1.7 en 1.8 Stilleborddiscussie
10. Hij beloofd 12. Ik wordt13. hij = ik-vorm + t. 11. Hij onthoudt alles. 6. arie riep: 'kom binnen!'
4. Zit gerard naar buiten te staren.
17. Robbin fietsde naar school.
5. Wij is de leukste klas van het HVC!
8. Hij bekend schuld. 9. Vindt jij dit ook zo makkelijk?
1. Reisde of Reiste ? 3. Geef een voorbeeld van een sterk werkwoord.
7. Hij werdt opgehaald. 2. hij helpte haar graag.