In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
Slide 1 - Tekstslide
1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands, laat het nog even dicht.
Slide 2 - Tekstslide
2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat.
Slide 3 - Tekstslide
Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie.
Namen lln
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Namen lln
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
Namen lln
Slide 4 - Tekstslide
3. Lesdoel
Aan het eind van deze les;
- weet je of je aan het eind van een woord een B of P schrijft
- weet je of je aan het eind van een woord een D of T schrijft
- weet je of je woorden met ij of ei schrijft
Slide 5 - Tekstslide
Verdiept arrangement:
Namen lln.
Huiswerk noteren + maken:
Les: 5.9 + 5.10
blz.: 198 t/m 199
opdr.: 19 t/m 21
Slide 6 - Tekstslide
Mini-check
Wat weet je al van het lesdoel?
Slide 7 - Tekstslide
Noteer de juiste meervoudsvorm: 1 kip 2 ........
Slide 8 - Open vraag
Wat is de juiste vorm? bad of bat?
Slide 9 - Open vraag
Noteer de juiste ei/ij: g...t
Slide 10 - Open vraag
Wie maakt wat:
3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 5.9 + 5.10, opdr. 19 t/m 21, op blz. 198/199
De rest doet mee met de instructie.
Slide 11 - Tekstslide
4. Instructie
Lees mee op de volgende dia.
Slide 12 - Tekstslide
B of p achteraan?
Is de laatste letter van een woord b of p? Of d of t?
Maak het woord langer en je hoort het.
woord d of t? -> langer maken -> je weet hoe je het schrijft!
lib of lip? → lippen → lip
dub of dup? → dubben → dub
Slide 13 - Tekstslide
Verlengingsregel
Als de laatste letter van een woord klinkt als (t) of (p)
Dan maak je het woord langer.
Je hoort dan wat je moet schrijven: -t of –d, -p of –b.
Slide 14 - Tekstslide
Eindigt dit woord op een B of P?
We..
A
B
B
P
Slide 15 - Quizvraag
d of t? beel_
A
d
B
t
Slide 16 - Quizvraag
Uitleg ei of ij
Slide 17 - Tekstslide
Woorden met een -ei of -ij
Kun jij horen of je -ei of -ij schrijft? Nee. Woorden met -ei of -ij moet je uit je hoofd leren.
Slide 18 - Tekstslide
ei of ij __ndelijk kunnen we beginnen
A
ei
B
ij
Slide 19 - Quizvraag
Vul in: ei of ij t...d
Slide 20 - Open vraag
Vul in: ei of ij bl...ft
Slide 21 - Open vraag
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 5.9, opdr. 19 t/m 21, op blz. 198 + 199.
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Namen lln --> kom aan de instructietafel zitten.
Dan gaan we samen aan de slag.
Slide 22 - Tekstslide
6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt: les 5.9 + 5.10
V: opdr. 19 t/m 21, op blz. 198/199 --> Namen lln
B: opdr. 19 t/m 21, op blz. 198/199 --> Namen lln
I: opdr. 19 t/m 21, op blz. 198/199 --> Namen lln
Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.
2. Huiswerk ander vak afmaken.
3. Leren toets/lezen/woordzoeker.
timer
30:00
Slide 23 - Tekstslide
7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee!
Slide 24 - Tekstslide
d of t? plaa_
A
d
B
t
Slide 25 - Quizvraag
Eindigt dit woord op een D of T?
Na..
A
D
B
t
Slide 26 - Quizvraag
Kies de juiste letter: -t of -d.
Ik kies een grotere maa___ pyjama, die zit veel lekkerder,