Total bijeenkomst 4: Ik en de ander

Bijeenkomst 4: Ik en de ander
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Bijeenkomst 4: Ik en de ander

Slide 1 - Tekstslide

Vorige bijeenkomst? 

Slide 2 - Tekstslide

Communiceren is een kunst!
Je kunt niet niet communiceren

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Aan het einde van de dag kun je......  
• Kunnen uitleggen communicatie is
• Hoe geef je feedback geven en hoe kan je feedback ontvangen 
• Kunnen benoemen wat onder coachen wordt verstaan
• Wanneer gebruik je de STARR methode 
• Wat is GROW en wanneer pas je het toe

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Communicatie
Iemand (1) laat aan iemand anders (2) iets (3) weten.

1) Zender
2) Ontvanger
3) Boodschap

Slide 9 - Tekstslide

Miscommunicatie 
- Ruis (intern vs extern)
- Interpretatie
- Referentiekader
- Culturele achtergrond

Slide 10 - Tekstslide

Indeling communicatie 
Intern en extern
Formeel en informeel
Eénzijdig en tweezijdig
Verbaal en non-verbaal

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht! Het misverstand 
Een tweetal (instructeur en tekenaar)
De instructeur vertelt wat er getekend moet worden
Tekenaar mag alleen gesloten vragen stellen
Vergelijk de resultaten 





Slide 12 - Tekstslide

Pauze 

Slide 13 - Tekstslide

Communicatietechnieken 
LSD: luisteren/samenvatten/doorvragen 
Trechtertechniek

Slide 14 - Tekstslide

Vraag. Hoe kun je zien of iemand actief luistert? 

Slide 15 - Tekstslide

Actief luisteren wil zeggen dat niet alleen je hele houding interesse voor je gesprekspartner uitstraalt, maar ook dat je: 
Actieve luistergeluidjes gebruikt, zoals ‘hmm..’
Kleine aanmoedigende zinnetjes gebruikt, als: ‘ga verder’, ‘ja…’
Samenvattende woordjes en zinnetjes gebruikt: ‘dus je wilt een auto?’
Vragen stelt
Je gesprekspartner uit laat spreken
Je gesprekspartner het gevoel geeft dat hij de tijd krijgt voor zijn verhaal, met andere woorden dat je hem niet opjaagt
De stiltes niet te snel opvult. Wacht even met reageren, misschien wil je gesprekspartner nog iets aanvullen.

Slide 16 - Tekstslide

Zes tips voor effectieve communicatie
Wees een O.E.N.
Laat je O.M.A. thuis
Neem A.N.N.A. mee
Smeer N.I.V.E.A.
Maak je niet D.I.K.

Slide 17 - Tekstslide

Wees een O.E.N.
A
Oprecht, Echt, Normaal
B
Onverschillig, Extravert, Narcistisch
C
Oneerlijk, Exorbitant, Naargeestig
D
Open, Eerlijk, Nieuwsgierig

Slide 18 - Quizvraag

Laat je O.M.A. thuis

A
Openheid, Metaforen, Aandacht
B
Oordelen, Meningen en Aannames
C
Oenig, Matigheid, Aanstellers

Slide 19 - Quizvraag

Neem A.N.N.A. mee

A
Altijd navragen, nooit aannemen
B
Altijd nee zeggen, nooit accepteren

Slide 20 - Quizvraag

Smeer N.I.V.E.A.

A
Nog in vullen en afmaken
B
Niet invullen voor een ander
C
Niet integreren voor een aanvraag

Slide 21 - Quizvraag

Maak je niet D.I.K.
A
Denken, innoveren, kwalificeren
B
Door inzet krijgen
C
Dwars in kader
D
Denk ik kwaliteiten

Slide 22 - Quizvraag

Feedback 
Feedback geven en ontvangen
Letterlijk ‘terugkoppeling’;
Belangrijk voor persoonlijke ontwikkeling;
Positieve, negatieve en opbouwende feedback;
Positieve en opbouwende feedback belangrijk om te geven!

Slide 23 - Tekstslide

Wat zijn de voorwaarden om feedback te geven? 


Check in duo's

Slide 24 - Tekstslide

Tips bij feedback geven 
Ik-boodschap
Rustige plek
Feiten en waarnemingen
Namens jezelf
Niet vanuit emotie
Gaat uit van het doel van de actie of het gedrag
Benoem feiten
Indien mogelijk, direct na de activiteit
Maak afspraken

Slide 25 - Tekstslide

Hoe kun je de volgende uitdrukkingen beter formuleren?
“Je hebt mij verkeerd begrepen.”

Slide 26 - Open vraag

Hoe kun je de volgende uitdrukkingen beter formuleren?
“Je vergist je."

Slide 27 - Open vraag

Hoe kun je de volgende uitdrukkingen beter formuleren?
“Dat kan niet waar zijn.”

Slide 28 - Open vraag

Hoe kun je de volgende uitdrukkingen beter formuleren?
“Niemand is tevreden met onze oplossing”

Slide 29 - Open vraag

Stappenplan voor het geven van feedback
1. Ik vind het vervelend dat jij…… (Gevoel benoemen)
2. mij steeds in de rede valt…… (Gedrag benoemen) 
3. daardoor kan ik mijn verhaal niet duidelijk vertellen (Gevolgen van gedrag benoemen)
4. Misschien kun je/hoe lossen we dit op? (Gewenst gedrag aangeven)

Slide 30 - Tekstslide

4G methode
Gedrag: benoem het gedrag van de ander waarop je feedback wil geven;
Gevoel: benoem het gevoel dat jij krijgt door dit gedrag;
Gevolg: geef aan wat het gevolg voor jou is van dit gedrag en gevoel;
Gewenst gedrag: beschrijf hoe jij liever zou willen dat de ander zich gedraagt.

Slide 31 - Tekstslide

Sandwichfeedback
Positief + ontwikkelpunt + positief.

Slide 32 - Tekstslide

Let's work! 
Er wordt op een verkeerde manier feedback gegeven. Noteer wat er verkeerd gaat. Wat je van de aanpak vindt en wat het effect daarvan is. 

Slide 33 - Tekstslide

Oefening in het geven van gedrag specifieke feedback 

Neem 3 van je medewerkers in gedachten en benoem bij ieder van hen een positief punt en een verbeterpunt. Formuleer het zoals je het tegen de betreffende persoon zou zeggen. Je hebt hiervoor 10 minuten de tijd 

Slide 34 - Tekstslide

Nabespreking in tweetallen 
Toets de beschreven feedback aan de criteria voor het geven van feedback. Wanneer niet aan deze criteria voldaan is, kan het opnieuw geformuleerd worden.

Slide 35 - Tekstslide

Coachen
Coachen: persoonlijke ontwikkeling

Wat komt er bij jullie op als we het over coachen hebben? 

Slide 36 - Tekstslide

Coachgesprek voeren 
Inhoud voorbereiden
Afspraak maken
Gesprek voeren
Evalueren en archiveren

Slide 37 - Tekstslide

Coachgesprekken: GROW-model


G – Goal
R – Reality
O – Options
W – Wrap up

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Evaluatie
Was het leerzaam vandaag? 
Ben je tevreden met het resultaat? Wat kan beter? 

Slide 40 - Tekstslide