Artikel schrijven

10 minuten lezen!
timer
10:00
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

10 minuten lezen!
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je weet dat het schrijven van een artikel een opdracht kan zijn in je eindexamen.

Je leert de theorie over het schrijven van een artikel. 

Je weet wat de volgende begrippen betekenen: Kernzin, alinea, argument, inleiding, middenstuk, conclusie, doelgroep, standpunt/mening. 


Je kunt een artikel schrijven dat voldoet aan de conventies /regels. 






Slide 2 - Tekstslide

Aan welke eisen moet een artikel aan voldoen?

Slide 3 - Woordweb

Bekijk het 
filmpje over 
een artikel schrijven
(0:00-3:50)

Slide 4 - Tekstslide

Dit is een artikel
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Een artikel heeft altijd een titel.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Een artikel bestaat uit
A
inleiding, middenstuk
B
Slot, titel, middenstuk
C
handtekening, inleiding, middenstuk, slot
D
inleiding, middenstuk ,slot

Slide 7 - Quizvraag

Als je een artikel schrijft...
A
Heeft iedere alinea een kernzin.
B
Heeft iedere alinea een tussenkopje.
C
Start het artikel altijd met een vraag.
D
Is de titel gelijk aan het onderwerp.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe kun je het artikel beginnen?
A
Lieve kindertjes,
B
Mijn naam is...
C
Geachte meneer, mevrouw,
D
Hallo

Slide 9 - Quizvraag

Onder een artikel zet je altijd:
A
slotformule
B
je eigen naam (en klas)
C
groetjes,
D
bedankt

Slide 10 - Quizvraag

Waarom moet je een naam onder het artikel schrijven?
A
Het is een persoonlijke tekst
B
Het is een e-mail
C
Het is een nieuwbericht
D
Het is een brief namens je familie

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Zoek een artikel 
  • Uit hoeveel alinea's bestaat jouw artikel?
  • Wat is de titel van het artikel
  • Wie is de auteur van jouw artikel 
  • Bevat het artikel tussenkopjes, zo ja welke? 
  • Hoe wordt het artikel afgesloten? 

Schrijf op/markeer deze onderdelen.
Je hebt hier 2 minuten de tijd voor.
Daarna bespreken we het klassikaal.




timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide

Opbouw van een artikel
  • Plaats boven je artikel een passende titel
  • In de inleiding staat de aanleiding van je artikel: waarom je het artikel schrijft
  • In het middenstuk (kern) staat de meeste informatie (wat, waarom, waarover..)
  • In het slot staat wat je hoopt te bereiken met het artikel
  • Zet je voor- en achternaam onder het artikel
  • Al deze onderdelen zijn losse alinea's!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een alinea?
A
Een alinea is een woord.
B
Een alinea is een tekstgedeelte met een eigen onderwerp.
C
Een alinea is een hoofdstuk.
D
Een alinea is een zin.

Slide 17 - Quizvraag

Hoe herken je een alinea?
A
Een alinea begint altijd met een vraagteken.
B
Een alinea begint altijd met een hoofdletter.
C
Een alinea begint altijd met een nummer.
D
Een alinea begint meestal met een inspringing of een witregel.

Slide 18 - Quizvraag

Kan een alinea uit één zin bestaan?
A
Ja, een alinea kan uit één zin bestaan.
B
Nee, een alinea moet altijd uit meerdere zinnen bestaan.
C
Nee, een alinea kan alleen uit drie zinnen bestaan.
D
Nee, een alinea kan alleen uit vijf zinnen bestaan.

Slide 19 - Quizvraag

In middenstuk: informatie, mening en argumenten (WANT, OMDAT)

Slide 20 - Tekstslide

Kortom...samenvattend....
concluderend.... dus, hieruit blijkt 
geef je goede raad mee...het is verstandig om...
Naar verwachting  ...Op langere termijn ...

