4 havo H10-11 stijl- begrijpelijk formuleren

4 havo - 12 november
Even herhalen: planning van de komende periode
H10 Stijl - woord-, zins-, tekstniveau
'Aan de slag' : opdracht 11 t/m 14 blz. 68-68
instructie H11 'begrijpelijk formuleren'
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4 havo - 12 november
Even herhalen: planning van de komende periode
H10 Stijl - woord-, zins-, tekstniveau
'Aan de slag' : opdracht 11 t/m 14 blz. 68-68
instructie H11 'begrijpelijk formuleren'

Slide 1 - Tekstslide

planning
week 44: H10/H11 formulering en stijl (en fictie)
week 45: H11/12 formuleringen stijl (en fictie)
week 46: H13/H14 formulering en stijl (en fictie)
week 48: herhalen H10 - H14 (en fictie)
week 49: toets formulering en stijl H10-H14 (en fictie)
week 50: H18 spelling en interpunctie (en fictie)
week 51: herhaling H18 (en fictie)
week52 en 1 : kerstvakantie
week 2 : toets H18 spelling en interpunctie
vanaf week 3 Argumentatieleer (H19 t/m H21), een betoog schrijven en presenteren

Slide 2 - Tekstslide

H10 Stijl
Verschillende technieken om een schrijfstijl te creëren:
  • woordniveau
  • zinsniveau
  • tekstniveau

Slide 3 - Tekstslide

H10 Stijl
woordniveau
  • veel of weinig bijvoeglijke naamwoorden
  • ouderwetse/moderne woorden
  • formele/informele woorden
  • algemene/specifieke woorden
  • statische of dynamische (actie) woorden (staat, situatie)
  • veel of weinig variatie in woordgebruik
  • gebruik van verkleinwoorden

Slide 4 - Tekstslide

H10 stijl
zinsniveau
  • korte/lange zinnen
  • veel of weinig bijzinnen
  • variatie in zinsvolgorde
  • gebruik van beeldspraak
  • gebruik van stijlfiguren
  • passieve/actieve zinnen

Slide 5 - Tekstslide

H10 Stijl
tekstniveau
  • gebruik van een dialoog
  • gebruik van ruimtelijke beschrijvingen
  • grammaticale tijd

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
Lees de tekst op blz. 68 en maak opdracht 11 t/m 13 op blz. 69

Slide 7 - Tekstslide

antwoorden
11 a WhatsAppgesprekken hebben een sociaal element waarbij de deelnemers aan zo’n gesprek zich aan elkaar aanpassen en rekening met elkaar houden. Dat rekening met elkaar houden noemen de auteurs sociaal.

b Bijvoorbeeld: Ik stuurde naar mijn moeder een huilen-van-het-lachen-smiley, maar zij dacht dat ik verdrietig was omdat de emoji tranen heeft. 

Slide 8 - Tekstslide

antwoorden 
12 Bijvoorbeeld: Ik zou de docenten adviseren om zich geen zorgen te maken over de taal die jongeren gebruiken op verschillende sociale media. Dit hoeft geen negatieve invloed te hebben op hun taalontwikkeling, sterker nog: jongeren worden er juist taalvaardiger van wanneer ze steeds
moeten wisselen tussen stijlen en niveaus.

Slide 9 - Tekstslide

antwoorden
13 Bijvoorbeeld: In een appgroep met vrienden maken we bijna alleen maar woordgrappen. Er worden veel woorden verkeerd geschreven om ze in de grappen te laten passen. 

Slide 10 - Tekstslide

 vraag 14

Slide 11 - Tekstslide

H11 begrijpelijk formuleren
Niet te moeilijk en niet te makkelijk te schrijven of te praten.


Hoe stem je zinsbouw, zinslengte en woordkeuze af op je lezer (of luisteraar)?

Slide 12 - Tekstslide

begrijpelijk formuleren
zinslengte:
Zinnen die uit 10 tot 15 woorden bestaan zijn door de meeste mensen goed te volgen.
Zie blz. 74 van je handboek.

Slide 13 - Tekstslide

begrijpelijk formuleren
Zorg dat de kern van de zin bij elkaar staat.
Kern: onderwerp en gezegde
niet:  Om te voorkomen dat ze zich in de winter moe en somber voelen door het tekort aan daglicht, krijgen sommige mensen lichttherapie.

vraag: Wat is de kern van deze zin?

Slide 14 - Tekstslide

zinsbouw
niet: Om te voorkomen dat ze zich in de winter moe en somber voelen door het tekort aan daglicht, krijgen sommige mensen lichttherapie.

wel: Sommige mensen krijgen lichttherapie om te voorkomen dat ze zich in de winter moe en somber voelen door het tekort aan daglicht.
 

Slide 15 - Tekstslide

tangconstructie
Woorden die bij elkaar horen zijn gescheiden door een lange uitleg.

Niet: Sommige mensen durven een dure jurk die ze op internet hebben gekocht, nadat ze hem gedragen hebben op een feestje, zonder blikken of blozen terug te sturen naar de winkel.

Slide 16 - Tekstslide

wel: Sommige mensen kopen een dure jurk  op internet, dragen hem op een feestje en durven hem daarna zonder blikken of blozen weer terug te sturen naar de winkel.

Slide 17 - Tekstslide

lijdende vorm
actieve zin: het onderwerp doet iets'
 '4 havo leest graag een lekker dik boek.'
lijdende zin: het onderwerp ondergaat iets.
'Een lekker dik boek wordt graag door 4 havo gelezen.'

Gebruik een lijdende zin zo min mogelijk, gebruik deze vorm alleen wanneer je niet weet wat of wie het onderwerp is.

