Herhalingsles Vervoer

Herhalingsles vervoer
Gebruik deze les om de stof voor de toets nog een keer te herhalen. 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles vervoer
Gebruik deze les om de stof voor de toets nog een keer te herhalen. 

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
Marktaandeel
Constante en variabele kosten 
Break-evenanalyse 
Maximale winst
Vraag en aanbod 
Externe effecten 
Elasticiteiten

Slide 2 - Tekstslide

Marktaandeel

Slide 3 - Tekstslide

Marktaandeel berekenen
meestal in afzet / stuks

Slide 4 - Tekstslide

Kosten

Slide 5 - Tekstslide

Vaste en Variabele kosten

Slide 6 - Tekstslide

Soorten variabele kosten

Slide 7 - Tekstslide

Break-evenanalyse

Slide 8 - Tekstslide

Break-even punt

Slide 9 - Tekstslide

Break-evenanalyse in een grafiek
Wanneer de lijn van de totale omzet en totale kosten elkaar snijden: break even point
De omzet is dan gelijk aan de 
kosten
, dus de winst=0 
TO = Totale opbrengsten
TK = Totale kosten 
TCK = totale constante kosten 
BEP = break-evenpunt 


Slide 10 - Tekstslide

Break-even omzet
Als je de break-even afzet weet kun je heel gemakkelijk de break-even omzet berekenen:

break-even afzet x verkoopprijs per stuk

Slide 11 - Tekstslide

Maximale winst 

Slide 12 - Tekstslide

Marginale kosten en opbrengsten
De marginale kosten zijn de extra kosten die een onderneming heeft als de productie met één eenheid wordt uitgebreid.

De marginale opbrengsten zijn de extra opbrengsten die een onderneming krijgt bij de verkoop van één extra eenheid. 


Slide 13 - Tekstslide

MO= MK
Als ondernemer wil je graag weten hoe je de hoogste mogelijke winst kan behalen (je maximale winst

Daarvoor geldt MO=MK

namelijk wanneer je marginale opbrengsten gelijk staan aan je marginale kosten

Slide 14 - Tekstslide

Maximale winst berekenen 
Bij welke hoeveelheid goederen (=q) verkopen hebben we  maximale winst?
Maximale winst → MO = MK

MO = marginale opbrengst  → MO = GO = P
MK = Marginale kosten  → MK = GVK

Slide 15 - Tekstslide

Vraag en aanbod 

Slide 16 - Tekstslide

Vraaglijn
Aanbodlijn
Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid

Slide 17 - Tekstslide

Consumenten en producenten surplus

Slide 18 - Tekstslide

Externe effecten

Slide 19 - Tekstslide

Externe effecten
externe effecten
onbedoelde gevolgen van de productie

Slide 20 - Tekstslide

Elasticiteiten

Slide 21 - Tekstslide

Samenvatting elasticiteiten

Slide 22 - Tekstslide

Primaire goederen, luxe goederen en inferieure goederen
  • Primaire goederen: goederen die je echt nodig hebt om te leven, eerste levensbehoefte (eten, drinken, kleding). Inkomstenelasticiteit tussen 0 en 1 
  • Luxe goederen: Goederen die je niet echt nodig hebt en die je gaat kopen als je inkomen stijgt. (auto, internet, tv). Inkomenselasticiteit groter dan 1 
  • Inferieure goederen: Goederen waar je minder van gaat kopen als je inkomen stijgt. (tweedehands kleding). Inkomenselasticiteit kleiner dan 0 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Voorbereiden voor de toets
Ga vooral veel opgaven maken en de formules leren.

Waar vind je opgaven?
- In je lesbrief; opgaven uit het hoofdstuk, zelftest 
- Op LWEO.nl bij elk hoofdstuk 
 

Slide 25 - Tekstslide