Ondersteunt en motiveert een groep cliënten bij activiteiten P3-K1-W3

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Activiteiten organiseren
  • Plan voorbereiden (Wie, waarom, wat waarmee, waar, wanneer
  • Indeling van groepen
  • Wat staat er nog te doen 


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Activiteiten organiseren (methodisch handelen)
1. Beginsituatie
2. Doelen formuleren
3. Plan voorbereiden
4. Plan uitvoeren
5. Evaluatie

Slide 4 - Tekstslide

Plan voorbereiden
Wie
Waarom
Wat
Waarmee
Waar
Wanneer

Slide 5 - Tekstslide

Wie


Vertrekpunt zijn de wensen en behoeften van de cliënt

Slide 6 - Tekstslide

Wat heb jij in je koffer om de cliënt daarin te voorzien?

Vaardigheidsanalyse
  • In een vaardigheidsanalyse worden de vaardigheden beschreven die nodig zijn om een activiteit tot een goed einde te brengen
  • Elke activiteit vraagt een aantal vaardigheden waarover de cliënt moet beschikken of de mogelijkheid moet hebben deze vaardigheid aan te leren 

Slide 7 - Tekstslide

Waar maakt een vaardigheidsanalyse belangrijk?
Door in het activiteitenplan het vaardigheidsniveau en datgene wat de activiteit vraagt aan elkaar te koppelen kun je extra aandacht geven aan 'het appel' dat van de activiteit uitgaat

Het gaat om de prikkel en de aantrekkingskracht van de activiteit!

Slide 8 - Tekstslide

Observeren vaardigheidsniveau


  • Motorische vaardigheden
  • Cognitieve vaardigheden
  • Sociale vaardigheden
 
Kijkvraag voor filmpje! 
Met welke vaardigheden (mogelijkheden en onmogelijkheden) wordt er rekening te houden?   Welke vaardigheidsgebieden missen jullie? 

Slide 9 - Tekstslide

Aanvullende vaardigheidsgebieden

  • Spraak en taalvaardigheden

  • Visuele vaardigheden

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Waarom

Je hebt een gemotiveerde keuze gemaakt!

Met behulp van de doelstelling, het vaardigheidsniveau en wat de activiteit vraagt


Slide 12 - Tekstslide

Wat
Na het wie en waarom komt het wat 

Belangrijkste vraag:
Wat moet er gebeuren om met deze activiteit het doel te bereiken? Wat maakt het aantrekkelijk 'het appel' 

Slide 13 - Tekstslide

Waarmee
Materialen en gereedschappen kunnen de volgende kenmerken/eigenschappen hebben:

  • Vorm, kleur, dikte, lengte, grootte, structuur, gewicht, hardheid, temperatuur, vochtigheidsgehalte, geur

Wat doet dat met de cliënt? 


Slide 14 - Tekstslide

Waar
Ruimten kunnen de volgende kenmerken/eigenschappen hebben:
  • grootte, hoogte, lichtinval, akoestiek, inrichting, sfeer, prikkels

Belangrijk is dat je inspeelt op wat de cliënt nodig heeft

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer
Het tijdstip van het doen van een activiteit kan veel invloed hebben. Belangrijk hier aandacht aan te besteden!

  • Concentratie 
  • speciale zorg, voeding & wondverzorging
  • Rustmomenten

Slide 16 - Tekstslide

Indeling van groepen 
Primaire groep: persoonlijke, intieme relaties en afstand tussen elkaar is klein, leven met elkaar mee en kennen elkaar goed. Belang voor ontwikkeling welzijn.

Secundaire groep:de uit te voeren taak (activiteit) staat centraal Omgang meer op afstand en communicatie zakelijk. Weinig persoonlijk. 

Formele groep: Groepen cliënten in de zorg. Bestaan en doel van de groep staat vast op papier, zo ook de regels en taakverdeling van de groep.

Informele groep: Vriendengroep


Slide 17 - Tekstslide

Indeling van groepen
  • Homogene groep: meerdere aspecten van de griepsamenstelling zijn hetzelfde (geslacht, leeftijd, mogelijkheden, etc).

  • Heterogene groep: meerdere aspecten zijn juist verschillend.

  • In-group: de 'wij'-groep, het 'wij' gevoel in de groep.

  • Out-group: de 'zij' -groep, anderen die je uitsluit van het 'wij' gevoel (mensen die volgens jou die 'anders' zijn). 

Slide 18 - Tekstslide

Wat staat er nog te doen
  • C-opdracht eigen regie
  • LVB verslag (eigen doelgroep)
  • Examenverslag W5 (onvoorziene en crisisituaties)

E-learnings:
Medicatie toedienen
Veiligheid en preventie basis
 

Slide 19 - Tekstslide

Belangrijk!


Tweede handtekening op het examenblad zet altijd de docent!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide