Les 19: Het Britse Rijk als economische wereldmacht
Overzicht lessen
Deelcontext: III
- Lessen 1t/m 8: Theorie Deelcontext I
- Lessen 9t/m 16: Theorie Deelcontext II
- Les 17: Start DCIII Industrieelkapitalisme
- Les 18: De Wereldtentoonstelling
- Les 19: Sociale kwestie en politieke inspraak
- Les 20: Terugblik, tips bij beantwoorden vragen etc.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Overzicht lessen
Deelcontext: III
- Lessen 1t/m 8: Theorie Deelcontext I
- Lessen 9t/m 16: Theorie Deelcontext II
- Les 17: Start DCIII Industrieelkapitalisme
- Les 18: De Wereldtentoonstelling
- Les 19: Sociale kwestie en politieke inspraak
- Les 20: Terugblik, tips bij beantwoorden vragen etc.
Slide 1 - Tekstslide
Handelskapitalisme
Industrieëlkapitalisme
Slide 2 - Tekstslide
Vrijhandel
- De regering van G.B. begreep dat de Britse economie gebaat was bij zoveel mogelijk vrijhandel.
- Om vrijhandel af te dwingen zetten de Britten desnoods de Royal Navy in, zelfs in gebieden die geen deel uit maken van het Britse Rijk.
- Niet alleen de regering vroeg hierom maar ook de ondernemers die rijk waren geworden door het industrieel kapitalisme.
Slide 3 - Tekstslide
Bestaande sociale klassen in Britse samenleving
Strikte klassenverdeling
Bovenklasse
Middenklasse
Arbeiders
Slide 4 - Tekstslide
Ontstaan nieuwe sociale klassen
door de industrialisatie
Strikte klassenverdeling
Nieuwe bovenklasse = ondernemers. Zijn boos, kunnen niet deelnemen aan politiek
Bovenklasse
Middenklasse
Arbeiders
Nieuwe bovenklasse
Slide 5 - Tekstslide
Achtergesteld?
In de industriële samenleving worden twee klassen steeds belangrijker,
de ondernemers, fabriekseigenaren (gegoede burgerij)
de arbeiders
maar zij hebben tegengestelde belangen!
Beide klassen voelden zich achtergesteld door de Britse politiek!
Slide 6 - Tekstslide
Ondernemers
Belangrijk voor de economische ontwikkeling van het rijk,
maar geen politieke invloed
> Vooral adel had invloed op de politiek
1832 - invoering Reform Bill
hierdoor meer invloed van ondernemers op het Lager huis!
Slide 7 - Tekstslide
Aanpassing binnen GB in het districtenstelsel
> Voorbeeld uitslag in Nederland 2010
Slide 8 - Tekstslide
Reform Bill
1832
In Engeland werd er gestemd via hetdistrictenstelsel. Per district werden vertegenwoordigers naar het parlement afgevaardigd. Districten waren verdeeld voor de IR daardoor hadden onbelangrijke regio's veel macht en de meeste industriegebieden juist weinig macht.
Aanpassing in de wet: andere samenstelling van de districten, gebieden met sterke bevolkingsgroei (industriegebieden) kregen nu meer macht (=zetels) Uitbreiding kiesrecht waardoor ook relatief kleinere ondernemers en winkeliers aan verkiezingen mochten meedoen. De ondernemers krijgen hierdoor meer macht, adel & platteland verliezen macht.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
0
Slide 12 - Video
Factory Acts
1833
Kortere werktijden voor vrouwen en kinderen; kinderarbeid tot 9 verboden, kinderen moesten naar school!
Veiligere werkomstandigheden
Controle van de Factory Acts
Dit alles is het begin van de sociale wetgeving!
Slide 13 - Tekstslide
Niet alle arbeidersgezinnen waren gelukkig met de Factory Acts. Leg uit waarom niet.
Slide 14 - Open vraag
Reform Bill
Factory Acts
hervorming districtenstelsel
verbod op kinderarbeid onder 9
uitbreiding kiesrecht
kinderen moeten 2 uur per dag naar school
controle op uitvoering wet
Slide 15 - Sleepvraag
Britse Rijk als voorloper
De industrialisatie en de koloniën zorgden ervoor dat Groot-Brittannië financieel, technisch en cultuur voor liep op de rest van de wereld
Dat werd duidelijk tijdens de Wereldtentoonstelling in 1851.
Slide 16 - Tekstslide
Bron analyse
Hoe? In tweetallen of alleen
1: Wat is de boodschap van de bron in combinatie met meerdere historische begrippen en bronelementen.
2: Wat zou de maker van deze spotprent nastreven?
Uitkomsten: Bespreken klassikaal
Slide 17 - Tekstslide
Verwerking theorie
Hoe? In tweetallen of alleen
Wat? Het belang van de Wereldtentoonstelling aangeven