H6 - Lezen (aanpak)

Welkom!
Ga naar de volgende dia om te beginnen >>>
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga naar de volgende dia om te beginnen >>>

Slide 1 - Tekstslide

Uitleg bij deze les
Beluister dit audiofragment

Slide 2 - Tekstslide

Een onderzoek...
Beluister dit audiofragment

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

De rest van deze les

Pak erbij:
Hoofdstuk: 6
Paragraaf: Lezen
Tekst: 7 (blz. 166)
Beluister dit audiofragment
Je boek niet bij de hand?
Als je je boek niet kunt gebruiken, kun je de tekst ook opzoeken in Nieuw Nederlands Online. Ga daarvoor naar Magister --> Leermiddelen --> Nederlands. De teskt kun je vinden in Hoofdstuk 6, Paragraaf Lezen, Opdracht 4. Je hoeft de opdracht niet in NN Online te maken, maar gebruikt het alleen om de tekst te lezen. De vragen beantwoord je in deze LessonUp.

Slide 5 - Tekstslide

Als je het onderwerp van een tekst wil vinden, hoe kun je dat dan het best aanpakken? Kijk je antwoorden steeds na nadat je je antwoord hebt ingestuurd door op 'toon uitleg' te klikken.

Slide 6 - Open vraag

Wat is het onderwerp van Tekst 7? Leg uit waar je dat hebt gevonden.

Slide 7 - Open vraag

Als corona voorbij zou zijn en je mocht zelf kiezen waar je op vakantie zou gaan, wat zou je dan kiezen?

Slide 8 - Open vraag

De inleiding vinden


Twee functies:
- De aandacht trekken
- Het onderwerp introduceren
Beluister dit audiofragment

Slide 9 - Tekstslide

Lees de eerste paar alinea's van Tekst 7. Welke alinea's vormen samen de inleiding?

Slide 10 - Open vraag

De betekenis van moeilijke woorden



Werken in combinatie met het reilen en zeilen thuis vergt nogal wat van ons. Het geeft stress. En dat heeft gevolgen voor onze gezondheid.
Beluister dit audiofragment
En deze ook!

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent 'chronische' (alinea 1)? Gebruik de context van het woord in Tekst 7 om de betekenis te bepalen.
A
drukte; bezigheden
B
langdurige
C
steeds terugkerende bezigheid; sleur
D
in de toekomst

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent 'relatief' (alinea 2)? Gebruik de context van het woord in Tekst 7 om de betekenis te bepalen.
A
uitrusten
B
in de toekomst
C
vraagt; eist
D
in verhouding tot iets anders

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent 'routine' (alinea 5)? Gebruik de context van het woord in Tekst 7 om de betekenis te bepalen.
A
steeds terugkerende bezigheid; sleur
B
in de toekomst
C
vraagt; eist
D
uitrusten

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent 'rompslomp' (Op naar Balkonia)? Gebruik de context van het woord in Tekst 7 om de betekenis te bepalen.
A
drukte; bezigheden
B
in de toekomst
C
vraagt; eist
D
uitrusten

Slide 15 - Quizvraag

Tekstverbanden
Beluister dit audiofragment

Slide 16 - Tekstslide

Welke tekstverbanden ken je nog? Noem er minstens vijf. Zoek ze op in je boek als je ze niet meer weet.

Slide 17 - Open vraag

In alinea 1 van de tekst staat 'En dat heeft gevolgen voor onze gezondheid'. Welke gevolgen noemt de auteur?

Slide 18 - Open vraag

In alinea 1 van de tekst staat 'En dat heeft gevolgen voor onze gezondheid'. Wat is de oorzaak van de gevolgen die de auteur noemt?

Slide 19 - Open vraag

In alinea 2 staan twee doel-middelverbanden. Noteer ze allebei op deze manier:
Doel 1:
Middel 1:
enz.

Slide 20 - Open vraag

Leg in je eigen woorden uit waarom vakantie belangrijk is, als we ook al weekenden, vrije avonden en andere vrije uren hebben (alinea 2).

Slide 21 - Open vraag

Welke zin geeft het beste de strekking van alinea 3 weer?
A
Mensen die vaker op vakantie gaan, voelen zich goed
B
Mensen die zicht goed voelen, gaan vaker op vakantie

Slide 22 - Quizvraag

In alinea 3 staat 'Tijdens vakantie schiet ons welzijn omhoog' Omschrijf de betekenis van het woord 'welzijn' op basis van alinea 3.

Slide 23 - Open vraag

In alinea 4 staat 'Waarom doet een vakantie ons zo goed?'. Noteer de factor die daarbij de belangrijkste rol speelt. Gebruik voor je antwoord niet meer dan 15 woorden.

Slide 24 - Open vraag

In alinea 5 staat 'Het positieve vakantiegevoel houdt niet lang stand als je weer thuis bent'. Citeer de zin uit alinea 4 waar 'het positieve vakantiegevoel' naar verwijst.

Slide 25 - Open vraag

De betekenis van een titel


Twee functies titel
- De aandacht trekken
- Het onderwerp introduceren
Beluister dit audiofragment

Slide 26 - Tekstslide

De titel van de tekst luidt 'Wat gebeurt er met je als je nooit op vakantie gaat?'. Wat is het antwoord op die vraag volgens de tekst?

Slide 27 - Open vraag

De titel van het eerste kadertekstje luidt 'Op naar Balkonia'. Wat wordt er bedoeld met 'Balkonia'?

Slide 28 - Open vraag

Past de titel 'Op weg naar Balkonia' bij de eerste kadertekst? Leg uit.

Slide 29 - Open vraag

Naar welke vier dingen kun je ook alweer kijken om te bepalen voor welk publiek een tekst is geschreven? Zoek je antwoord op in je boek als je het niet meer weet.

Slide 30 - Open vraag

Tekst 7 is verschenen in Quest. Voor welk publiek zal deze tekst dus waarschijnlijk geschreven zijn? Zoek eventueel op internet op wat Quest is als je dat niet weet.

Slide 31 - Open vraag

Quest
Beluister dit audiofragment

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Op wat voor publiek is deze video van Quest gericht? Hoe kun je dat zien?

Slide 34 - Open vraag

Lesafsluiting
Beluister dit audiofragment

Slide 35 - Tekstslide