Het constructivisme is een educatieve en filosofische benadering.
Stelt dat kennis actief wordt opgebouwd door individuen o.b.v. hun eigen ervaringen en interacties met de wereld.
Slide 2 - Tekstslide
Constructivisme
Van invloed geweest op verschillende domeinen:
onderwijs, psychologie, filosofie en sociale wetenschappen
Slide 3 - Tekstslide
Constructivisme
Belangrijke kenmerken:
actieve betrokkenheid van leerders bij leerproces, leren door te doen, experimenteren, interactie met omgeving.
Bouwen van eigen begrip v/d wereld o.b.v. bestaande kennis en nieuwe informatie.
Slide 4 - Tekstslide
Constructivisme
Belangrijke kenmerken:
Sociale interactie als een cruciaal begrip van leren. Delen van ideeën, discussie, samenwerking.
Contextualiteit: contextafhankelijk, kennis en begrip nauw verbonden met de specifieke situaties en contexten
Slide 5 - Tekstslide
Constructivisme
Belangrijke kenmerken:
Actief probleemoplossen en kritisch denken zijn centrale vaardigheden, leerders aanmoediging door vragen stellen, hypotheses formuleren
zelfregulering: leerders eigen leren sturen en controleren, stellen van doelen, zelfevaluatie en reflectie.
Diversiteit in perspectieven: kan leiden tot variatie in hoe kennis wordt geconstrueerd
Slide 6 - Tekstslide
Constructivisme
Heet invloed gehad op het onderwijs en heeft geleid tot benaderingen als probleemgestuurd leren, projectmatig leren en geindividualiseerd leren.
Belangrijke figuren constructivisme: Piaget, Lev Vygotsky, Jerome Bruner.
Slide 7 - Tekstslide
Emperisch domein
Verwijst naar het gebied van kennis dat is gebaseerd op waarnemingen, metingen en ervaringen in de echte wereld.
Alle aspecten van kennis die kunnen worden verkregen d.m.v. emperisch onderzoek --> dat info wordt verzameld door observatie, experimenten, enquêtes, etc.
Het stelt ons in staat om te begrijpen hoe de wereld werkt, om hypotheses te testen, om problemen op te lossen en om nieuwe ontdekkingen te doen. Het vormt de basis van veel wetenschappelijke disciplines en draagt bij aan de ontwikkeling van nieuwe technologieen en innovaties.
Slide 10 - Tekstslide
Emperisch domein: theorie
Theorieënbinnen dit domein verwijzen naar systematische en georganiseerde verklaringen of modellen die worden gebruikt om observaties, feiten en gegevens te begrijpen en te verklaren die verkregen zijn door emperisch onderzoek in een specifiek domein van kennis.
Het ontwikkelen en teksten van theorieën is een belangrijk onderdeel van wetenschappelijk onderzoek in elk emperisch domein. Theorieën kunnen evolueren en worden aangepast o.b.v. nieuw bewijs en onderzoek
Slide 12 - Tekstslide
Emperisch domein: methode
Verschillende methoden worden gebruikt om gegevens te verzamelen, analyseren en interpreteren. De keuze hang af van het specifieke onderzoeksvraagstuk, de aard van de gegevens en de doelen van het onderzoek.
Lit.wetenschap is een discipline die zich bezighoudt met de studie en analyse van lit.teksten en lit.kunst.
Het is een tak van de geesteswetenschappen die zich richt op de bestudering van lt. werken: fictie, poezie, drama, essays, etc.
Lit.wetenschap tracht de betekenis, structuur, stijl en culturele context van lit.teksten te begrijpen en te interpreteren.
Slide 15 - Tekstslide
Discipline: lit.wetenschap
tekstanalyse, stijlanalyse, genre-analyse, historische en culturele context, literaire kritiek, auteurschap en auteurstheorie, receptiegeschiedenis, vergelijkende literatuurwetenschap.
Slide 16 - Tekstslide
Paradigma
Het concept paradigma wordt vaak gebruikt om de dominante theoretische benaderingen en methoden binnen het veld op een bepaald moment in de geschiedenis aan te duiden.
Slide 17 - Tekstslide
Paradigma
Paradigma's weerspiegelen de aanvaardbare manieren van denken, analyseren en benaderen van literatuur en literaire studies op dat moment.
Slide 18 - Tekstslide
Paradigma
Paradigma's voorbeelden:
formalisme: legde de nadruk op de interne structuur van lit.teksten. Zij concentreerden zich op lit.kenmerken als stijl, vorm, ritme en taalgebruik. Probeerden de autonomie van lit.kunst te benadrukken.
Structuralisme: richtte zich op de analyse van de diepere structuren en patronen in lit.teksten. Hoe betekenis wordt gegenereerd door onderliggende structuren van taal en verhaal.
Slide 19 - Tekstslide
Paradigma
Post-structuralisme: Jacques Derrida en Michel Foucault. Zij bekritiseerden de ideeën van een stabiele betekenis en de autonomie van de tekst. Benadrukten de instabiliteit en meerduidigheid van taal en onderzochten de invloed van macht en ideologie in lit.teksten.
Feministische literatuurkritiek.
Postkoloniale literatuurkritiek: bestudeerden lt. in relatie tot de erfenis van kolonialisme en de impact ervan op de cultuur en identiteit van voormalige kolonies. Ze onderzochten culturele hybriditeit, taal en dekolonisatie.
