2. Kruiscilinder en verschillende soorten astigmatisme

KC refractie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
OptiekMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

KC refractie

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week
Week 1
Leerdoelen
Aan het einde van de week kan je:
- uitleggen wat een kruiscilinder is.
- de torische sterkte van een kruiscilinder berekenen.
Theorieboek
bladzijde 5 tot en met 9.
Huiswerkopdrachten
opdracht 1 + 2.

Slide 2 - Tekstslide

Deze week
Week 2
Leerdoelen
Aan het einde van de week kan je:
- uitleggen welk effect een KC heeft bij een astigmatisch oog.
- de visusverschillen bij het voorhouden van een KC bij verschillende       vormen van astigmatisme uitleggen.
- de voor- en nadelen benoemen van verschillende uitgangssituaties.
Theorieboek
bladzijde 10 tot en met 15.
Huiswerkopdrachten
-

Slide 3 - Tekstslide

Welke sterkte heeft een KC 0,25?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Het effect van een KC

Slide 6 - Tekstslide

Verschil tussen de KC standen
Enkelvoudig myoop

Slide 7 - Tekstslide

Verschil tussen de KC standen
Gemengd astigmatisme

Slide 8 - Tekstslide

Verschil tussen de KC standen
samengesteld myoop astigmatisme

Slide 9 - Tekstslide

Verschil tussen de KC standen
samengesteld hypermetroop astigmatisme

Slide 10 - Tekstslide

Uitgangssituaties
(zuiver) gemengd astigmatisme:
voordeel:
  • klant ziet grote visusverschillen (0.2) tussen de KC-standen.
nadeel:
  • je moet steeds 2 glazen verwissel (zowel sferisch als cilinder).
  • het oog na HG/HV eerst zuiver gemengd maken; sferisch aanpassen en controle rood/groen.

enkelvoudig myoop astigmatisme:
voordeel:
  • je hoeft steeds maar 1 glas te verwisselen (cilinder).
nadeel:
  • klant ziet minder visusverschil (0.1) tussen de KC-standen.

Slide 11 - Tekstslide

Toch verschillen zien
Theoretisch blijft de visus gelijk wanneer je de KC wentelt bij samengesteld myoop en samengesteld hypermetroop.

>> in de praktijk zal de klant toch kleine verschillen zien tussen beide standen.
  • deze verschillen zorgen samen met de controle van de sferische refractie, cilindersterkte en cilinderas, uiteindelijk voor een juiste oogmeting.

Zorg ervoor dat het oog niet geneveld is (samengesteld myoop = theoretisch ongewenst).

Slide 12 - Tekstslide

Deze week
Week 2
Leerdoelen
Aan het einde van de week kan je:
- uitleggen welk effect een KC heeft bij een astigmatisch oog.
- de visusverschillen bij het voorhouden van een KC bij verschillende       vormen van astigmatisme uitleggen.
- de voor- en nadelen benoemen van verschillende uitgangssituaties.
Theorieboek
bladzijde 10 tot en met 15.
Huiswerkopdrachten
-

Slide 13 - Tekstslide

Volgende week
Week 3
Leerdoelen
Aan het einde van de week kan je:
- stap 1 tot en met 3 van zwak KC benoemen.
- stap 1 tot en met 3 van zwak KC uitleggen.
Theorieboek
bladzijde 16 tot en met 24
Huiswerkopdrachten
Opdracht 3 + 4

Slide 14 - Tekstslide