5H Economie par. 19.1,2,3

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Huiswerkopgave 7c
Prijsverandering 2019 ivm 2018

1. 154 - 100
2. 154 - 135
3. 54%
4. 19 / 135 x 100

Huiswerkopgave 7d
Uitspraak B is ...

1. Juist, 11,1 > 3,6
2. Onjuist, 154 > 108
3. Juist, 0,111 x 8 > 0,036 x 54
4. Onjuist, 0,036 x 54 > 0,111 x 8

Huiswerkopgave 7e

1. Els, nic > pic
2. Els, pic > nic
3. Ton, nic > pic
4. Ton, pic > nic

Gevolgen inflatie

Daling koopkracht ----->

Hogere looneisen ------>

Loon-prijs-spiraal ------>

Verslechtering internationale concurrentiepositie

Gevolgen inflatie

reële waarde vermogensbezit daalt

reële waarde schuld daalt

Gevolgen inflatie

Gevolgen verwachte inflatie

Besparingen dalen

Bestedingen stijgen

Inflatie

Inflatie kan het gevolg zijn van overbesteding

Vraag naar producten stijgt ---> Prijs producten stijgt

Bestedingsinflatie

Om bestedingsinflatie tegen te gaan kan de overheid de belastingen ...(1)
en de overheidsbestedingen ...(2)

1. 1 verlagen 2 verlagen
2. 1 verlagen 2 verhogen
3. 1 verhogen 2 verlagen
4. 1 verhogen 2 verhogen

Om bestedingsinflatie tegen te gaan kan de Centrale Bank de rente ...

1. verlagen
2. verhogen

Inflatie kan ook het gevolg zijn van stijgende productiekosten, zoals bijvoorbeeld loonkosten of grondstofkosten

De aanbodlijn verschuift naar links

Kosteninflatie

Deflatie

Deflatie is een daling van het CPI. 

Dus een hogere koopkracht, maar

Deflatie --> Lagere winstmarges bedrijven --> Minder investeringen en meer faillissementen --> Lagere werkgelegenheid

Streven overheid en Centrale Bank is een kleine inflatie

Deflatie kan ontstaan door een verschuiving van de vraaglijn naar links

Vraag naar producten daalt ---> prijs daalt

prijsrigiditeit

Op korte termijn echter ( neerwaarste ) prijsrigiditeit door bestaande contracten, zoals bijvoorbeeld cao's / arbeidscontracten en inkoopcontracten

Op lange termijn prijzen wel flexibel

Loonstarheid

Een bijzondere vorm van prijsrigiditeit is loonstarheid. Dit wil zeggen dat de lonen (prijs van arbeid) niet snel zullen dalen. Dit is vooral het werk van vakbonden, die loondalingen tegenhouden. 

Grafiek blz. 226

Verandering op korte termijn van ( 400, 4 ) naar ( 200, 4 ) vanwege prijsrigiditeit

Verandering op lange termijn van ( 400, 4 ) naar ( 400, 2 )

Hw.

Huiswerkopgaven 8 en 9