

Translate:
Hij vindt basketbal leuk.

Slide 10 - Open vraag

Translate:

Zij voetbalt elke dag.

Slide 11 - Open vraag

Bonus: Present Simple vs. Present Continuous

She often ..... documentaries.
A
watch
B
is watching
C
watches
D
watching

Slide 12 - Quizvraag

Bonus: Noem zoveel mogelijk signaalwoorden waaraan je de present simple kunt herkennen

Slide 13 - Open vraag