Lesbrief 1

Keuzevak: Voeding en beweging
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Keuzevak: Voeding en beweging

Slide 1 - Tekstslide

Keuzevak: Voeding en beweging
Dit keuzevak gaat over plantaardige voedingsmiddelen en bewegingsactiviteiten. 

Het gaat over: 
• een plantaardig voedingsmiddel produceren en verkopen 
• verantwoorde voeding kiezen en verwerken 
• voor een bepaalde doelgroep een bewegingsactiviteit  organiseren en uitvoeren.

Slide 2 - Tekstslide

Keuzevak: Voeding en beweging

Slide 3 - Tekstslide

Lesbrief 1: Voedsel produceren
Taak1

Leerdoelen:
  • waarom is het belangrijk om plantaardig voedsel te eten
  • uit welk deel van de plant groeien groenten

Slide 4 - Tekstslide

Lesbrief 1: Opdrachten
BTB
Taak 
Individueel - samenwerken - klassikaal
Opmerkingen: welke tekstbronnen, stappenplannen of sjablonen heb je nodig?
ma 6 jan
Taak 1
2-3-4-5-6-7
Gebruik bij opdracht 4 Stappenplan mindmap maken

Slide 5 - Tekstslide

Lesbrief 1: Taak 2
Taak 2

Leerdoelen:
  • wat zijn plantaardige voedingsmiddelen
  • wat is het verschil tussen een vegetariër en een veganist
  • hoe kun je gezond eten met behulp van de schijf van 5

Slide 6 - Tekstslide

Vegetariërs en Veganisten

Slide 7 - Tekstslide

Vegetariër

Eet geen producten van gedode dieren.

1 op de 10 jongeren is vegetariër!
Pescotariër

Eet geen vlees maar wel vis.

Slide 8 - Tekstslide

Waarom kiezen mensen er voor om geen vlees te eten denk je?

Slide 9 - Open vraag

Mag een vegetariër dit eten?
A
JA
B
NEE

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Wat is een veganist?
"Veganisten eten geen dieren en gebruiken geen dierlijke producten" 

Ze kunnen gebruik maken van vleesvervangers als peulvruchten, noten en granen.

Slide 12 - Tekstslide

Mag een veganist dit eten?

A
JA
B
NEE

Slide 13 - Quizvraag

Waarom zijn mensen vegetariër/veganist?

Slide 14 - Tekstslide

Verdeling van voedsel
dierlijk of plantaardig?
Voor de productie van vlees is veel meer plantaardig voedsel (energie) nodig dan voor het eten van plantaardige voedingsmiddelen. 

Slide 15 - Tekstslide

Plantaardige voedingsmiddelen

Slide 16 - Tekstslide

voedingsmiddelen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Hoe zorg je voor een gezond dieet volgens de schijf van vijf?
A
Eet elke dag uit elk vak iets
B
Eet elke dag uit alle vakken iets
C
Eet vooral groente en fruit
D
Eet weinig ongezonde dingen

Slide 19 - Quizvraag

In welke vak van de schijf van vijf zit veel zetmeel?
A
Vak 1 (groente en fruit)
B
Vak 2 (brood, aardappelen, pasta, etc)
C
Water
D
Vak 4 (Zuivel, noten, vis en vlees)

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Wat is het beste om te drinken?
A
Water, thee en vruchtensap
B
Water, thee en melkproducten
C
Water, melkproducten en vruchtensap
D
Water, koffie en thee

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de functie van suikers?
A
Bouwstof
B
Reservestof
C
Brandstof
D
Alle drie de opties

Slide 23 - Quizvraag

Lesbrief 1: Opdrachten
BTB
Taak 
Individueel - samenwerken - klassikaal
Opmerkingen: welke tekstbronnen, stappenplannen of sjablonen heb je nodig?
ma 6 jan
Taak 1
2-3-4-5-6-7
Gebruik bij opdracht 4 Stappenplan mindmap maken
do 9 jan
Taak 2
2-3-4
Opdr.2: TB: Plantaardige voedingsmiddelen
Opdr.3: TB 16 Gezonde voeding - schijf van 5
Opdr.4: Spel maken + inleveren

Slide 24 - Tekstslide

Lesbrief 1: Taak 2
Taak 3

Leerdoelen:
  • wat is het productieproces
  • wat is duurzaam en biologisch produceren
  • hoe ga je voedselverspilling tegen

Slide 25 - Tekstslide

biologisch agrarisch bedrijf
  • vaak een gemengd bedrijf; dieren én granen, groenten, fruit 
  • houdt rekening met het milieu en het welzijn van mens en dier
  • rekening met het milieu en het welzijn van mens en dier
  •  geen chemische bestrijdingsmiddelen 

Slide 26 - Tekstslide

Bodem
 Ziektes onder gewassen en uitputting van de bodem voorkom je door:
  • alleen sterke rassen te telen.
  • wisselteelt toe te passen. Er worden dan elk jaar andere gewassen    verbouwd.
  • het zaaien van vanggewassen. Vanggewassen houden voedingsstoffen in de bodem vast.

