20. 22 nov: Herhalingsweek 2

Communiceren doe je samen 2
Welkom havo 4

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek, laptop

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Communiceren doe je samen 2
Welkom havo 4

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek, laptop

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
  • Herhalingen
Vandaag vrijdag 22 november:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning periode 1:

Communicatie
2 Onderwerp en hoofdgedachte
3 Tekstsoorten
4 Inleiding, kern en slot
6 Alinea's en verbanden
8 Bronnenonderzoek



Taal
9 Framing

Literatuur
Literair boek lezen
Literair gedicht lezen 
Stijlfiguren pg. 158-159


In PTO 1 geef je antwoorden bij een leestekst én schrijf je een boekopdracht. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Opdracht 1. 
Beoordelingswoorden zijn bijvoeglijk naamwoorden waarin jouw mening zit. 

Maak 3 zinnen. 
In elke zin koppel je een beoordelingswoord aan een begrip uit de literatuur.
 
Beoordelingswoorden
Gevoelig - Ongevoelig
Geloofwaardig - Ongeloofwaardig
Herkenbaar - Onherkenbaar
Grappig - Droevig
Verrassend - Voorspelbaar
Griezelig - Rustgevend
Begrippen literatuur
personages
perspectief
thema
genre
timer
4:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Opdracht 2. 
Ga naar pagina 158-159. 
Welke twee stijlfiguren passen goed bij dit fragment van Mi have een droom

timer
4:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Onderwerp en hoofdgedachte (les 2)

Wat is het verschil?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Onderwerp: één woord of een woordgroep (geeft aan waar de tekst over gaat)

Hoofdgedachte: één zin (geeft aan waar de tekst over gaat)
De hoofdgedachte is nooit een vragende zin!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht maken
Lees de tekst en schrijf de antwoorden van de vragen in je schrift. 

  1. Wat is het onderwerp?
  2. Wat is de hoofdgedachte?

timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden bespreken

Wat is het onderwerp?
  • Boom krijgt Twitteraccount
Wat is de hoofdgedachte?
  • Boom krijgt Twitteraccount om bewustzijn bij het publiek te creëren (voor de interactie tussen bomen en hun omgeving).

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les

Onderwerp
Deelonderwerpen
Hoofdgedachte
Kernzin

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Tekstsoorten (les 3)

Welke tekstsoorten zijn er? 
Welke tekstdoelen zijn er? 
Welke tekstvormen zijn er? 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstsoorten:

  • verhalend
  • informend
  • waarderend

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoelen:

- informeren
- instrueren
- beschouwen
- overtuigen
- activeren
- amuseren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstvormen (voorbeelden):

  • betoog
  • advertentie
  • recensie
  • beschouwing
  • column
  • dagboek

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les

Tekstsoorten
Tekstdoelen
Tekstvormen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Inleiding, kern, slot (les 4)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Startopdracht
Schrijf de antwoorden in je schrift. 
  1. Geef twee manieren hoe een schrijver de aandacht kan trekken in een inleiding. 
  2. Geef twee manieren hoe een schrijver de lezer kennis laat maken met het onderwerp in de inleiding.
 


timer
2:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Titel + Inleiding
- Aandacht trekken door:  
1. anekdote
2. opvallende stelling of mening
3. actuele gebeurtenis
4. het voordeel voor de lezer

- kennismaking met het onderwerp > hoe? pg 60
- richting geven aan de tekstopbouw
- idee geven van het genre (tekstsoort/-doel)
Tekstopbouw
Middenstuk/kern
- uitwerking van het onderwerp in deelonderwerpen
- uitwerking in hoofdstukken, paragrafen of alinea's
- overzichtspunten: titels, kopjes, signaalwoorden
Slot
- de afronding
 - terugblik op inleiding en de kern
- krachtiger maken van strekking of boodschap (of een uitsmijter) 
- vaak de hoofdgedachte

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
kennismaking met het onderwerp = onderwerp introduceren (pg 60): 
- vraag
- voorbeeld geven
- samenvatting
- conclusie
- mening
 - probleemstelling
 - oorzaak gevolg
 - opvallende uitkomst

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les

Titel
inleiding
kern
slot

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Stijlfiguren (pg 158-159)
Pak je aantekeningen over Stijlfiguren erbij.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem de stijlfiguur
1. De fans gingen compleet uit hun dak toen Adele het podium betrad.
2. Vroeger was Frans slank, maar nu is hij weldoorvoed.
3. Game jij tien uur per dag? Dat is aardig wat.
4. Tijdens de eerste les NL, werden we doodgegooid met huiswerk.
eufemisme
understate-ment
hyperbool

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dat is niet onwaarschijnlijk.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
litotes

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt later toch goed verdienen?
A
tegenstelling
B
overdrijving
C
retorische vraag
D
tautologie

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind haar niet lelijk.
A
metafoor
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een paradox is een
A
schijnbare tegenspraak
B
tegenstelling
C
herhaling
D
antithese

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de zinnen naar het juiste stijlfiguur!
Metafoor
Understatement
Hyperbool
Die koppige ezel blijft bij zijn keuze!
"Het is best leuk om een paar centen te winnen", zei de winnaar van de jackpot. 
Het duurde een eeuwigheid!
Duizendmaal dank!

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn stijlfiguren?
A
Stijlfouten
B
Iets ingewikkelder opschrijven
C
Trucjes met taal
D
De vorm van een gedicht

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
beeldspraak en stijlfiguren

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnenonderzoek (les 8)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 5 stappen zet je om te weten of een bron betrouwbaar is?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbare bron:

geloofwaardig
- gezaghebbende organisatie en deskundige auteur
nauwkeurig
- actueel en volledig
neutraal
- heeft iemand een bepaald belang?
redelijk
- genuanceerd beeld
onderbouwd
- bibliografie

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst hiernaast. 
Maak de opdracht.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden bespreken
  • a Het doel van de tekst is om je te overtuigen Prime Energy Drink Tropical Punch te kopen. 
  • b De bron is niet deskundig.
  • c De bron is niet neutraal.
  • d De bron is waarderend en niet informerend. Je kunt voor een presentatie over energiedrankjes dus beter andere, informerende bronnen kiezen.

Slide 34 - Tekstslide

havo