Slide 21 - Tekstslide

Samen oefenen: Opdracht A – Verbod op mobieltjes

Op jouw school is een rel geweest rond het gebruik van mobieltjes. In een klas hebben leerlingen een docent zo zitten treiteren dat hij heel boos is geworden. De leerlingen hebben zijn boze reactie met een mobieltje opgenomen en het filmpje op internet gezet.  
Het filmpje heeft voor veel onrust gezorgd op school. Mevrouw Haanstra van Engels heeft in de docentenvergadering zelfs voorgesteld om de school ‘mobielvrij’ te maken. Dit is nu namelijk de zoveelste keer dat er gedoe is door mobieltjes. Als mevrouw Haanstra haar zin krijgt, mogen leerlingen op school geen mobiel meer bij zich hebben. 
In de mentorles hebben jullie een discussie gevoerd over dit voorstel. Jij en je klasgenoten betreuren dat het zo uit de hand is gelopen bij mevrouw Haanstra, maar vinden ook dat een verbod op mobieltjes niet mag. Een telefoon is namelijk een belangrijk communicatiemiddel. Jullie moeten in noodgevallen contact kunnen opnemen met familie en vrienden. Verder staat in de wet dat een school geen mobieltjes mag innemen van leerlingen. Dit heeft de klachtencommissie van het onderwijs laatst uitgezocht. Na afloop van de discussie besluiten jullie dat het tijd wordt voor een artikel in de schoolkrant. Jij hebt aangeboden dit artikel te schrijven. 


Slide 22 - Tekstslide

Wat heeft de klachtencommissie van het onderwijs besloten over het innemen van mobieltjes?
A
Leerlingen moeten hun mobieltjes inleveren bij de docenten
B
Een school mag geen mobieltjes innemen van leerlingen
C
Een school mag mobieltjes alleen innemen bij wangedrag
D
Leerlingen moeten hun mobieltjes in hun kluisje laten

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de mening van de schrijver en zijn klasgenoten over een mobielverbod?
A
Een verbod op mobieltjes is niet acceptabel
B
Ze willen dat mobieltjes alleen buiten de klas gebruikt worden
C
Ze vinden dat mobieltjes alleen in noodgevallen gebruikt mogen worden
D
Ze zijn het eens met mevrouw Haanstra

Slide 24 - Quizvraag

Waarom wil mevrouw Haanstra een verbod op mobieltjes op school?
A
Ze vindt mobieltjes afleidend in de klas
B
Er is veel gedoe en onrust door mobieltjes
C
Ze wil de privacy van de docenten beschermen
D
Ze vindt dat leerlingen te veel tijd besteden aan hun mobiel

Slide 25 - Quizvraag

Zelfstandig aan de slag
Opdracht: Je gaat zelfstandig een artikel schrijven.
   


Stap 1: Je leest de opdracht goed door.
Stap 2: Maak een verdeling: wat zet je in de inleiding, middenstuk en slot?  (gebruik evt een schema schrijfplan)
Stap 4: Begin met schrijven
Stap 5: Herlees je stuk en controleer het op fouten tegen de regels/conventies en controleer of je geen formuleer-, spelfouten hebt gemaakt. Let ook op hoofdletters en leestekens. 
Let op: Vraag feedback!
Ik wil dat je elk onderdeel (inleiding, kern en slot) met je buurman of buurvrouw bespreekt. Indien nodig pas je je artikel aan.

Ben je klaar? Laat het artikel aan mij zien. 


Slide 26 - Tekstslide

Gluren bij de buren
  1. Klaar met je artikel?  Wissel je artikel uit met een ander.
  2. Kijk het artikel van de  ander na.
  3. Geef het artikel  terug aan de ander.
  4. Bekijk de feedback op je artikel en herschrijf je artikel (indien nodig). 
  5. Laat het artikel aan de docent zien. 

Slide 27 - Tekstslide

Afsluiting
We werken aan het volgende leerdoel:

Je schrijft een artikel  volgens de conventies van het centraal examen.


Slide 28 - Tekstslide