1HV - Herhaling H4 P1 P2 + H5 P1 P2
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat was een grote economische verandering rond 500?
A
De steden liepen leeg en men verhuisde naar het platteland
B
De islam ontstond doordat Mohammed naar Medina ging
C
Karel de Grote werd keizer van het Frankische Rijk
D
Er waren veel oorlogen met de Germaanse stammen
Slide 2 - Quizvraag
Een politiek-bestuurlijke verandering uit de tijd rond 500
Slide 3 - Open vraag
Vroonland
Hoeveland
Woeste gronden
Het woongebied van de domeinheer zelf
Hier moesten horigen herendiensten uitvoeren
Aan het rand van het domein
Hier woonden de boeren
Bossen, rivieren en moerassen
Kleinere stukjes land die door boeren worden bewerkt
Slide 4 - Sleepvraag
Heer of boer? Zet ze bij de juiste kolom.
De boer
De heer
Bescherming bieden tegen vijanden.
Werken op het land.
Betalen voor bescherming.
Niet van het domein af mogen.
Recht spreken op het domein.
De baas op het domein.
Slide 5 - Sleepvraag
Krijgen bescherming van de heer
Het systeem van heren en horigen op een domein
Vroonhoeve
De eigenaar van een domein
De grond en boerderijen van de heer
het domein
het hofstelsel
Het huis van de heer
de heer
horigen
Maak de goede combinaties
Slide 6 - Sleepvraag
Hofstelsel of leenstelsel?
Als er oorlog is moeten de leenmannen de keizer helpen
Als er oorlog is moeten de leenmannen de keizer helpen
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel
Slide 7 - Quizvraag
Hofstelsel of leenstelsel?
Op het domein van de leenman werken horige boeren
Op het domein van de leenman werken horige boeren
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel
Slide 8 - Quizvraag
Hofstelsel of leenstelsel?
Leenmannen beloven trouw aan de leenheer
Leenmannen beloven trouw aan de leenheer
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel
Slide 9 - Quizvraag
Hofstelsel of leenstelsel?
Op het domein van de landheer werken horige boeren
Op het domein van de landheer werken horige boeren
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel
Slide 10 - Quizvraag
Hofstelsel of leenstelsel?
De horige boer mag het domein van de leenman niet verlaten
De horige boer mag het domein van de leenman niet verlaten
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel
Slide 11 - Quizvraag
Hofstelsel of leenstelsel?
De leenman steunt de koning in tijden van oorlog
De leenman steunt de koning in tijden van oorlog
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel
Slide 12 - Quizvraag
Hofstelsel of leenstelsel?
Leenmannen besturen een gebied in naam van de leenheer
Leenmannen besturen een gebied in naam van de leenheer
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel
Slide 13 - Quizvraag
Hofstelsel of leenstelsel?
= een politiek kenmerk van de vroege middeleeuwen
= een politiek kenmerk van de vroege middeleeuwen
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel
Slide 14 - Quizvraag
Hofstelsel of leenstelsel?
Is een economisch kenmerk van de vroege middeleeuwen
Is een economisch kenmerk van de vroege middeleeuwen
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel
Slide 15 - Quizvraag
Hofstelsel of leenstelsel?
Vrije boeren betalen pacht aan de leenman
Vrije boeren betalen pacht aan de leenman
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel
Slide 16 - Quizvraag
Wat was het voordeel voor Clovis om zich te bekeren tot het christendom
A
Hij kreeg meer gebied hierdoor
B
Hij kreeg help van kerkleiders in het bestuur; ze waren namelijk erg machtig
C
Het is een risico omdat de meeste Franken nog niet christelijk waren
D
hij voerde op deze manier sneller oorlog
Slide 17 - Quizvraag
Wat was het nadeel voor Clovis om zich te bekeren tot het christendom
A
Hij kreeg meer gebied hierdoor
B
Hij kreeg help van kerkleiders in het bestuur; ze waren namelijk erg machtig
C
Het is een risico omdat de meeste Franken nog niet christelijk waren
D
hij voerde op deze manier sneller oorlog
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een nadeel van het leenstelsel?
A
Het geleende land werd door de leenman als eigendom gezien
B
De koning had te weinig land om uit te lenen
C
Er waren te weinig leenmannen
D
Na Karel de grote verdween het leenstelsel
Slide 19 - Quizvraag
De Hanze heeft heel veel voordelen. Welke van de onderstaande antwoorden is geen voordeel van het aansluiten bij de Hanze?
A
Ze maken prijsafspraken en gaan zo prijsconcurrentie tegen.
B
Ze hebben het alleenrecht op een aantal handelswaar.
C
Ze hoeven geen tol te betalen als ze in elkaars steden komen
D
Ze helpen elkaar bij schade door bijvoorbeeld piraten, storm en schipbreuk.