Slide 27 - Tekstslide

Bemesten
  • dierlijke mest of compost
  • Hierin zit stikstof, een belangrijke voedingsstof voor planten. 
  • Er wordt vaak klaver gezaaid. Dit gewas haalt stikstof uit de lucht. Op deze manier hoef je geen kunstmest te gebruiken als bron van stikstof.

Slide 28 - Tekstslide

Biologische producten
  •  met zorg voor mens, dier en milieu tot stand zijn gekomen. 
  • geen chemische kleur-, geur- en smaakstoffen. 
  • een biologisch product herken je aan het Europese logo of aan het Eko-logo.

Slide 29 - Tekstslide

Productieketen voedingsmiddelen
De productieketen van voedingsmiddelen laat alle handelingen zien die nodig zijn om een voedingsmiddel te produceren.
Een productieketen helpt om uit te zoeken hoe duurzaam je voeding is.




Slide 30 - Tekstslide

Productieketen brood
telen van graan – oogsten – vervoer naar meelfabriek – verwerken tot meel – verpakken – vervoer naar groothandel – vervoer naar bakkerij – verwerken tot brood – vervoer naar de winkel - consument.



Slide 31 - Tekstslide

Voedselkilometers

  • De kilometers die je voedsel aflegt
  • Het vervoer door een vliegtuig of vrachtwagen veroorzaakt     CO2-uitstoot. 
  • Dit is een broeikasgas. Het zorgt voor opwarming van de     aarde.
  • Het opslaan van producten in een koelcel kost  ook energie

Slide 32 - Tekstslide

Energieverbruik in de productieketen
In de productieketen wordt energie verbruikt. Dit vormt een energieketen. De energieketen bestaat uit de volgende stappen:

Productie – verwerking – opslag – transport – verkoop – consument.

Waar wordt er veel energie verbruikt? 
  1. bij productie en verwerking, 
  2. bij de consument wordt in verhouding veel energie verbruikt ( invriezen of koelen en het koken van voedingsmiddelen en het verspillen van voedsel

Slide 33 - Tekstslide

Duurzame keuze
  1. Kies voedingsmiddelen uit het seizoen (dus geen aardbeien in de winter).
  2. Koop niet te veel.
  3. Koop zo veel mogelijk biologisch.
  4. Eet minder vlees.

Slide 34 - Tekstslide

Lesbrief 1: Opdrachten
BTB
Taak 
Individueel - samenwerken - klassikaal
Opmerkingen: welke tekstbronnen, stappenplannen of sjablonen heb je nodig?
ma 6 jan
Taak 1
2-3-4-5-6-7
Gebruik bij opdracht 4 Stappenplan mindmap maken
do 9 jan
Taak 2
2-3-4
Opdr.2: TB: Plantaardige voedingsmiddelen
Opdr.3: TB 16 Gezonde voeding - schijf van 5
Opdr.4: Spel maken + inleveren
ma 13 jan
Taak 3
2-3-4-5-6-7
Opdr.2: TB Biologisch produceren
Opdr.3: Test cornflakes
Opdr.5: TB het productieproces

Slide 35 - Tekstslide

Lesbrief 1: Taak 2
Taak 4

Leerdoelen:
  • welke onderdelen eet je van groente en fruit

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Tekstslide

Lesbrief 1: Opdrachten
BTB
Taak 
Individueel - samenwerken - klassikaal
Opmerkingen: welke tekstbronnen, stappenplannen of sjablonen heb je nodig?
ma 6 jan
Taak 1
2-3-4-5-6-7
Gebruik bij opdracht 4 Stappenplan mindmap maken
do 9 jan
Taak 2
2-3-4
Opdr.2: TB: Plantaardige voedingsmiddelen
Opdr.3: TB 16 Gezonde voeding - schijf van 5
Opdr.4: Spel maken + inleveren
ma 13 jan
Taak 3
2-3-4-5-6-7
Opdr.2: TB Biologisch produceren
Opdr.3: Test cornflakes
Opdr.5: TB het productieproces
do 16 jan
Taak 4
2-3
Opdr 3. Stappenplan prikbord maken 

Slide 39 - Tekstslide

Lesbrief 1: Taak 2
Taak 5

Leerdoelen:
  • de groeicyclus van planten
  • hoe teel je planten

Slide 40 - Tekstslide

Lesbrief 1: Opdrachten
BTB
Taak 
Individueel - samenwerken - klassikaal
Opmerkingen: welke tekstbronnen, stappenplannen of sjablonen heb je nodig?
do 16 jan
Taak 4
2-3
Opdr 3. Stappenplan prikbord maken 
ma 20 jan
Taak 5
2-3-4-5-6
Opdr.6 Inleveren

