Nederlands Blok 5 Spelling 5.9 + 5.10 b/p, d/t, ij/ei

Blok 5 Spelling 


5.10 b/p, d/t, ij/ei?




1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Blok 5 Spelling 


5.10 b/p, d/t, ij/ei?




Slide 1 - Tekstslide

Doel
  • Herhaling 
  • Aan het einde van de les kun je woorden die eindigen op een b of een p en t of d goed spellen
  • kun je woorden met een ij of ei goed spellen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Verlengingsregel
Als de laatste letter van een woord klinkt als (t) of (p)
Dan maak je het woord langer.
Je hoort dan wat je moet schrijven: -t of –d, -p of –b.

Dit werkt niet bij een PV (persoonsvorm)!

Slide 7 - Tekstslide

Eindigt dit woord op een b of p?

We..
A
b
B
p

Slide 8 - Quizvraag

b of p?

Kle..
A
b
B
p

Slide 9 - Quizvraag

d of t?
bor_
A
d
B
t

Slide 10 - Quizvraag

d of t?
beel_
A
d
B
t

Slide 11 - Quizvraag

d of t?
plaa_
A
d
B
t

Slide 12 - Quizvraag

d of t?

Na..
A
d
B
t

Slide 13 - Quizvraag

Kies de juiste letter: -t of -d.

Ik kies een grotere maa___ pyjama, die zit veel lekkerder,
A
t
B
d

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Woorden met een -ei of -ij


Kun jij horen of je -ei of -ij schrijft? Nee.
Woorden met -ei of -ij moet je uit je hoofd leren.


Maak een plaatje in je hoofd zoals we al eens geoefend hebben. Hoe gekker, hoe beter je het onthoudt.

Slide 16 - Tekstslide

ei
geit
reiger
meisje
reizen
geheim
aardbei
ijs
dolfijn
strijder
geheim
grijs
wedstrijd
mijn
altijd
ontbijt

Slide 17 - Tekstslide

ei of ij
__ndelijk kunnen we naar huis
A
ei
B
ij

Slide 18 - Quizvraag

Vul in: ei of ij
gr......zer

Slide 19 - Open vraag

Vul in: ei of ij
g...t

Slide 20 - Open vraag

Vul in: ei of ij
str...den

Slide 21 - Open vraag

Vul in een ei of ij
dolf..n

Slide 22 - Open vraag

Vul in een ei of ij
r..ger

Slide 23 - Open vraag

ei of ij? Noteer de 2 woorden.

Het is geh___m waar we naar toe r_____zen.

Slide 24 - Open vraag

ei of ij? Noteer de 2 woorden.

Het jongse m___sje won de zwemwedstr____d.

Slide 25 - Open vraag

Vul -ei of -ij in de zin:
M..n zusje eet alt..d 1 aardb.. b.. het ontb..t.

Slide 26 - Open vraag

Huiswerk
Maken Blok 5 - Spelling - 5.10
blz 199 opdr. 20 en 21

Slide 27 - Tekstslide