Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatica - Klare taal les 9+ 12: meervoud en bijvoeglijk naamwoord
Welkom!
Grammatica
Meervoud en bijvoeglijk naamwoord
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
Nederlands
Middelbare school
Voortgezet speciaal onderwijs
vmbo b
Leerroute VB
Leerjaar 1
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom!
Grammatica
Meervoud en bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Tekstslide
meervoud
+en
de docent - twee docent
en
de cursist - twee cursist
en
de stoel - twee stoel
en
het woord- twee woord
en
de punt - twee punt
en
de zin- twee zin
nen
de klas- twee klas
sen
Slide 2 - Tekstslide
Kijk goed...
Twee medeklinkers
na
a, e, i, o, u
in een kort woord.
Kl
a
s - kl
a
ss
en
l
e
s - l
e
ss
en
z
i
n- z
i
nn
en
b
o
s - b
o
ss
en
k
u
s- k
u
ss
en
Slide 3 - Tekstslide
Kijk goed...
aa, ee, oo, uu
en daarna een medeklinker wordt
a, e, o, u
r
aa
m - r
a
men
b
ee
n - b
e
nen
br
oo
d - br
o
den
m
uu
r- m
u
ren
Slide 4 - Tekstslide
maar...
Slide 5 - Tekstslide
de kaart-twee kaarten
paard- twee paarden
Slide 6 - Tekstslide
de brie
f
- veel brie
v
en
de roo
s
- twee ro
z
en
Slide 7 - Tekstslide
meervoud
+s
Na
e, el, em
,
en, er
en
ie
is het meervoud
+s
het kopj
e
- twee kopj
e
s
de taf
el
- twee taf
el
s
de bez
em
- twee bez
em
s
de jong
en
- twee jong
en
s
de lett
er
- twee lett
er
s
de vakant
ie
- twee vakant
ie
s
Slide 8 - Tekstslide
meervoud
+'s
Na
a, i, o
,
u, y
is het meervoud
+'s
de op
a
- twee op
a
's
de tax
i
- twee tax
i
's
de aut
o
- twee aut
o
's
de parapl
u
- twee parapl
u
's
de bab
y
- twee bab
y
's
Slide 9 - Tekstslide
Uitzonderingen
Sommige meervouden hebben geen regels, die moet je uit je hoofd leren...
de stad - de steden
het schip- de schepen
de smid- de smeden
het lid- de leden
Slide 10 - Tekstslide
Nog meer uitzonderingen
de weg- de wegen
de dag- de dagen
het dak- de daken
het glas- de glazen
het gat- de gaten
Slide 11 - Tekstslide
Nog een paar...
de oom- de ooms
de broer- de broers
de zoon- de zoons
het kind- de kinderen
het ei- de eieren
Slide 12 - Tekstslide
Welkom!
Bijvoeglijk naamwoord
Grammatica
Slide 13 - Tekstslide
Welkom!
Grammatica
Bijvoeglijk naamwoord
De leuke school
De slimme leerlingen
Slide 14 - Tekstslide
Welkom!
Grammatica
Bijvoeglijk naamwoord
sterk
dik
warme
Slide 15 - Tekstslide
Welkom!
Grammatica
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 16 - Tekstslide
Werkbladen maken
9. De spelling van het meervoud (herhaling)
12. Bijvoeglijk naamwoorden
Klaar?
Voorbeelden leren
Straks spelen we een QUIZ!
Slide 17 - Tekstslide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Een leeuw is een sterk dier.
A
leeuw
B
sterk
C
is
D
dier
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Een olifant is een groot dier.
A
olifant
B
dier
C
is
D
groot
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Een beer is een gevaarlijk dier.
A
beer
B
gevaarlijk
C
is
D
dier
Slide 20 - Quizvraag
De .................jas
A
warme
B
warm
C
mooi
D
mooie
Slide 21 - Quizvraag
De .................weg
A
breed
B
brede
C
smal
D
smalle
Slide 22 - Quizvraag
Het ...............kind
A
stout
B
lieve
C
lief
D
stoute
Slide 23 - Quizvraag
De ....................man
A
zieke
B
gezond
C
gezonde
D
ziek
Slide 24 - Quizvraag
De .................leerling
A
lui
B
luie
C
ijverig
D
ijverige
Slide 25 - Quizvraag
De ................fiets
A
kapot
B
kapotte
C
heel
D
hele
Slide 26 - Quizvraag
De ................collega
A
mannelijk
B
vrouwelijke
C
makkelijke
D
vrouwelijk
Slide 27 - Quizvraag
Mijn glas is ........
A
leeg
B
lege
C
vol
D
volle
Slide 28 - Quizvraag
Geef je .........glas maar.
A
leeg
B
lege
C
vol
D
volle
Slide 29 - Quizvraag
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Ik koop voor Ruben een nieuw schrift.
A
Ik
B
schrift
C
koop
D
nieuw
Slide 30 - Quizvraag
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
De aardige vrouw bakt lekkere cakejes.
A
aardige
B
vrouw
C
cakejes
D
lekkere
Slide 31 - Quizvraag
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Ik vind deze telefoon fantastisch.
A
Ik
B
vind
C
fantastisch
D
deze
Slide 32 - Quizvraag
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
De film Rabat is zo mooi!
A
film
B
is
C
zo
D
mooi
Slide 33 - Quizvraag
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Deze acteur is keigoed.
A
acteur
B
is
C
deze
D
keigoed
Slide 34 - Quizvraag
Maak een zin met het bijvoeglijk naamwoord
De/het...............+ mens/dier/ding
Slide 35 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Grammatica - meervouden
November 2023
- Les met
25 slides
NT2
Grammatica
Speciaal Onderwijs
Leerroute 4
Schrijven 1m 12 december
Januari 2019
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
51 - 1VMA - Spelling
Augustus 2022
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
1.9bijvnw
Januari 2024
- Les met
39 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
Meervoudsvormen
September 2021
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Grammatica herhaling donderdag 9 maart
Maart 2023
- Les met
29 slides
NT2
Basisschool
Middelbare school
vmbo lwoo
Groep 1
Leerjaar 1
NT2 A1 meervoud
23 uur geleden
- Les met
22 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
NT2 A1 meervoud
September 2023
- Les met
22 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1