Marketing les 5 Plaats & Presentatie

Eerst vorige week even herhalen
---------------------------------------------->
---------------------------------------------->
---------------------------------------------->
---------------------------------------------->
---------------------------------------------->
---------------------------------------------->
---------------------------------------------->
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Eerst vorige week even herhalen
---------------------------------------------->
---------------------------------------------->
---------------------------------------------->
---------------------------------------------->
---------------------------------------------->
---------------------------------------------->
---------------------------------------------->

Slide 1 - Tekstslide

E-mail met een aanbieding op maat voor de klant.
A
Instrument = Direct marketing Medium = Owned media Middel = Direct mail
B
Instrument = Reclame Medium = TV Middel = Commercial
C
Instrument = Sponsoring Medium = Out-of-home media Middel = Narrowcasting

Slide 2 - Quizvraag

Waarom heeft een advertorial vaak meer overtuigingskracht dan een gewone advertentie?
A
Geen van beide is juist
B
Bij een advertorial heb je meer tekstruimte voor een inhoudelijk verhaal over een product of organisatie. Dit in tegenstelling tot een advertentie, waarbij de tekst vaak kort en pakkend moet zijn met daarbij een grote afbeelding
C
Een advertorial is minder snel als reclame herkenbaar en wordt daarom eerder geloofd door de lezer.

Slide 3 - Quizvraag

Wat voor soort website zou de volgende website kunnen zijn?
A
Macrosite
B
Microsite
C
Sponsored site

Slide 4 - Quizvraag

Jouw bedrijf produceert auto-onderdelen voor universele garages. Kies uit: tijdschrift, vakblad, dagblad.
A
Tijdschrift
B
Vakblad
C
Dagblad

Slide 5 - Quizvraag

Een vakblad biedt de meeste kans om de doelgroep zo efficiënt mogelijk te bereiken.

Slide 6 - Tekstslide

Marketing


Plaats en presentatie
13-01-2021
Samed Çiftçi

Slide 7 - Tekstslide

Plaats

Slide 8 - Tekstslide

Vestigingsplaats
Een onderneming is ergens gevestigd. Daar waar het gevestigd is, staat het bedrijf. 
  • Is het makkelijk om op korte termijn je vestigingsplaats te veranderen?
  • Op korte termijn je vestigingsplaats veranderen is natuurlijk lastig, dus is de keuze voor de plaats erg belangrijk.

Slide 9 - Tekstslide

Vestigingsplaats
Het kan zijn dat het voor andere bedrijven niet zo belangrijk is.
Dat heeft alles te maken met de bedrijfstak of branche.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een bedrijfstak en branche?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Bedrijfs -kolom


Bedrijven die er samen voor zorgen dat een product bij de klant terecht komt, wordt een bedrijfskolom genoemd.

Slide 13 - Tekstslide

Bedrijfskolom

Slide 14 - Tekstslide

Vul de juiste woorden in.

Een ............. is een groep bedrijven in de gehele ............... die zich met dezelfde producten bezighouden. Een ............... wordt gevormd door bedrijven die vergelijkbare werkzaamheden verrichten op dezelfde hoogte in een .............
A
1: Bedrijfskolom 2: Bedrijfstak 3: Branche 4: Bedrijfskolom
B
1: Branche 2: Bedrijfskolom 3: Bedrijfstak 4: Bedrijfskolom
C
1: Bedrijfstak 2: Branche 3: Berdrijfskolom 4: Bedrijfskolom

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een verkoopkanaal?
A
Is de wijze waarop je je producten aanbiedt en de manier waarop transactie tot stand komt.
B
Is de wijze waarop je producten inkoopt binnen de bedrijfskolom/
C
Is de voortgang binnen de bedrijfskolom

Slide 16 - Quizvraag

Verkoopkanaal

Slide 17 - Tekstslide

Kanaalkeuze

Slide 18 - Tekstslide

Kanaalkeuze

Slide 19 - Tekstslide

Distributie intensiteit

Slide 20 - Tekstslide

Distributie intensiteit

Slide 21 - Tekstslide

Jumbo maakt dus gebruik van:
A
Intensieve disturbutie
B
Selectieve distributie
C
Exclusieve distributie

Slide 22 - Quizvraag

Fysieke distributie

Slide 23 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen de supply chain en een bedrijfskolom?

Slide 24 - Open vraag

De supply chain breng je meestal in beeld voor één bedrijf en één product, een bedrijfskolom voor een hele branche.

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag!
We spreken elkaar straks weer!

Slide 26 - Tekstslide

Hoe heet het als de bedrijfskolom langer wordt?
A
differentiatie
B
integratie
C
parallellisatie
D
specialisatie

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heet het als je je assortiment uitbreidt?
A
differentiatie
B
integratie
C
parallellisatie
D
specialisatie

Slide 28 - Quizvraag

Waarom zijn de begrippen ‘(vestigings)plaats’ en ‘distributie’ zo nauw met elkaar verbonden?

Slide 29 - Open vraag

De vestigingsplaats is van invloed op de distributiemogelijkheden. Bijvoorbeeld: aansluiting op snel-, spoor- en waterwegen, parkeergelegenheid, opslagmogelijkheden enzovoort.

Slide 30 - Tekstslide

Wat heeft crosschannelling meer dan multichanneling?
A
Het feit dat de kanalen elkaar versterken en volledig geïntegreerd zijn.
B
Het feit dat de kanalen met elkaar in overeenstemming zijn.

Slide 31 - Quizvraag

Parfum is een soort van:
A
Intensieve distributie
B
Selectieve distributie
C
Exclusieve distributie

Slide 32 - Quizvraag

Er zijn verschillende vormen van groothandel en detailhandel. Welke vorm past het beste bij de Bijenkorf?
A
convenience store
B
importeur
C
outletstore
D
warenhuis

Slide 33 - Quizvraag

Even weer wat theorie......

Slide 34 - Tekstslide

Indirecte distributie

Slide 35 - Tekstslide

Pull- of pushstrategie

Slide 36 - Tekstslide

Pull-strategie
Als fabrikant probeer je de medewerking van de tussenhandel af te dwingen

Slide 37 - Tekstslide

Push-strategie

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Presentatie

Slide 40 - Tekstslide

Huisstijl

Slide 41 - Tekstslide

Exterieur

Slide 42 - Tekstslide

Interieur

Slide 43 - Tekstslide

Functionaliteit

Slide 44 - Tekstslide

Sfeer

Slide 45 - Tekstslide

Huiswerk: opdrachten in taken

Slide 46 - Tekstslide