Ned_din13april_Havo3_H2_BouwplanSchrijven_les2

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

Terugblik 
Stillezen 
Samen oefenen (kort)
Theorie herhalen
Bespreken opdracht bouwplan/betoog
Zelfstandig aan de slag met je eigen standpunt
Evalueren
Vooruitblik 
Wisseling docent/pauze

Slide 2 - Tekstslide

Hoe was de les gegaan?


Wat heb je gedaan?











Slide 3 - Tekstslide


Week 12 april - 16 april
Lesdag 1 Schrijven hoofdstuk 2 Betoog oefenen
Lesdag 2 Spelling + boekpromotie
Lesdag 3 Toets bouwplan + Kahoot!

Week 19 april - 23 april 
Lesdag 1 Herhalen stof hoofdstuktoets +  boekpromotie
Lesdag 2 Herhalen stof hoofdstuktoets + Kahoot!
Lesdag 3 Toets hoofdstuk 2 

Na de meivakantie:
Schrijftoets (betoog) (12 mei)
Boekopdracht (presentatie) (3 juni)
Hoofdstuktoets Hoofdstuk 3 (24 juni)










Slide 4 - Tekstslide


Week 12 april - 16 april
Lesdag 1 Schrijven hoofdstuk 2 Betoog oefenen
Lesdag 2 Spelling vanaf bladzijde 84 (vwo-boek), alle opdrachten 1 t/m 4, 6 en 7.
Lesdag 3 Toets bouwplan + Kahoot!

Week 19 april - 23 april 
Lesdag 1 Herhalen stof hoofdstuktoets
Havo-boek: blz 92 (alleen onderdeel lezen), blz 93 (woordenschat, 14), blz 94 (spelling, 18)
Lesdag 2 Herhalen stof hoofdstuktoets
Vwo-boek: Test blz 96 (alleen onderdeel lezen), 98 (alleen onderdeel spelling, 16 en 17)
Lesdag 3 Toets hoofdstuk 2











Slide 5 - Tekstslide

stillezen (15 min)
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoel 
Onderdeel schrijven
-  Je weet dat je de inhoud van een tekst vast moet leggen voordat je gaat schrijven.
- Je let op de formulering bij het schrijven.
- Je maakt de structuur zichtbaar door per alinea één deelonderwerp te bespreken en door signaalwoorden en structurerende zinnen te gebruiken.
- Je weet dat je in de inleiding van je tekst de lezer nieuwsgierig maakt en je noemt het onderwerp.
- Je weet dat je in het slot terugkomt op de hoofdgedachte en je afsluit met een uitsmijter.
- Je weet dat je met goede voorbeelden je tekst duidelijker, levendiger en leuker maakt.


Slide 7 - Tekstslide

Noem drie verschillende signaalwoorden voor een verband: opsomming.

Slide 8 - Open vraag

Antwoord
en. ook. verder. ten eerste, ten tweede, enz. in de eerste plaats, in de tweede plaats, enz. daarnaast.

Slide 9 - Tekstslide

Noem drie verschillende signaalwoorden voor een verband: voorbeeld.

Slide 10 - Open vraag

Antwoord
bijvoorbeeld, zoals, zo, ter illustratie

Slide 11 - Tekstslide

 Schrijven (betoog)
  1. Onderwerp ontvangen docent
  2. Aantekeningen maken in deze les
  3. Donderdag op papier bouwplan invullen 
  4. Docent: rubric laten zien

Slide 12 - Tekstslide

Denk aan de theorie:
Havoboek 
Bladzijde 18
Herhalen theorie


Formulier Bouwplan & betoog

Slide 13 - Tekstslide

Bouwplan
Ga naar google classroom 'schrijven- betoog'.

In een stelling wordt een uitspraak of bewering over een onderwerp gedaan. Met een standpunt geef je je mening over die stelling.


Voorbeeld:


Stelling: De regering heeft een goed milieubeleid.
Standpunt: Ik vind dat de regering geen goed milieubeleid voert.


Klaar? Leren!


timer
40:00

Slide 14 - Tekstslide

Wat ging goed?
Wat kan er de volgende keer beter?

Slide 15 - Tekstslide


Wat gaan we de volgende les doen?




Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Nakijken

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Onderwerp zoeken
Je leest de tekst oriënterend. 

Door naar de titel te kijken, tussenkopjes, plaatjes en de eerste of laatste zin (bij een korte tekst) of de eerste of laatste alinea (bij een lange tekst) kom je achter het onderwerp van de tekst.


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link