Slide 18 - Tekstslide

Wel: Er wordt vandaag een restaurant geopend (handeling staat centraal)
Wat vind je beter?
Carla wordt door Cees gezoend - Cees wordt door Carla gezoend
of 
Carla zoent Cees - Cees zoent Carla

Slide 19 - Tekstslide

Lastige woorden
Gebruik niet al te lange woorden:
aansprakelijkheidswaardevaststellingsveranderingen
meervoudigepersoonlijkheidsstoornissen
(knip zo'n woord op)

Slide 20 - Tekstslide

Wie weet wat dit betekent?
Hippopotomonstrosesquippedaliofobie 

Slide 21 - Tekstslide

antwoord
 een fobie (angst) voor lange woorden

Slide 22 - Tekstslide

De 35-letterige tongbreker is in de loop van de tijd ontstaan als ironisch superlatief van het originele begrip 'sesquipedalofobie', dat angst voor lange woorden betekent. 

 het Latijnse sesquipedalis (letterlijk: anderhalve voet lang) en het Griekse woord fobos (angst). De toevoegingen hippopotamos (nijlpaard) en monstro (gedrocht) leggen extra nadruk op de 'beestachtig', 'monsterlijk' lange woorden waar de patiënt juist zo bang voor is.

Slide 23 - Tekstslide

naamwoordstijl
werkwoorden worden omgetoverd tot zelfstandige naamwoorden.
niet: Het duiken naar pareloesters vindt nog altijd plaats in Zuidoost- Azië.
wel: In Zuidoost-Azië duikt men nog altijd naar pareloesters.

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag!
opdracht 2a,b,c, 4 en 5 blz. 70-71

Slide 25 - Tekstslide

4 havo - 12 april
even herhalen: H11 begrijpelijk formuleren
huiswerk nakijken 2a,b,c, 5 blz.70-71

Slide 26 - Tekstslide

antwoord opdracht 2
a Schmidt gebruikt in Jip en Janneke korte zinnen met eenvoudige woorden, die geschikt zijn voor jonge kinderen.
b De Speld gebruikt lange zinnen met veel terzijdes en lastige, juridische woorden. Deze tekst is niet geschikt voor jonge kinderen.
c Het fragment van De Speld is een parodie op juridische taal omdat het op een overdreven manier alles uitvoerig probeert te beschrijven. Door alles zo uitvoerig te beschrijven kan er geen twijfel bestaan over wat Jip deed of gezien heeft. In juridische teksten is het belangrijk dat het duidelijk is wat er precies bedoeld wordt.

Slide 27 - Tekstslide

4a
4 a Zinslengte: “Ik vraag u om alstublieft te stoppen met ruziën over termen met subjectieve betekenissen en ga niet zonder duidelijke redenen historische termen zomaar verwijderen, want we zijn allemaal volwassen en hebben allemaal wel wat beters te doen.”

Kern bij elkaar: “Het museum werd waarschijnlijk gedreven door het feit dat het meer publiciteit
wilde en wist niet hoe het dat doel kon bereiken.”

Slide 28 - Tekstslide

4a
Tangconstructie: “Ik vraag u om alstublieft te stoppen met ruziën over termen met subjectieve betekenissen en ga niet zonder duidelijke redenen historische termen zomaar verwijderen, want we zijn allemaal volwassen en hebben allemaal wel wat beters te doen.”

Lijdende vorm: “U wordt aangeraden zich bezig te houden met familie of werk in plaats van
discussies te voeren over woorden en termen.”

Slide 29 - Tekstslide

4a
Lastige woorden: “Politieke censuur”

Naamwoordstijl: “Het uitvergroten van problemen is daardoor een kunst die Nederlanders goed
onder de knie hebben.”

Slide 30 - Tekstslide

4b
b Bijvoorbeeld:
Ik vraag u om te stoppen met ruziën over termen met subjectieve betekenissen. Ga ook niet zomaar historische termen verwijderen. We zijn allemaal volwassen en hebben wel wat beters te doen.
Het museum wilde waarschijnlijk meer publiciteit en wist niet hoe het dat kon bereiken. Houd u bezig met familie of werk in plaats van discussies te voeren over woorden en termen.
Europeanen worden gedreven door een schuldgevoel in het verleden.
Nederlanders hebben de kunst van het uitvergroten van problemen goed onder de knie.

Slide 31 - Tekstslide

4c
c Bijvoorbeeld: Soms is het beter om in een betoog kortere zinnen te gebruiken. Hierdoor is het voor een luisteraar of lezer beter te begrijpen wat je bedoelt. Op die manier komt je standpunt duidelijker naar voren. Wanneer je steeds zulke lange, complexe zinnen gebruikt, kan de lezer of luisteraar snel de draad kwijtraken. 

Slide 32 - Tekstslide

5
a Bijvoorbeeld: Wilt u niet zonder wc-papier komen te zitten? Dan bent u bij ons aan het juiste
adres.
b Bijvoorbeeld: In onze winkel vindt u het beste wc-papier, of u nu 1-laags of 5-laags zoekt. Het
maakt daarbij niet uit of u schoon en fris van het toilet wilt komen, of u wilt verkleden als
mummie.
c Bijvoorbeeld: Ons wc-papier absorbeert als geen ander en u kunt ook kiezen voor gerecycled
papier.
d Bijvoorbeeld: Wordt uw wc veel bezocht? Dan hebben wij ook grote rollen wc-papier, zodat u
minder vaak rollen hoeft te verwisselen.

Slide 33 - Tekstslide

opdracht 6 en 7 blz. 72-73

Slide 34 - Tekstslide