In afbeelding 10 zie je een schema van meiose en bevruchting. Elke cirkel stelt een celkern voor. Een celkern van een lichaamscel bevat bij dit organisme twee chromosomen.
• Teken in elke lege celkern het juiste aantal chromosomen, in de juiste kleur.
• Vul het schema in. Gebruik daarbij: bevruchte eicel – bevruchting – celdeling – geslachtscel – lichaamscel – meiose. Sommige woorden moet je vaker gebruiken.