Stelling = standpunt (je bent
voor of
tegen) + argumenten + voorbeelden
1. Feitelijke argumenten (gebaseerd op onderzoek, waar of niet waar)
2. Subjectieve argumenten (mening van iemand)
Signaalwoorden opsomming:
Je kondigt de argumenten aan met woorden als: ten eerste, ten tweede, daarnaast, ook..