27-01 Teamspel signaal- en verwijswoorden

HV 1R
Welkom
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

HV 1R
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Programma vandaag

  • Huiswerk bespreken

  • spel verwijs- en signaalwoorden in teams
  • Alaska










    Slide 3 - Tekstslide

    Leerdoel deze week
    Je kunt de juiste verwijswoorden gebruiken, je herkent signaalwoorden in een tekst en kent het verband dat ze aangeven.

    Slide 4 - Tekstslide

    Huiswerk
    1) Hst. 3 Formuleren, signaalwoorden, theorie lezen en opdracht 1 en 2.

    2) neem je boek van Alaska mee én je boek van Nieuw Nederlands


    Slide 5 - Tekstslide

    Uitleg spel 

    Slide 6 - Tekstslide

    Straks in je team:
    • Krijg je de opdracht om het goede verwijs- en signaalwoord te kiezen
    • bij elk antwoord staat een code
    • je markeert of onderstreept het goede antwoord
    • op het eind tel je alle codes bij elkaar op. De uiteindelijke code geef je door
    • winnende team krijgt prijs

    Slide 7 - Tekstslide

    Hoe kom je tot het goede antwoord?

    Slide 8 - Tekstslide

    Groepjes
    1.  Lennon, Luitzen, Carlijn, Vedika
    2. Mare, Tessa, Alan
    3. Fay, Vera, Darian
    4. Philip, Amir, Leonore, Thera
    5. Milan, Levi, Fieke, Asiella
    6. Quinty, Soufian, Willem, Roisin
    7. Noa, Brent, Liam

    Slide 9 - Tekstslide

    Aan de slag !
    timer
    25:00

    Slide 10 - Tekstslide

    Lekker voorlezen uit Alaska 

    Slide 11 - Tekstslide

    Het kind liep op straat.
    .... liep te huilen.
    A
    Het
    B
    Hij
    C
    Die

    Slide 12 - Quizvraag

    Ik eet graag een ijsje, .... ik dan bij City Plaza koop.
    A
    die
    B
    wat
    C
    dat

    Slide 13 - Quizvraag

    De regering en .... ministers vergaderen vandaag.
    A
    zijn
    B
    haar
    C
    hun

    Slide 14 - Quizvraag

    Het comité vroeg .... leden om raad.
    A
    haar
    B
    zijn
    C
    hun

    Slide 15 - Quizvraag

    Ella en Edward zijn verhuisd.
    .... hebben nog een feest gegeven voordien.
    A
    Hun
    B
    Zij
    C
    Ze

    Slide 16 - Quizvraag

    In ons dorp is elk jaar een Oranjefeest. Het wordt gehouden in september (1) … net als iedereen ga ik er (2) … heen, (3) … er van alles te beleven is. (4) … is er altijd een kermis met vele attracties, (5) … botsautootjes, een reuzenrad (6) … een zweefmolen.

    Slide 17 - Tekstslide

    Het wordt gehouden in september (1) … net als iedereen ga ik er (2) … heen, (3) … er van alles te beleven is.
    A
    1: omdat 2: ook 3: omdat
    B
    1: en 2: ook 3: omdat
    C
    1: dus 2 : bovendien 3: want
    D
    1: en 2: ook 3: want

    Slide 18 - Quizvraag

    (4) … is er altijd een kermis met vele attracties, (5) … botsautootjes, een reuzenrad (6) … een zweefmolen.
    A
    1: Zo 2: zoals 3: en
    B
    1: Zo 2: en 3: en
    C
    1: Bijvoorbeeld 2: dus 3: en
    D
    1: Ook 2: met 3: en

    Slide 19 - Quizvraag

    Schrijf zinnetje waarbij je een signaalwoord gebruikt voor een redengevend verband.

    Slide 20 - Open vraag

    Schrijf een zinnetje waarin je een signaalwoord voor een tegenstellend verband gebruikt.

    Slide 21 - Open vraag

    Welke vragen heb je nog over signaalwoorden of verwijswoorden?

    Slide 22 - Tekstslide

    Wat heb je vandaag geleerd?

    Vrijdag: Leestekst om woordenschat te meten

    Slide 23 - Tekstslide

    Slide 24 - Link