Slide 20 - Tekstslide
Paradigma
Cognitieve literatuurwetenschap: gericht op cognitieve processen die betrokken zijn bij het leen en begrijpen van literatuur. Onderzoekt hoe lezers betekenis construeren en emotionele reacties ervaren bij het leen van teksten.
Slide 21 - Tekstslide
Paradigmaverschuivingen
Paradigmaverschuivingen gebeuren wanneer er een verandering optreedt in de dominante benadering en methodologie binnen de literatuurwetenschap.
Slide 22 - Tekstslide
Paradigmaverschuivingen
weerspiegelen bredere intellectuele en culturele veranderingen in de samenleving.
Nieuwe paradigma's kunnen ontstaan als reactie op kritiek op bestaande benaderingen.
Slide 23 - Tekstslide
Geesteswetenschappen
= humaniora
Een breed domein van academische disciplines die zich richten op het bestuderen van menselijke cultuur, gedachte, taal, geschiedenis en creativiteit.
Ze onderzoeken de menselijke ervaring en expressie.
Slide 24 - Tekstslide
Geesteswetenschappen
Belangrijke disciplines geesteswetenschappen:
- literatuurwetenschap - filosofie - geschiedenis - kunstgeschiedenis - taalwetenschap - religiewetenschap - culturele antropologie - muziekwetenschap - theater/podium - filologie - media en communicatie - film en media
Slide 25 - Tekstslide
filologie = een discipline binnen de geesteswetenschappen die zich richt op de studie van taal en literatuur, met een bijzondere nadruk op het bestuderen van oude of historische teksten.
Slide 26 - Tekstslide
Geesteswetenschappen
geesteswetenschappen bevordert kritisch denken, analytische vaardigheden en cultureel bewustzijn.
Slide 27 - Tekstslide
Begrijpen en verklaren
Dilthey, 19e eeuw, ontwikkeling hermeneutiek.
Een filosogische benadering van interpretatie en begrip
Hij onderscheid 2 soorten begrip:
- begrip in de context van wetenschappen: geschiedenis en cultuur
- verklaren
Slide 28 - Tekstslide
Begrijpen en verklaren
Begrijpen:
- focus is gericht op het begrijpen van menselijke ervaringen, emoties, intenties en betekenissen die in teksten, kunst en menselijk gedrag worden uitgedrukt. Het is gericht op het vangen van de subjectieve ervaringen en innerlijke wereld van individuen.
- doel is om empathisch begrip te bereiken van de unieke context en betekenis van de menselijke handelingen en creaties.
- methoden: omvatten nauwkeurige interpretatie, contextuele analyse, empathie en het gebruik van hermeneutische technieken om de betekenis van een tekst, kunstwerk of historische gebeurtenis
Slide 29 - Tekstslide
Begrijpen en verklaren
verklaren:
- focus is gericht op het verklaren van fenomenen dmv oorzaak-gevolgrelaties en wetmatigheden. Het streeft naar objectiviteit en het identificeren van algemene principes en regels die de basis vormen voor verklaringen.
- doel is om gebeurtenissen of fenomenen te begrijpen door ze te plaatsen in een bredere, causale context. Het zoekt naar patronen en wetmatigheden om fenomenen te verklaring en te voorspellen.
- methoden: verklaren omvat vaak kwantitatieve analyse, experimenten en het zoeken naar causale verbanden. Het streeft naar objectiviteit en generaliseerbare resultaten.
Slide 30 - Tekstslide
Cultuurkritiek
Verwijst naar de analyse en interpretatie van literaire werken met het oog op het blootleggen en bespreken van culturele, sociale, politieke en historische kwesties en vraagstukken. Een benadering die in de literatuur beschouwt wordt als een weerspiegeling van de samenleving en als een instrument om die samenleving te onderzoeken en te bekritiseren.
Slide 31 - Tekstslide
Cultuurkritiek
Doel:
de diepere betekenis van literatuur te ontrafelen en de rol ervan in de samenleving te begrijpen. Cultuurkritische benaderingen kunnen varieren afhankelijk van de theoretische lens die wordt gebruikt zoals feminisme, marxisme, postkolonialisme, etc. wat leidt tot verschillende interpretaties en analyses van literaire teksten.
Slide 32 - Tekstslide
Cultuurkritiek
Belangrijke aspecten:
- contextualisatie: het plaatsen van een literair werk in zijn historische, sociale en culturele context.
- ideologieanalyse: het onderzoeken van de ideologieen die in leteraire werken worden weerspiegeld. --> politieke overtuigingen, sociale normen, genderrollen, raciale kwesties, etc.
Slide 33 - Tekstslide
Cultuurkritiek
- kritiek op maatschappelijke problemen: literatuur gebruiken als een middel om maatschappelijke problemen en onrechtvaardigheden aan te kaarten. En pleiten voor verandering
- Representatie van identiteit: kijkt naar hoe literaire werken kwesties van identiteit (ras, gender, klasse, seksualiteit) weergeven en construeren. Het onderzoekt hoe personages en culturele groepen worden gerepresenteerd en welke implicaties dit heeft.
Slide 34 - Tekstslide
Cultuurkritiek
- Rol van de auteur: richten op de auteur als culturele producent. Het onderzoekt hoe auteurs hun eigen culturele context beïnvloeden en hoe ze de maatschappij beïnvloeden met hun werk.
- Intertekstualiteit: cultuurkritiek kan ook de relaties tussen literatuur en andere culturele vormen (film, muziek, kunst) onderzoeken. Het kijkt naar hoe literatuur intertekstueel is verbonden met andere culturele uitdrukkingsvormen.