Slide 41 - Tekstslide

Lesbrief 1: Taak 2
Taak 6

Leerdoelen:
  • hoe moet je radijs zaaien en verzorgen

Slide 42 - Tekstslide

Lesbrief 1: Opdrachten
BTB
Taak 
Individueel - samenwerken - klassikaal
Opmerkingen: welke tekstbronnen, stappenplannen of sjablonen heb je nodig?
do 16 jan
Taak 4
2-3
Opdr 3. Stappenplan prikbord maken 
ma 20 jan
Taak 5
2-3-4-5-6
Opdr.6 Inleveren
do 23 jan
Taak 6
2-3-4
Radijs telen

Slide 43 - Tekstslide

Lesbrief 1: Taak 2
Taak 7

Leerdoelen:
  • wat is conserveren
  • hoe bereken je een kostprijs

Slide 44 - Tekstslide

Conserveren/Conserveringsmiddelen
  • Het toevoegen van conserveringsmiddelen aan voedingsmiddelen zorgt ervoor dat bacteriën en schimmels doodgaan  en zich niet  vermenigvuldigen
Diepvriezen
  • Door producten in de diepvries te bewaren kunnen bacteriën zich niet vermenigvuldigen.
  • De voedingswaarde van voedingsmiddelen blijft behouden. Diepvriezers hebben verschillende temperaturen:
-18 C.  Soms staat er dan *** op de vrieskast.
-12 C.  Soms staat er dan **   op de vrieskast.
-6 C.    Soms staat er dan *      op de vrieskast.
Hoe kouder de diepvries hoe langer je een voedingsmiddel kunt bewaren.

Slide 45 - Tekstslide

Conserveringsmethoden
  • diepvriezen
  • drogen (water eruithalen: bonen - krenten)
  •  inmaken (zuur, suiker of zout toevoegen -> jam)
  • pasteuriseren (verhitten  tot 72 °C en daarna koelen. Niet alle bacteriën en schimmels gaan hierdoor dood -> bijv. melk uit het koelvak
  • steriliseren (Het voedingsmiddel wordt boven de 1000 C verhit. Hierdoor gaan alle bacteriën en schimmels dood -> lang houdbare melk

Slide 46 - Tekstslide

KOSTPRIJS

Slide 47 - Tekstslide

WAAROM?
Wanneer je een product gaat verkopen is het belangrijk om te bepalen voor welke prijs je het gaat verkopen.
Om dit te bereken gebruiken we de kostprijs en de winstmarge.
Deze vormen samen de verkoopprijs.

Slide 48 - Tekstslide

VERKOOPPRIJS
KOSTPRIJS
Hoeveel kost het om 1 product te maken
WINSTMARGE
Dit is hoeveel winst je wilt maken.

Slide 49 - Tekstslide

KOSTPRIJS
De kostprijs kun je onderverdelen in:
Directe kosten
Indirecte kosten

Slide 50 - Tekstslide

DIRECTE KOSTEN
De directe kosten kun je berekenen per product en bestaan uit:
Arbeidskosten (salaris van personeel)
Inkoopwaarde van de grondstoffen en materialen
Productie kosten


Slide 51 - Tekstslide

INDIRECTE KOSTEN
De indirecte kosten kun je niet per product berekenen en bestaan uit:
Huur
Telefoonkosten
Kosten voor gas/water/licht (energie)



Slide 52 - Tekstslide

OEFENEN
Sleep de woorden naar de juiste kosten.
Directe kosten
Indirecte kosten
HUUR
ARBEIDSKOSTEN
TELEFOONKOSTEN
WATER KOSTEN
INKOOP WAARDE VAN PRODUCTEN

Slide 53 - Sleepvraag

Vaste kosten
  • Veranderen niet met de productie mee

Voorbeelden:
Huur, vast personeel, marketing (reclame), abonnementen

Slide 54 - Tekstslide

Variabele kosten
  • veranderen met de productie mee
  • hogere productie, meer kosten

Voorbeelden:
Grondstoffen, elektriciteit, materialen, oproepkrachten

Slide 55 - Tekstslide

Lesbrief 1: Opdrachten
BTB
Taak 
Individueel - samenwerken - klassikaal
Opmerkingen: welke tekstbronnen, stappenplannen of sjablonen heb je nodig?
do 16 jan
Taak 4
2-3
Opdr 3. Stappenplan prikbord maken 
ma 20 jan
Taak 5
2-3-4-5-6
Opdr.6 Inleveren
do 23 jan
Taak 6
2-3-4
Radijs telen
ma 27 jan
Taak 7
2-3-4
Opdr.2: TB Conserveren
Opdr.4: TB Kostprijs berekenen
do 30 jan
Taak 7 
5
kooklokaal: tomatenchutney bereiden

Slide 56 - Tekstslide