Les 4: Industriële revolutie

Hoofdstuk 3 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de woorden op de juiste plek, doe de overige woorden in de prullenbak. 
In de fabrieken waren er hele slechte                                     . Het was er donker, benauwd en gevaarlijk. Ook waren de lonen van de arbeiders heel                            .
Mannen verdiende niet genoeg voor het hele gezin dus moesten                           en                                ook gaan werken. Zo ontstond er                                            .
Mensen konden niet protesteren tegen deze omstandigheden want dan werden ze                                   en hadden dan helemaal geen inkomen meer. Daarom gaan de arbeiders samenwerken in                                                  .
werkomstandigheden
laag
vrouwen
kinderen
kinderarbeid
ontslagen
vakbonden
mannen
woonomstandigheden
hoog
groepen

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Sociale Kwestie
Socialisme
Liberalisme
Fabrieks arbeiders
Fabrieksbazen
Grote rol overheid
Kleine rol overheid
Gelijkheid
Vrijheid
Sociale Kwestie

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Late industrialisatie in Nederland 
Nederland begon relatief laat met industrialiseren. Er was voldoende werkgelegenheid in de landbouw en de kleinschalige nijverheid verdiende goed . Dus grootschalige productie in fabrieken was niet nodig.

Nederland industrialiseerde tussen 1880 en 1913 snel. Schoenen en leer in Brabant, textiel uit Twente en wol uit Tilburg. Eind 19de eeuw ontstaan bedrijven in Nederland die over de hele wereld handelen. Voorbeelden hiervan zijn Unielever, Shell en Philips.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan Sociale kwestie
Begin industriele revolutie meer arbeiders dan werk

Fabriekseigenaren maakte hier gebruik van: slechte werkomstandigheden zoals lage lonen.

Niet mee eens? Dan werd je ontslagen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Sociale Kwestie? 
Vanaf de tweede helft van de negentiende begonnen steeds meer mensen zich zorgen de maken over de woon- en werkomstandigheden van de arbeiders (lange werkdagen, laag loon, slechte woningen)

Er ontstond hierover een discussie: de sociale kwestie =
het besef dat de slechte levensomstandigheden van de arbeiders verbeterd moeten worden.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op: De weekinkomsten van een mannelijke arbeider
was ongeveer 900 cent (9 gulden)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak
Tussenstap
Gevolg
Industriële Revolutie
Urbanisatie
Sociale kwestie

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe stonden de verschillende politieke stomingen tegenover deze kwestie?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liberalen (Rechts)
  • Overheid zorgt alleen voor orde en veiligheid
  • Economie helemaal vrijlaten
  • Sociale wetten kosten teveel geld 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Socialisten (Links)
  • Overheid moet er alles aan doen om de arbeiders te beschermen
  • Betere arbeidersomstandigheden (o.a. meer loon)
  • Om dit te bereiken strijden ze voor algemeen kiesrecht.   

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale kwestie 

het besef dat de slechte levensomstandigheden van de arbeiders verbeterd moeten worden.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oefenen
begrippenposter sociale kwestie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies